NGSL 250-500 MC

• Engels
• Middelbare school
• Praktijkonderwijs
• vmbo g, t
• Leerjaar 3

NGSL 250-500

uitgeven (geld)/doorbrengen (tijd)

1. to spend
2. to buy
3. to support
4. to consider

level

1. lid
2. minste
3. regel
4. niveau

ervaring

1. experience
2. error
3. member
4. present

to share

1. slapen
2. zeker weten
3. delen
4. zorgen voor

eenmaal/eens

1. able
2. timing
3. quite
4. once

although

1. alternatieveling
2. hoewel
3. of
4. behoorlijk/tamelijk

behoorlijk/tamelijk

1. quit
2. quiet
3. quite
4. quick

development

1. enveloppe
2. omringing
3. ontwikkeling
4. capaciteit

blijven/verblijven

1. to keep
2. to share
3. to remember
4. to stay

to consider

1. veilig voelen
2. forceren
3. overwegen
4. ontwikkelen

eigenlijk

1. actually
2. especially
3. finally
4. possibly

almost

1. aalmoes
2. bijna
3. hoewel
4. of

oorzaak

1. effect
2. product
3. cause
4. probably

ever

1. nooit
2. vaak
3. soms
4. ooit

zaken doen/handelen

1. to deal
2. to forsake
3. to handle
4. to treat

to expect

1. respecteren
2. in het buitenland wonen
3. zakken
4. verwachten

blijven/overblijven

1. to remain
2. to stay
3. to break
4. to create

probably

1. onwaarschijnlijk
2. waarschijnlijk
3. ongelooflijk
4. geloofwaardig

aangelegenheid/zaak

1. history
2. note
3. matter
4. sense

research

1. doorzoeken
2. onderzoek
3. ontbijtkoek
4. bezoek

menselijk

1. mainly
2. human
3. menace
4. people

account

1. verslag
2. besluit
3. beschikbaar
4. toestand

beschikbaar

1. condition
2. available
3. decision
4. especially

to bear

1. doodgaan
2. kiezen
3. (ver)dragen
4. stijgen/opkomen

gemeenschap

1. community
2. mainly
3. health
4. maybe

to draw

1. uitleggen
2. beschrijven
3. trekken
4. tekenen

misschien

1. maybe
2. else
3. mischief
4. please

themselves

1. klant
2. mijzelf
3. henzelf
4. (uit)eindelijk

finally

1. (uit)eindelijk
2. finale
3. vooral
4. misschien