Twents Carmel College

Uitleg Beeldaspect Compositie

Beeldaspect 
Compositie
1 / 17
next
Slide 1: Slide
Beeldende vormingHandvaardigheid+1Middelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Introduction

Aan het eind van deze les kun je herkennen, uitleggen en toepassen welke verschillende composities er zijn en welk effect dit heeft op het kunstwerk.

Items in this lesson

Beeldaspect 
Compositie

Slide 1 - Slide

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen, uitleggen en toepassen welke verschillende composities er zijn en welk effect dit heeft op het kunstwerk.

Slide 2 - Slide

Wat is compositie?
Compositie is de manier waarop de onderdelen van een kunstwerk geordend worden. 
Iedere compositie heeft een ander effect op het kunstwerk.



Johannes Vermeer, Meisje met de 
parel ± 1665-1667, olieverf op doek

Slide 3 - Slide

Symmetrische compositie
Een symmetrische compositie wordt gekenmerkt doordat het werk is te verdelen in 2 helften die min of meer elkaars spiegelbeeld zijn. Dat kan heel precies, maar dat hoeft niet. De spiegeling kan horizontaal, verticaal of diagonaal zijn. 
Symmetrie heeft een statisch (rustig, stilstaand) effect.

Slide 4 - Slide

Asymmetrische compositie
Is er geen symmetrie aanwezig dan noemen we de compositie asymmetrisch. Het heeft een dynamisch (druk, beweeglijk) effect.

Slide 5 - Slide

Centrale compositie
Als je aandacht naar het midden van het beeldvlak wordt getrokken, spreken we van een centrale compositie. 
Een centrale compositie heeft een statisch effect.

Slide 6 - Slide

Geometrische compositie
In de compositie zijn geometrische vormen te herkennen, zoals een rechthoek, cirkel of driehoek. 
Een geometrische compositie heeft een statisch effect.

Slide 7 - Slide

Driehoeks compositie
In de compositie is de vorm van een driehoek te herkennen. De belangrijkste onderdelen in de voorstelling zijn binnen deze driehoek geplaatst. Een driehoekscompositie kan een statisch of dynamisch effect hebben, afhankelijk van de voorstelling.

Statisch

Slide 8 - Slide

Over-all compositie
Alle onderdelen van de compositie zijn hetzelfde, doen patroonachtig aan en staan verspreid over het beeldvlak. 
Ze lijken buiten het schilderij tot in het oneindige door te kunnen gaan.
Het kan een statisch of dynamisch effect hebben, afhankelijk van de voorstelling.

Slide 9 - Slide

Horizontale compositie
De onderdelen van een compositie zijn vooral horizontaal gerangschikt, Een horizontale compositie heeft een statisch effect. 


Slide 10 - Slide

Verticale compositie
De belangrijkste onderdelen zijn in een verticale lijn geordend, van boven naar beneden. Ook dit heeft een statisch effect. 



Slide 11 - Slide

Diagonale compositie
In een diagonale compositie zijn de onderdelen diagonaal geordend of er zit een diagonale richting in. 
Dit heeft een dynamisch effect.


Slide 12 - Slide

Herhaling 
Wanneer gelijksoortige vormen, kleuren en lijnen op een regelmatige manier in een compositie terugkomen.
Het kan een statisch of dynamisch effect hebben, afhankelijk van de voorstelling.


Slide 13 - Slide

Dynamische compositie
Een compositie waar beweging in zit of in lijkt te zitten. Bijvoorbeeld door diagonale lijnen en uitstekende delen. Dit heeft een dynamisch effect. 


Slide 14 - Slide

Statische compositie
In een statische compositie zit geen beweging, het is rustig en in evenwicht. 

Dit krijg je door het gelijkmatig toepassen van verticale en horizontale richtingen - weinig beweeglijke vormen te gebruiken - vormen en kleuren gelijkmatig te verdelen - weinig contrasten te gebruiken.

Slide 15 - Slide

Afsnijding 
Een gedeelte van de afbeelding staat niet op het beeldvlak, het wordt door het de rand afgesneden.
Hierdoor ontsaat het effect van ruimte/diepte.

Slide 16 - Slide

Overlapping compositie
De onderdelen van een compositie staan achter andere onderdelen, waardoor je die andere onderdelen maar gedeeltelijk ziet. 
Daardoor lijkt het of de vormen achter elkaar in de ruimte staan. Hierdoor ontsaat het effect van ruimte/diepte.

Slide 17 - Slide