Twents Carmel College

Oefenen: Herhalingsles Water

Herhalingsles SE4 Water

1 / 50
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Herhalingsles SE4 Water

Slide 1 - Slide

Waaruit bestaat de grondsoort veen?
A
Steenkool natuurlijk!
B
Een mengsel van klei en zand
C
Planktonresten
D
Plantenresten

Slide 2 - Quiz

Wat geeft het N.A.P aan?
A
De gemiddelde stand van rivierwater
B
N.A.P bestaat niet, het moet N.E.P zijn
C
De gemiddelde zeespiegel
D
Nieuwe Amsterdamse Patta's

Slide 3 - Quiz

Wat is een voorbeeld van sedimentatie?
A
Het neerleggen van zand en klei door rivieren en zeeën
B
Als rivieren zand en klei laten wegspoelen
C
Als de wind rotsen aantast
D
Chemische verwering

Slide 4 - Quiz

Waaruit bestaat de grondsoort slib?
A
Steenkool natuurlijk!
B
Een mengsel van klei en zand
C
Planktonresten
D
Plantenresten

Slide 5 - Quiz

Waar of niet waar: In Laag Nederland vind vooral erosie plaats
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Waar of niet waar? Laag Nederland is het deel van Nederland lager dan 1 meter boven N.A.P
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Waar of niet waar? De rivier de Rijn begint in Zwitserland en eindigt in Nederland
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

De plek waar een rivier uitkomt in zee heet de ...
A
Monding
B
Uitloopsel
C
Estuarium
D
Rivierdelta

Slide 9 - Quiz

Het deel net naast de rivier bestaat uit zand, dit zijn de ...
A
Komgronden
B
Zandruggen
C
Duinen
D
Oeverwallen

Slide 10 - Quiz

Het deel net verder van de rivier af bestaat uit klei, dit zijn de ...
A
Komgronden
B
Zandruggen
C
Duinen
D
Oeverwallen

Slide 11 - Quiz

Waar of niet waar? Het gebied tussen de zomer- en winterdijk worden uiterwaarden genoemd.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Na een dijkdoorbraak ontstaat er vaak een rond gat in de grond. Hoe heet dit?
A
Een bel
B
Een stuur
C
Een del
D
Een wiel

Slide 13 - Quiz

Het landschap van Laag Nederland is vooral gevormd door?
A
De zee en de wind
B
De gletsjers van de laatste ijstijd
C
De zee en de rivieren
D
De dinosauriërs

Slide 14 - Quiz

De duinen bestaan vooral uit ... ?
A
Klei
B
Veen
C
Zand
D
Löss

Slide 15 - Quiz

Hoeveel polders zijn er ongeveer in Nederland?
A
40
B
400
C
4.000
D
40.000

Slide 16 - Quiz

Welke soort polders liggen het laagst?
A
Zeepolders
B
Veenpolders
C
Bolders
D
Droogmakerijen

Slide 17 - Quiz

Het water in Hoog Nederland wordt afgevoerd door ... ?
A
Oppervlakkige afwatering
B
Natuurlijke afwatering
C
Met gemalen
D
Met stuwen

Slide 18 - Quiz

Waar of niet waar? Zeepolder liggen rond zeeniveau?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Waar of niet waar? Veen polders zakken nog steeds in en worden steeds lager.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

Waar of niet waar? Droogmakerijen heten zo omdat het meren waren die zijn drooggemaakt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Het wegpompen van water uit polders heet ... ?
A
Bemelen
B
Verpolderen
C
Kunstmatige afwatering
D
Kunstzinnige afwikkeling

Slide 22 - Quiz

Al het water in sloten, kanalen, rivieren en meren noem je ... ?
A
Zichtwater
B
Oppervlaktewater
C
Brak water
D
Grondwater

Slide 23 - Quiz

Water dat in de grond zit noem je ...?
A
Zichtwater
B
Oppervlaktewater
C
Brak water
D
Grondwater

Slide 24 - Quiz

Water stroomt onder de dijk door terug de polder in. Dit water noem je ... ?
A
Brak water
B
Kwel water
C
Snel water
D
Hel water

Slide 25 - Quiz

Water in Hoog Nederland kan worden tegengehouden met een ... ?
A
Kwel
B
Stel
C
Stuw
D
Duw

Slide 26 - Quiz

Onder de duinen zit een bel zoet water, dit noemen wij de ... ?
A
Brakwaterzak
B
Zeewaterzak
C
Duinwaterzak
D
Zoetwaterzak

Slide 27 - Quiz

Wat zijn de twee belangrijkste functies van de zoetwaterzak?
A
Zout water tegenhouden en drinkwater
B
Drinkwater en proceswater
C
Proceswater en grijs water
D
Groene energie

Slide 28 - Quiz

In de industrie wordt ook veel water gebruikt. Waarvoor wordt het gebruikt?
A
Groene energie
B
Grijs water
C
Koelwater
D
Drinkwater

Slide 29 - Quiz

Waar of niet waar? Nederlanders gebruiken per dag gemiddeld meer dan 3000 liter water.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 30 - Quiz

Huishoudelijk afvalwater bestaat uit: ... ?
A
Zwart water (toilet) grijs water (douche)
B
Wit water (douche) en Groen water (tuin)
C
Drinkwater (kraan) en zinkwater (toilet)
D
Hangwater (douche) en oppervlaktewater (toilet)

Slide 31 - Quiz

Wat is verzilting?
A
Het zoeter worden van de bodem
B
Het zouter worden van de bodem
C
Je weet wel, zilt
D
Het zouter maken van drinkwater, anders is het schadelijk

Slide 32 - Quiz

Wat is thermische vervuiling?
A
Thermometers weggooien
B
Het opwarmen van de aarde door broeikasgassen
C
Het lozen van te warm afvalwater
D
Het lozen van vervuild afvalwater

Slide 33 - Quiz

Wat is een waterschap?
A
Het schap in de supermarkt waar het bronwater staat
B
Organisaties die zich inzetten voor verbetering van de waterkwaliteit
C
Overheidsinstelling die zich uitsluitend bezighoud met water
D
De minister van Rijkswaterstaat

Slide 34 - Quiz

Wat is geen taak van de waterschappen?
A
Zorgen voor een goede waterkwaliteit (schoon water).
B
Zorgen voor voldoende waterkwantiteit (hoeveelheid).
C
Beschermen tegen overstromingen (dijken, duinen, stuwen).
D
Het verkeer op zee regelen (veiligheid)

Slide 35 - Quiz

Het westen van China is dunbevolkt. Hoe komt dat?
A
Er is te weinig werk
B
Er is teveel vervuiling
C
Het is er te hoog of te droog
D
Het is er te nat (tropisch regenwoud)

Slide 36 - Quiz

Waar of niet waar? Reliëf is hoogteverschillen in een landschap
A
Waar
B
Niet waar

Slide 37 - Quiz

De meeste regen in China valt in het ... ?
A
Noordwesten
B
Zuidwesten
C
Zuidoosten
D
Noordoosten

Slide 38 - Quiz

Wat is de korte waterkringloop?
A
De waterkringloop boven een rivier
B
De waterkringloop op een berg
C
De waterkringloop boven zee
D
Evapotranspiratie

Slide 39 - Quiz

Wat is de bovenloop van een rivier?
A
Het hoogste deel van een waterval
B
Het deel het dichtst bij de oeverwallen
C
Het hoogste deel van de rivier
D
Het laagste deel van de rivier

Slide 40 - Quiz

Wat is géén probleem van de rivier de Yangtze?
A
Er valt heel veel regen
B
De meeste regen valt in de winter
C
De meeste regen valt in de zomer
D
Er is een enorm verschil in afvoer in de loop van het jaar

Slide 41 - Quiz

Een gemengde rivier is een rivier die ... ?
A
Zijn water krijgt van regen- en smeltwater
B
Die zowel zoet als brak water heeft
C
Door twee of meer landen stroomt
D
Zijn water krijgt van grijs- en zwart water

Slide 42 - Quiz

Waar of niet waar? Het debiet van een rivier is het verschil tussen de hoogste en laagste waterafvoer.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 43 - Quiz

Waar of niet waar? Het regiem van een rivier is het verschil tussen de hoogste en laagste waterafvoer.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 44 - Quiz

Waarom draagt ontbossing bij aan wateroverlast?
A
Bossen verdampen meer
B
Bossen houden water vast
C
Bossen verdampen minder
D
Bossen hebben niets te maken met wateroverlast

Slide 45 - Quiz

Waar of niet waar? De Drieklovendam is de grootste stuwdam ter wereld

A
Waar
B
Niet waar

Slide 46 - Quiz

Wat is géén voordeel van de Drieklovendam?
A
Regelen waterstand tegen overstromingen
B
Voorraad drinkwater
C
hydro-elektriciteit
D
Verdwijnen wetlands

Slide 47 - Quiz

Wat is het verschil tussen een steppe en een woestijn?
A
In een woestijn groeit alleen maar gras, een steppe heeft ook bomen
B
In een steppe groeit nog gras, in een woestijn is het zelfs daar te droog voor
C
Er is geen verschil, het zijn allebei droge klimaten
D
Een woestijn is heter dan een steppe

Slide 48 - Quiz

In de komende 50 jaar zullen er meer oorlogen worden gevoerd om ... ?
A
Goud
B
Diamanten
C
Aardolie
D
Water

Slide 49 - Quiz

Wat is een aquifer?
A
Een aquarium die ver weg staat
B
Een grondlaag met zouten erin
C
Een waterhoudende laag
D
Een laag met aardgas

Slide 50 - Quiz