Twents Carmel College

Thema 1 herhalingsles

Thema 1: Verbranding en ademhaling
Herhalingsles
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Thema 1: Verbranding en ademhaling
Herhalingsles

Slide 1 - Slide

Wat gaan we deze 2 lesuren doen?
- Start met SO basisstof 1 t/m 3
- Nakijken + bespreken SO
- Nakijken basisstof 4 en 5
- Samenvatten basisstof 1 t/m 5
- Voorbereiden toets van volgende week

Slide 2 - Slide

Eerst het SO
Tijd: maximaal 15 minuten
timer
15:00

Slide 3 - Slide

Nakijken SO
- Je krijgt het SO van een klasgenoot
- De docent geeft de goede antwoorden, jij kijkt of het klopt en zet bij elke vraag het aantal behaalde punten (met een andere kleur pen!)
- Tel aan het einde alle behaalde punten op en zet het totaal bovenaan het papier.
- Geef nu het blad terug aan degene van wie het SO is.

Slide 4 - Slide

Cijfer SO
  • Zoek in de tabel 
     hiernaast je cijfer op.
  • Zet dit op je SO-blaadje.
  • Lever deze daarna in bij
     de docent

Slide 5 - Slide

Nakijken basisstof 4 en 5
- Dit doen we klassikaal.

Slide 6 - Slide

Leerdoelen van dit hoofdstuk
  1. Je weet dat voor verbranding zuurstof nodig is en dat koolstofdioxide ontstaat
  2. Je kunt koolstofdioxide aantonen met een indicator
  3. Je kunt het verband benoemen tussen verbranding in je lichaam en lichamelijke inspanning
  4. Je kunt in een afbeelding van het ademhalingsstelsel de delen benoemen
  5. Je kunt de kenmerken en functies van de delen van het ademhalingsstelsel noemen
  6. Je kunt de werking van de longblaasjes beschrijven
  7. Je kent de verschillen tussen ingeademde lucht en uitgeademde lucht
  8. Je kunt uitleggen wat je zelf kunt doen om je luchtwegen gezond te houden

Slide 7 - Slide

Wat is belangrijk van basisstof 1 en 2?
  • Brandstof bij een kaars = kaarsvet
  • Brandstof in het lichaam = glucose
  • Koolstofdioxide  kun je aantonen met de indicator helder
     kalkwater (dit wordt wit en troebel als er koolstofdioxide bij
     komt)
  • Energie bij een kaars: licht en warmte
  • Energie bij een mens: warmte en beweging

Slide 8 - Slide

Wat gebeurt er met de verbranding in je lichaam als je gaat sporten
A
Niets, je verbrand nog even veel
B
De verbranding gaat langzamer
C
De verbranding gaat sneller

Slide 9 - Quiz

Waarom ga je sneller ademhalen als je sport?
A
Je hebt meer zuurstof nodig voor de verbranding
B
Je hebt meer energie nodig voor de verbranding
C
Je moet meer zuurstof uitademen
D
Je moet meer energie uitademen

Slide 10 - Quiz

Hoe komt het dat je gaat zweten tijdens het sporten?
A
Je drinkt meer omdat je dorst hebt en dat vocht moet er ook weer uit
B
Er ontstaat meer water in je lichaam als er meer verbranding is

Slide 11 - Quiz

Kalkwater wordt wel troebel
Kalkwater wordt niet troebel
Sleep de afbeeldingen naar de juiste plek

Slide 12 - Drag question

Zet de woorden op de juiste plek
+
+
+
Zuurstof
Energie
Brand-stof
Koolstof-dioxide
Water

Slide 13 - Drag question

Wat is belangrijk van basisstof 3 en 4?
Neusholte
  • neusharen houden grote stofdeeltjes tegen
  • neusslijmvlies:
    - hieraan plakken ziekteverwekkers
       en stofdeeltjes ast
    - verwarmt de lucht
    - maakt de lucht vochtig
  • trilharen: verplaatsen slijm naar
     keelholte
  • reukzintuig waarschuwt voor vieze
     geuren en gevaarlijke stoffen

Slide 14 - Slide

Wat is belangrijk van basisstof 3 en 4?
Keelholte
  • huig sluit neusholte af tijdens slikken
  • strotklepje sluit luchtpijp af tijdens slikken

Slide 15 - Slide

Wat is belangrijk van basisstof 3 en 4?
Luchtpijp
  • kraakbeenringen
     houden de luchtpijp open
Bronchiën
  • Vertakking van de luchtpijp
  • Kraakbeenringen houden de
     bronchiën open
Buisjes
  • Vertakkingen van de bronchiën
Longblaasjes
  • Zitten aan het einde van de buisjes
Ook in de luchtpijp, bronchiën en de longen zit slijmvlies met trilharen

Slide 16 - Slide

Wat is belangrijk van basisstof 3 en 4?
Werking longblaasjes
  • om de longblaasjes zitten veel kleine bloedvaten (longhaarvaten)
  • Ingeademde zuurstof (O2) gaat vanuit longblaasje naar het bloed en vanuit daar naar de cellen
  • Koolstofdioxide (CO2) gaat vanuit bloed naar een longblaasje en wordt vervolgens uitgeademd

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Wat doen de cellen in je lichaam met de zuurstof die ze krijgen?
A
De cellen gebruiken dit voor de verbranding van kaarsvet
B
De cellen gebruiken dit voor de verbranding van glucose
C
De cellen maken hier energie van
D
De cellen doen niets met deze zuurstof

Slide 19 - Quiz

Waar komt de meeste koolstofdioxide vandaan die je uitademt?
A
Dit is ontstaan bij de verbranding van water
B
Dit heb je eerder al ingeademd
C
Dit is ontstaan bij de verbranding van glucose
D
Dit is ontstaan bij de verbranding van kaarsvet

Slide 20 - Quiz

Waar zitten de neusharen?
A
Alleen vooraan in je neus
B
Alleen in het neusslijmvlies
C
Vooraan in je neus en in het neusslijmvlies
D
In de neus, luchtpijp, bronchiën en longen

Slide 21 - Quiz

Wat is belangrijk van basisstof 5?
Roken is slecht voor je
* teer (zwarte, vettige stof) zorgt ervoor dat de trilharen niet goed meer werken.
* je kunt hart- en vaatziekten krijgen
* je kunt longziekten krijgen
Smog is slecht voor je
* je krijgt veel fijnstof in je longen

Slide 22 - Slide

Wat is belangrijk van basisstof 5?
Bewegen is goed voor je
* je conditie verbetert
* je longen en ademhalingsspieren worden sterker
* je longinhoud verbetert
Frisse lucht is goed voor je
* Hierin zit veel zuurstof, weinig koolstofdioxide
* Door ventilatie krijg je voldoende frisse lucht in een ruimte

Slide 23 - Slide

Opdracht
Maak de test - jezelfs van basisstof 1 t/m 5 (online)
Maak daarna de oefentoets (minimaal 80% moet goed zijn)

Klaar?
maak een Mindmap, een samenvatting, flitskaarten of een begrippenlijst van dit hoofdstuk.
Deze kun je gebruiken om het hoofdstuk te leren.

Slide 24 - Slide

Ben je nu goed voorbereid op de toets van volgende week?
A
B
C
D

Slide 25 - Quiz

Leg je antwoord op de vorige vraag uit.

Slide 26 - Open question

Heb je nog tips voor mij?

Slide 27 - Open question