Twents Carmel College

Eencellige organismen

Eencellige Organismen
We hebben het over verschillende onderdelen van een organisme gehad.
Doel: 
  • na deze les weten we dat er ook organismen zijn die uit maar 1 cel bestaan.
  • weten we hoe de eencelligen zich voortbewegen en voeden.
1 / 17
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Eencellige Organismen
We hebben het over verschillende onderdelen van een organisme gehad.
Doel: 
  • na deze les weten we dat er ook organismen zijn die uit maar 1 cel bestaan.
  • weten we hoe de eencelligen zich voortbewegen en voeden.

Slide 1 - Slide

Welke onderdelen kennen
we nog van een
organisme?

Slide 2 - Mind map

Kijk nog even naar afbeelding 2 op bladzijde 122. Beschrijf wat je ziet op het plaatje?

Slide 3 - Open question

Eencellige Organismen
We noemen ze organismen omdat ze alle levensverschijnselen vertonen.
2 mooie voorbeelden zijn de 
Amoebe en het pantoffeldiertje

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Het pantoffeldiertje
Met behulp van trilhaartje aan de buitenkant kan het pantoffeldiertje zich voortbewegen, maar ook voedsel naar zijn celmond duwen. Dit gaat dan naar de voedingsvacuole. Daar wordt het voedsel opgelost en wat niet gebruikt wordt gaat bij de celanus naar buiten.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Amoebe
Een Amoebe beweegt zich voort door het cytoplasma naar 1 richting te laten stromen. Er vormen zich dan uitsteeksels die op voetjes lijken. Hiermee kan hij ook voedsel insluiten en verteren in zijn voedingsvacuole..

Slide 9 - Slide

Zowel de Amoebe als het Pantoffeldiertje heeft een voedingsvacuole.
A
juist
B
onjuis

Slide 10 - Quiz

De Amoebe verwijdert de onverteerde resten via?
A
Het schijnvoetje
B
De celmembraan
C
De celanus
D
De trilharen

Slide 11 - Quiz

Het pantoffeldiertje verwijdert de onverteerde resten via?
A
Het schijnvoetje
B
De celmembraan
C
De celanus
D
De trilharen

Slide 12 - Quiz

De Amoebe beweegt zich voort met behulp van?
A
Het schijnvoetje
B
De celmembraan
C
De celanus
D
De trilharen

Slide 13 - Quiz

Het pantoffeldiertje beweegt zich voort met behulp van?
A
Het schijnvoetje
B
De celmembraan
C
De celanus
D
De trilharen

Slide 14 - Quiz

Het pantoffeldiertje voedt zich met behulp van?
A
Het schijnvoetje
B
De celmembraan
C
De celanus
D
De trilharen

Slide 15 - Quiz

De Amoebe voedt zich met behulp van?
A
Het schijnvoetje
B
De celmembraan
C
De celanus
D
De trilharen

Slide 16 - Quiz

Huiswerk
  • Lezen paragraaf 7 uit je lesboek.
  • maken en nakijken  2.7 online

Slide 17 - Slide