Twents Carmel College

§1.1 Biologie, wat heb je eraan? + §1.2 Levende wezens

§1.1 + §1.2


§1.1 Biologie, wat heb je eraan?
§1.2 Levende wezens
1 / 12
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

§1.1 + §1.2


§1.1 Biologie, wat heb je eraan?
§1.2 Levende wezens

Slide 1 - Slide

§1.1 Biologie, wat heb je eraan?
- Je kunt uitleggen waar biologie over gaat.
- Je kunt uitleggen welke onderwerpen in je eigen leven met biologie te maken hebben.
- Je kunt uitleggen hoe biologie samenhangt met andere vakken.
- Je kunt uitleggen waarom biologisch onderzoek voor jouw leven belangrijk is.

Slide 2 - Slide

Alle woorden hieronder hebben te maken met biologie. Welke woorden horen volgens jou bij elkaar?
beweging - dier - klimaat - landbouw - leven - mens - plant - voedsel - ziekte

Slide 3 - Open question

Je hele leven is biologie
De leer (logos) van het leven (bios). Biologie

Slide 4 - Slide

Een wereld vol leven
Er is een enorme variatie  aan
levende wezens.

Levende wezens worden ook wel
organismen genoemd. 

Slide 5 - Slide

De natuur bestuderen
Bij het vak biologie leer je vooral over de levende natuur.
- Levend
- Dood

Bij natuurkunde, scheikunde en aardrijkskunde leer je over de niet-levende natuur.
- Levenloos

Slide 6 - Slide

§1.2 Biologie, wat heb je eraan?
- Je kunt de zeven levenskenmerken benoemen.
- Je kunt uitleggen of iets levend, levenloos of dood is.
- Je kunt uitleggen wat biotische en abiotische factoren zijn en hoe deze van invloed zijn op organismen.

Slide 7 - Slide

Wanneer is iets levend?
- Groeien
- Voeden
- Gaswisseling
- Voortplanten
- Waarnemen
- Reageren
- Uitscheiden

Slide 8 - Slide

Biotisch en abiotisch
In de natuur kom je heel veel
levenloze dingen tegen zoals
lucht, stenen, zand en water.
Levenloze dringen noem je 
abiotisch. Alles wat leeft of
geleefd heeft, noem je
biotisch.

Slide 9 - Slide

Welk levenskenmerk heeft te maken met het drinken van melk?
A
gaswisseling
B
groeien
C
voeden
D
waarnemen

Slide 10 - Quiz

Welk levenskenmerk vertoon je als je adem haalt?
A
gaswisseling
B
reageren
C
voortplanten
D
uitscheiden

Slide 11 - Quiz

Aan de slag
- Lezen: §1.1 + 1.2
- Maken: Opdrachten bij §1.1 + §1.2

- Leerdoelencheck
- Samenvatten

Slide 12 - Slide