Verder:
Scène: het filmaffiche bevat een afbeelding of afbeeldingen van een scene of van hoofdrolspeler(s) uit de film;
Titel: het affiche bevat de titel van de film. Sowieso belangrijk om een goede titel te bedenken voor de film die je klas heeft gemaakt; Op de filmposter/-flyer is duidelijk te zien waar de film over gaat (de kern).
Namen: de namen van de acteurs in de film, maar ook de naam van de regisseur
Datum: De datum waarop de film in première gaat (maand en jaartal)
Logo's: Altijd goed om het logo van de school op het affiche te zetten
Kijkwijzer: Kijkwijzer-pictogram(men)
Een officieel filmaffiche is A-0 of A-1. De meeste leerlingen zijn gewend te tekenen op A-4. Werken op grotere formaten als A-2 heeft het voordeel van mooi groot maar het nadeel dat het voor veel leerlingen een te groot oppervlak is om mee te werken. A-3 voor een affiche lijkt het best te hanteren voor leerlingen. Wél duidelijk van afstand zichtbaar maar ook overzichtelijk voor de leerling om mee te werken. Een filmaffiche maken kan individueel maar ook in twee- of drietallen. Let wel op dat het maken van mooie letters op een affiche een tijdrovend werkje is. Dat is te ondervangen door gegevens als titel en namen + datum op de computer laten typen, printen en op de posters te laten plakken. Belangrijk is dat het hele affiche is bewerkt. Dan helpt het om een gekleurd blad als ondergrond te kiezen. Overleg met de leerlingen met welke materialen de leerlingen werken; kleurpotloden, stiften, wasco, krijt, verf, plaatjes uit tijdschriften.
Voor de flyer is A-5 het handigst. Op de voorkant een affiche in klein formaat, op de achterkant in het kort het verhaal van de film. Hier is individueel werken het handigst.
KORT: In deze les ook wat aandacht voor het werk van de filmkeuring. Vertel de leerlingen dat elke film wordt ‘gekeurd’ door een team specialisten. Voor elke schadelijke gebeurtenis die in de film voorkomt, krijgt de film minpunten. Een schadelijke gebeurtenis kan geweld, angst, seks, grof taalgebruik, drugs en/of alcohol, of discriminatie zijn. Als een film veel minpunten heeft, dan is deze film alleen geschikt voor een oudere leeftijd. Geen minpunten? Dan is de film geschikt voor alle leeftijden. Kijkwijzer adviseert niet over de kwaliteit of de moeilijkheidsgraad van de film. Ze adviseren dus alleen over de geschiktheid/schadelijkheid De icoontjes daarvoor komen in de eerste slides van LessonUp aan bod..
Verschil uit tussen de functie van een poster en flyer:
Poster: weinig tekst, enkelzijdig, groot
Flyer: veel tekst, dubbelzijdig, klein
Benodigdheden:
- LessonUp-les ‘De Filmfabriek, gr 7/8, les 3’
- Materialen voor het maken van de filmposter (vellen (gekleurd) A2-papier,
tekengerei, evt. (gekleurd) voor de flyer A-5 papier, etc.)
Lesinhoud:
- Verkenning: inhoud en introductie
- Informatie: Kijkwijzer
- Informatie: filmposter en filmflyer
- Opdracht: filmposter en/of filmflyer maken
Afsluiting:
filmposters bekijken en ophangen
Voorbereiding:
Bedenk vooraf met welke materialen je de leerlingen de filmposter wil laten maken en leg dit klaar in de klas. Vul enkele gegevens in op bijlage 3.2 (werkblad flyer) en maak één dubbelzijdige kopie per twee leerlingen.
Leerdoel:
1. Aan het einde van de les kunnen de leerlingen de betekenissen van de Kijkwijzer-pictogrammen benoemen en
kennen ze het begrip ‘première’.
2. Hebben zij inzicht verworven in de opbouw en betekenis van een filmaffiche als deel van de publiciteit voor een film
Het kan zijn dat je groep heel enthousiast is geworden en het liefst een officiële première wil organiseren. Dan valt in ieder geval aan het volgende te denken:
de film, locatie, rode loper, uitnodiging voor alle mensen die aan de film hebben meegewerkt (acteurs, regisseur, etc.), fotograaf, pers (voor interviews en recensie), een drankje voor alle gasten, mooie kleding, etc.
Begrippenlijst: