Twents Carmel College

voeding en vertering

6V biologie
Welkom in 6 VWO

kennismaken
jaarplanning PTA
1 / 56
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 56 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

6V biologie
Welkom in 6 VWO

kennismaken
jaarplanning PTA

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

methode
(digitale) boeken biologie voor jou 

lessonup ( PPT) code: mewfc

teams (extra informatie, nakijkbladen, individuele chats)

som (werkwijzer)

Slide 3 - Slide

 thema 1 vertering

Slide 4 - Slide

voedingsstoffen
Koolhydraten
Vetten
Eiwitten
Water
mineralen (spore-elementen)
vitamines
(voedingsvezels)
BINAS
67 F tm H
82 A (vitaminen met ADH)
en B (additieven)

Slide 5 - Slide

Koolhydraten (sachariden)
  • Mono-, di-, en polysachariden

  • Brandstof (1g koolhydraat = 17kJ)

  • Gebruikt onder andere als bouwstof in DNA, RNA en in celmembranen

Slide 6 - Slide

Hydrolyse Koolhydraten:

Slide 7 - Slide

Mono-, Di- en Poly sachariden                          BINAS 67

Slide 8 - Slide

vetten Binas 67 G1
glycerol en vetzuren (triglyceriden)

Slide 9 - Slide

Eiwitten opgebouwd uit aminozuren BiNaS 67 H
aminogroep
NH2
carboxygroep
COOH
restgroep
o.a. N, S

Slide 10 - Slide

Hydrolyse van eiwit:

Slide 11 - Slide

Spoorelementen
Spoorelementen: mineralen die in zeer kleine hoeveelheden benodigd zijn

Algemene mineralen: Na, K, Ca
Spoorelementen: Cu, F, Zn, I

Slide 12 - Slide

Mineralen
  • Bouwstoffen
  • Calcium - botten
  • Spoorelementen in enzymen en hormonen
  • Fluor - beenderen en gebit
  • IJzer - hemoglobine

Slide 13 - Slide

Vitaminen
  • Co-enzym, heel weinig nodig
  • Gebreksziekten
  • Provitaminen : hier kan je lichaam vitamine uit make: beta-caroteen -> vitamine A (opgeslagen in lever)
  • Vitamine B en C oplosbaar in water, lichaam kan dit niet opslaan
  • Teveel vitaminen kunnen je ziek maken

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Functies per voedingsstof
  • Bouwstoffen: 
eiwitten, water, koolhydraten, vetten, mineralen, vitamines
  • Brandstoffen
koolhydraten, vetten, eiwitten
  • Reservestoffen
vetten, koolhydraten
  • Beschermende stoffen
vitamines, mineralen

Slide 16 - Slide

bst 2 verteringsstelsel
Wat is vertering eigenlijk?

Slide 17 - Slide

Vertering
Vertering gebeurt in maagdarmkanaal.

Verteringsklieren voegen veteringssappen toe met enzymen.

Slide 18 - Slide

Vertering bij dieren

Slide 19 - Slide

Intracellulaire vertering
Extracellulaire vertering

Slide 20 - Slide

Mechanische vertering

Slide 21 - Slide

chemische vertering
binas 82F,G,H
89A

Slide 22 - Slide

Voedingsstoffen in een appel
0,3 gram vet
16,2 gram koolhydraten
14 gram suikers
2,7 gram vezels
0,4 gram eiwit


Slide 23 - Slide

opdracht whiteboard
Geef aan waar de verschillende voedingstoffen uit een appel in het verteringsstelsel worden verteerd en welke enzymen hierbij betrokken zijn en waar deze enzymen worden gemaakt.
0,3 gram vet
16,2 gram koolhydraten
14 gram suikers
2,7 gram vezels
0,4 gram eiwit

Slide 24 - Slide

Vertering van een koolhydraat (sacharide)
Vertering van een eiwit (polypeptide)

Slide 25 - Slide

Chemische vertering

Slide 26 - Slide

  • Voedingsstoffen, voedingsvezel
  • Mechanische en chemische vertering, verteringsorganen
  • Verteringsenzymen, hormonen, vertering van voedingsstoffen 
  • Darmvlokken, resorptie voedingsstoffen
  • Gezonde voeding

Slide 27 - Slide

bst 4 resorptie
de opname van stoffen via de darmwand in het bloed en lymfe

Slide 28 - Slide

Resorptie

Slide 29 - Slide

Resorptie

Slide 30 - Slide

Dunne darm
Resorptie van voedingsstoffen
  • monosachariden (koolhydraten)
  • vetzuren en glycerol
  • aminozuren

Groot oppervlak = meer resorptie
  • Darmplooien
  • Darmvlokken
  • Microvili

Slide 31 - Slide

Resorptie in de darmwand
Passief transport: transport van stoffen van hoge concentratie (in darm) naar lage concentratie (in darmcel)
Kost geen energie!

Actief transport: transport van stoffen tegen de gradiënt in (van lage naar hoge concentratie).
Kost energie in de vorm van ATP!

kan ook indirect via andere co- of symporter

Slide 32 - Slide

Door actief transport wordt de osmotische waarde in de cellen van het darmepitheel hoger dan in de dunne darm

Slide 33 - Slide

Examenvraag (HAVO)
De behandeling van clostridiumziekte met antibiotica duurt lang en vaak komen de klachten weer terug. Daarom werd in het AMC in Amsterdam een onderzoek gedaan naar het toepassen van fecale bacterietherapie, ofwel poeptransplantatie, als alternatief voor de antibioticumbehandeling. Internist Max Nieuwdorp legt uit hoe dit in zijn werk gaat: "Gezonde donoren leveren hun ontlasting in. Na menging met een vloeistof en filteren door een zeefje ontstaat een vloeistof die aan patiënten met een clostridium-infectie kan worden toegediend. Op deze manier wordt de darm voorzien van een gezond bacteriebehang."
De vloeistof wordt toegediend via een slangetje door de neus naar het spijsverteringskanaal. Waar in het spijsverteringskanaal zal zich het uiteinde van het slangetje bevinden wanneer wordt gestart met de toediening??

Slide 34 - Slide

Waar in het spijsverteringskanaal zal zich het uiteinde van het slangetje bevinden wanneer wordt gestart met
de toediening
A
slokdarm
B
twaalfvingerige darm
C
endeldarm
D
blinde darm

Slide 35 - Quiz

Resorptie

Slide 36 - Slide

bst 6 gezonde voeding

Slide 37 - Slide

BS5 gezonde voeding
Leerdoelen:
- je kunt beargumenteren wat gezonde voeding is.
- Je kunt beargumenteren wat de gezondheidsrisico's zijn van ongezonde voeding.

Slide 38 - Slide

In ketchup zit meer suiker dan in cola.
A
waar
B
niet waar

Slide 39 - Quiz

In een avocado zit meer verzadigd dan onverzadigd vet.
A
waar
B
niet waar

Slide 40 - Quiz

In spinazie zit heel veel ijzer.
A
waar
B
niet waar

Slide 41 - Quiz

Cholesterol is slecht voor je.
A
waar
B
niet waar

Slide 42 - Quiz

In de USA hebben zijn veel mensen ondervoed.
A
waar
B
niet waar

Slide 43 - Quiz

Er zijn meer mensen op de wereld te dik dan te dun.
A
waar
B
niet waar

Slide 44 - Quiz

Hard vet is slechter voor je dan olie.
A
waar
B
niet waar

Slide 45 - Quiz

8 glazen water per dag is gezond.
A
waar
B
niet waar

Slide 46 - Quiz

Hoe donkerder het brood hoe gezonder.
A
waar
B
niet waar

Slide 47 - Quiz

Friteuse patat is gezonder dan Airfryer patat.
A
waar
B
niet waar

Slide 48 - Quiz

Vrijwel iedereen krijgt te veel zout binnen elke dag.
A
waar
B
niet waar

Slide 49 - Quiz

Light producten zijn gezonder dan normale producten.
A
waar
B
niet waar

Slide 50 - Quiz

De meeste mensen hebben een vitamine D tekort.
A
waar
B
niet waar

Slide 51 - Quiz

Schijf van 5
- groente en fruit
- smeer en bereidingsmiddelen
- vis, zuivel, peulvruchten
- brood, graanproducten
- dranken

Slide 52 - Slide

Raw foodisten
https://www.2doc.nl/documentaires/series/dokument/2012/rauwer.html

Slide 53 - Slide

VLDL, LDL en HDL cholesterol ratio
VLDL - very low density lipoprotein
LDL - low density lipoprotein
HDL - high density lipoprotein

Slide 54 - Slide

VLDL, LDL en HDL cholesterol ratio

Slide 55 - Slide

VLDL, LDL en HDL cholesterol ratio

Slide 56 - Slide