Twents Carmel College

Burgerschap Kies 1 Thema 6: Geld les 1: omgaan met geld

Burgerschap Kies 1 Thema 6: Geld les 1: omgaan met geld
Burgerschap Kies 1
Thema 6 : Geld
Les 1: omgaan met geld
1 / 13
next
Slide 1: Slide
BurgerschapVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Burgerschap Kies 1 Thema 6: Geld les 1: omgaan met geld
Burgerschap Kies 1
Thema 6 : Geld
Les 1: omgaan met geld

Slide 1 - Slide

Lesdoel
In deze les leer je:

- Dat je moet kiezen waaraan je je geld uitgeeft.
- Wat een budgetplan is.
- Dat je kunt sparen voor bepaalde uitgaven.

Slide 2 - Slide

Wat zie je wat met geld te maken heeft?

Slide 3 - Slide

Geld
Veel dingen die je wilt doen of wilt hebben, kosten geld. Je moet kiezen waaraan je je geld uitgeeft. Je kunt je geld bijvoorbeeld uitgeven aan kleding of tijdens het uitgaan. 

Sommige mensen vinden het belangrijk om veel geld te hebben. Ze willen bijvoorbeeld graag dure spullen kunnen kopen. Andere mensen vinden dure spullen niet zo belangrijk. Zij hebben minder geld nodig. 

Slide 4 - Slide

stelling: 
Als ik geld nodig heb, ga ik meer werken. 

Slide 5 - Slide

stelling: 
Ik weet niet goed waaraan ik mijn geld uitgeef.

Slide 6 - Slide

stelling: 
Geld maakt gelukkig

Slide 7 - Slide

stelling: 
Mensen die arm zijn, kunnen daar niets aan doen.

Slide 8 - Slide

budgetplan
Je hebt verschillende inkomsten, zoals je loon of je zakgeld. Je hebt ook uitgaven, zoals je telefoonrekening en je sportabonnement. Je kunt een overzicht maken van je inkomsten en uitgaven. Zo'n overzicht noem je een budgetplan. 
Als je een budgetplan maakt, kun je zien of je geld overhoudt of geld tekortkomt.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

sparen
Je kunt geld sparen. Geld sparen betekent dat je geld apart zet voor later. Veel mensen zetten hun spaargeld op een spaarrekening bij een bank. 

Je kunt geld sparen om een onverwachte uitgave te kunnen betalen. Bijvoorbeeld als je laptop kapot gaat en je een nieuwe moet kopen. Je kunt ook geld sparen als je iets wilt doen of kopen, maar er nog niet genoeg geld voor hebt. Je kunt bijvoorbeeld sparen voor een vakantie. 

Slide 11 - Slide

lesdoel bereikt?
je weet nu:

- dat je moet kiezen waaraan je je geld uitgeeft.
- wat een budgetplan is.
- dat je kunt sparen voor bepaalde uitgaven.  

Slide 12 - Slide

Opdracht
opdracht 3 op blz 170 en 171 in je boek. 

Slide 13 - Slide