Twents Carmel College

Opgave 2.13 en 2.14

Opgave 2.13 en 2.14
Schrift mag je dicht laten!
We gaan ze eerst bespreken, na het bespreken komen de antwoorden hier nog voorbij.
Dan kun je in alle rust de antwoorden goed overnemen.

Voor nu dus: goed meedoen!
1 / 7
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 7 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Opgave 2.13 en 2.14
Schrift mag je dicht laten!
We gaan ze eerst bespreken, na het bespreken komen de antwoorden hier nog voorbij.
Dan kun je in alle rust de antwoorden goed overnemen.

Voor nu dus: goed meedoen!

Slide 1 - Slide

Opgave 2.13
A. vakbonden en werkgevers(organisaties)

B. 4

C. De reiskostenvergoeding van €0,19

Slide 2 - Slide

Opgave 2.13
D. (nieuw-oud) / oud ---> x100
(40-38=2)--> 2 / 38 = 0,052631578
0,052631578 x 100 = 5,26 = 5,3%

E. per uur daalt het. Want ze moeten 5,3% meer werken en krijgen maar 2,5% meer betaald.

Slide 3 - Slide

Opgave 2.14
A. €385,05 / €8,96 = 40 uur

B. Vakantietoeslag is minimaal 8%. Dus 0,08 x €1.551,60 x 12 = €1.489,50 op jaarbasis

C.  (€1.551,60 - €535,60) / €535,60 --> x 100 = 189,9%

Slide 4 - Slide

Opgave 2.14
Berekening bestaat uit 2 delen:
Fulltimer = €1.551,60 x 3 maanden = €4.654,80
Parttimer = 2 x 0,75 fte = 1,5 fte
1,5 x €814,60 = €1.221,90 --> x 3 maanden = €3.665,70
€4.654,80 + €3.665,70 =

€8.320,50

Slide 5 - Slide

Opgave 2.14
5 dagen = 1,0 fte
5 dagen x 0,75 fte = 3,75 dagen

"Het wettelijk aantal vakantiedagen per jaar is minimaal 4 keer het aantal werkdagen per week"

4 x 3,75 dagen = 15 dagen

Slide 6 - Slide

Klaar?
Klaar! Ga nu verder met 
opgave 2.15
bladzijde 74

Tip: alle benodigde informatie staat gewoon in de (blauw gekleurde) bron bovenaan de bladzijde.

Slide 7 - Slide