Twents Carmel College

Quiz: H4, H5 H9

Planning
Quiz over H4, H5 en H9 (22 vragen)
Vragen?

Morgen:
PTA H4, H5 en H9
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Planning
Quiz over H4, H5 en H9 (22 vragen)
Vragen?

Morgen:
PTA H4, H5 en H9

Slide 1 - Slide

Een geleider heeft...?
A
Geen weerstand
B
Hoge weerstand
C
Lage weerstand
D
50 Ohm aan weerstand

Slide 2 - Quiz

De formule voor weerstand is:
A
R = U / I
B
Weerstand = R + R
C
R = U x I
D
Weerstand is geen formule voor

Slide 3 - Quiz

Regelbare weerstand
Wanneer is de weerstand het grootst:
A
De weerstand is altijd even groot.
B
Als de weerstand een lange afstand aflegt door het laagje koolstof.
C
Als de stroom een korte afstand af legt door het laagje koolstof.

Slide 4 - Quiz

LDR is een lichtgevoelige weerstand. Wat is goed...
A
De weerstand is geeft licht.
B
De weerstand is hoog bij veel licht.
C
De weerstand is laag bij veel licht.
D
De weerstand is altijd gelijk.

Slide 5 - Quiz

Wat gebeurt er met de draadweerstand als de soortelijke weerstand groter wordt.
A
die wordt groter
B
die blijft gelijk
C
die wordt kleiner

Slide 6 - Quiz

Geef van alle drie de spanningsbronnen aan of het wisselspanning of gelijkspannig levert
Wissel
spanning
Gelijk
spanning
Batterij
Dynamo
Accu

Slide 7 - Drag question

43) In een elektriciteitscentrale wordt elektriciteit opgewekt.
Dit gebeurt met:
A
Accu's
B
Generatoren
C
Transformatoren
D
Verdeelstations

Slide 8 - Quiz

44) De spanning die je in huis gebruikt, is lager dan de spanning in hoogspanningsleidingen.
Hoe hoog is de spanning die je thuis gebruikt?
A
12 V
B
230 V
C
380 V
D
10 000 V

Slide 9 - Quiz

45) In een transformator wordt de spanning naar beneden gebracht.
Wat weet je over deze transformator?
A
De primaire spoel heeft meer windingen dan de secundaire spoel.
B
De secundaire spoel heeft meer windingen dan de primaire spoel.

Slide 10 - Quiz

46) Een transformator werkt alleen, omdat er een wisselend magnetisch veld in de transformator wordt opgewekt.
Een transformator werkt dus alleen als hij aangesloten wordt op:
A
Gelijkspanning
B
Wisselspanning

Slide 11 - Quiz

Een deurbel wordt aangesloten op het lichtnet (230V). De primaire spoel heeft 180 wikkelingen. De secundaire spoel heeft 8 wikkelingen.
Bereken de secundaire spanning

Slide 12 - Open question

Opgewekte spanning in energiecentrales wordt verhoogt voordat het vervoert wordt met behulp van ...
A
een generator
B
een stoomturbine
C
een transformator
D
een adapter

Slide 13 - Quiz

De geluidssnelheid is het grootst in?

A
Vaste stoffen
B
Vloeistoffen
C
Gassen

Slide 14 - Quiz

Emily is een op afstand bestuurbare reddingsboei. De kustwacht gebruikt deze reddingsboei om zwemmers in nood uit het water te halen. Hierbij wordt een geluidssignaal uitgezonden dat later door een sensor wordt opgevangen.
Bij een test in een zwembad met zoet water meet de sonar een tijdsverschil van 0,05 seconde tussen zenden en ontvangen.
Bereken de afstand tussen de sonar en de zwemmer.

Slide 15 - Open question

De test wordt herhaald in een bad met zeewater.
Vergelijk de resultaten in zoet water met die in zout water.
De snelheid van geluid in zeewater is
A
gelijk aan de snelheid van geluid in zoet water
B
groter dan de snelheid van geluid in zoet water
C
kleiner dan de snelheid van geluid in zoet water

Slide 16 - Quiz


Welke van deze 2 afbeeldingen geeft een hoge toon weer.
A
links
B
rechts

Slide 17 - Quiz

Wat is een ultrasoon geluid?
A
een heel hard geluid
B
een heel hoog geluid
C
een heel laag geluid
D
een heel zacht geluid

Slide 18 - Quiz

De amplitude bij microfoon 2 is
A
gelijk aan de amplitude bij microfoon 1
B
groter dan de amplitude bij microfoon 1
C
kleiner dan de amplitude bij microfoon 1

Slide 19 - Quiz

Wat is geen geluidsbron?
A
Microfoon
B
Gitaar
C
Luidspreker
D
Bel

Slide 20 - Quiz

Welk onderdeel van de luidspreker wordt een elektromagneet?
A
de permanente magneet
B
de conus
C
de spoel
D
membraan

Slide 21 - Quiz

Geef aan hoe wordt geluidshinder tegengegaan?
Strenge geluidsnormen stellen voor nieuwe autotypen.


A
bron
B
tussenstof
C
ontvanger

Slide 22 - Quiz

De afstandsmeter zendt tijdens een afstandsmeting een geluidssignaal uit. Even later vangt de afstandsmeter het weerkaatste signaal op. Met het tijdverschil bepaalt de afstandsmeter de afstand.
Waarom werkt de afstandsmeter niet goed als deze gericht wordt op een zachte muur?

Slide 23 - Open question

Dit was de quiz
Zijn er nog vragen






Controleer "test jezelf" H9 (staat ook online)

Slide 24 - Slide