Twents Carmel College

Herhaling Voeding en vertering

Herhaling thema 2 Voeding en vertering

Er zijn 13 ja/nee vragen,
8 meerkeuzevragen en
5 open vragen

1 / 32
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Herhaling thema 2 Voeding en vertering

Er zijn 13 ja/nee vragen,
8 meerkeuzevragen en
5 open vragen

Slide 1 - Slide

Ja/Nee vragen
Geef aan of de zin klopt of niet.
Geef antwoord door op ‘ja’ of ‘nee’ te klikken.

Er zijn 13 ja/nee vragen.

Slide 2 - Slide

1. Is een ei een dierlijk voedingsmiddel?
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quiz

2. Noem je dingen die je eet en drinkt voedingsmiddelen?
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quiz

3. Is brood een dierlijk voedingsmiddel?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quiz


In afbeelding 1 zie je de verpakking van roerbakblokjes, een vleesvervanger. Deze afbeelding hoort bij vraag 5. 



  
Afb. 1 Roerbakblokjes. 

Slide 6 - Slide

5. Zijn deze roerbak-
blokjes een dierlijk
voedingsmiddel?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quiz

6. Is een indicator een stof waarmee je een andere stof aantoont?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quiz

7. Is voedingsvezel een voedingsstof?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quiz

8. Is joodoplossing lichtbruin van kleur?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quiz

9. Gebruik je je hoektanden om voedsel fijn te malen?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quiz

10. Gebruik je snijtanden om stukken van je voedsel af te bijten?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quiz

11. Is de galblaas een verteringsklier?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quiz

12. Is voedsel kneden een functie van darmperistaltiek?
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quiz

13. Is keukenzout een voorbeeld van een mineraal?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quiz

Meerkeuzevragen
Beantwoord de volgende meerkeuzevragen.
Geef antwoord door op het juiste antwoord te klikken.

Er zijn 8 meerkeuzevragen.

Slide 16 - Slide

14. Welke stoffen zorgen ervoor dat vertering sneller gaat?
A
Brandstoffen
B
Enzymen
C
Verteringssappen

Slide 17 - Quiz

15. Voor welke producten geldt het advies dat je er niet te veel van moet eten of drinken?
A
Dranken zonder suiker
B
Producten met veel zout
C
Volkoren producten

Slide 18 - Quiz

16. Hoe kun je een voedselvergiftiging krijgen?
A
Door bedorven voedsel te eten
B
Door niet gevarieerd genoeg te eten
C
Door te weinig vitaminen te eten

Slide 19 - Quiz

17. Welke van de volgende klieren is geen verteringsklier?
A
Alvleesklier
B
Speekselklier
C
Zweetklier

Slide 20 - Quiz

18. In je voeding zit voedingsvezel.
In welke voedingsmiddelen zit voedingsvezel?
A
In dierlijk voedsel
B
In plantaardig voedsel
C
In beide

Slide 21 - Quiz

19. Wat is een voorbeeld van een koolhydraat?
A
Kalk
B
Suiker
C
Water

Slide 22 - Quiz

20. Wat is een voorbeeld van een koolhydraat?
A
Kalk
B
Suiker
C
Water

Slide 23 - Quiz

In afbeelding 2 is de Schijf van Vijf 
met enkele voedingsmiddelen 
schematisch getekend. Over deze 
afbeelding gaan de vragen 20 en 21. 
  

                                                                                        Afb. 2 Schijf van Vijf. 


Slide 24 - Slide

22. Tot welk vak behoort
macaroni?
A
Groen
B
Roze
C
Oranje

Slide 25 - Quiz

21. Tot welk vak
behoren tomaten?
A
Groen
B
Roze
C
Oranje

Slide 26 - Quiz

Open vragen
Beantwoord de volgende open vragen.
Geef antwoord door het juiste antwoord in te typen.

Er zijn 5 open vragen.

Slide 27 - Slide

22. Welke zes groepen voedingsstoffen kennen we?

Slide 28 - Open question

23. Welke stof kun je aantonen met joodoplossing?

Slide 29 - Open question

24.Op je papier staat een tabel met daarin verschillende soorten stoffen. Links staan functies, rechts staan stoffen. Noteer zo 1-a, 2-b etc.

Slide 30 - Open question

25. Bij de Schijf van Vijf horen vijf adviezen voor gezond eten.
Noteer drie van die adviezen op het antwoordblad.

Slide 31 - Open question

26. Wat is de functie van het gebit?

Slide 32 - Open question