Twents Carmel College

4.6 Examen doen (Energie) + leerdoelen H4

Planning
H4.6 Examen doen => quiz

Leerdoelen H4 Energie

Vrijdag Extra les voor vragen en extra begeleiding
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Planning
H4.6 Examen doen => quiz

Leerdoelen H4 Energie

Vrijdag Extra les voor vragen en extra begeleiding

Slide 1 - Slide

4.6 Examen doen (Energie)
Quiz vragen H4.6

Slide 2 - Slide

115: In de winter worden de terrassen van veel cafés verwarmd. Voor het verwarmen worden vaak lampen gebruikt. De lampen geven een rood-oranje gloed. Deze lampen zenden licht uit.
Welk soort licht zenden de lampen vooral uit?
A
Infrarood licht
B
Ultraviolet licht
C
Violet licht

Slide 3 - Quiz

116: Henk en Anne zitten in de winter dicht bij de kachel. In de kachel wordt hout verbrand.
De kachel is helemaal dicht. Toch kunnen Henk en Anne de warmte van het vuur voelen.
Op welke manier komt de meeste warmte van de kachel vrij?
A
Door geleiding
B
Door straling
C
Door stroming

Slide 4 - Quiz

117: De kachel van Henk en Anne heeft een buitenkant van staal.
Leg uit waarom de buitenkant van de kachel van metaal gemaakt is?

Slide 5 - Open question

118: Bij het verbranden van hout in de kachel komen gassen vrij. De vlammen in de kachel zijn oranje van kleur.
Welk gas komt niet vrij bij verbranding?
A
Koolstofdioxide
B
Koolstofmonoxide
C
Zwaveldioxide
D
Waterdamp

Slide 6 - Quiz

119: Jamal doet op school een proef over warmtegeleiding.
Welke stoffen geleiden goed?
A
Aluminium, plexiglas, Staal
B
Staal, Hout, Messing
C
Staal, Keramiek, Piepschuim
D
Aluminium, Messing, Staal

Slide 7 - Quiz

120: De solar Impulse is een vliegtuig op zonne-energie. De bovenzijde van de vleugels is bedekt met zonnecellen. In een zonnecel is sprake van een energie-omzetting.
Welke energie-omzetting is juist?
A
B
Licht (zonne-energie) -> Elektrische energie + warmte

Slide 8 - Quiz

120: De solar Impulse is een vliegtuig op zonne-energie. De bovenzijde van de vleugels is bedekt met zonnecellen. In een zonnecel is sprake van een energie-omzetting.
Noteer de energie-omzetting:
......................... --> ........................... + warmte

Slide 9 - Open question

Leerdoelen H4 Energie

Slide 10 - Slide

4.1 Elektrische energie

  • Je kunt elektrische warmtebronnen herkennen.
  • Je kunt energie-omzettingen beschrijven.
  • Je kunt beschrijven hoe een elektriciteitscentrale werkt.
  • Je kunt benoemen welke schadelijke gassen ontstaan bij verbranding van fossiele brandstoffen.
  • Je kunt uitleggen wat de gevolgen zijn voor het milieu als fossiele brandstoffen worden verbrand.
  • Je kunt drie vormen van opwekken van duurzame energie benoemen.

Slide 11 - Slide

Waardoor wordt de generator in een elektriciteitscentrale aan het draaien gebracht?
A
Door de condensor
B
Door de ketel
C
Door de transformator
D
Door de turbine

Slide 12 - Quiz

H4.2 Brandstoffen
  • Je kunt warmtebronnen herkennen die op een brandstof werken.
  • Je kunt energie-omzettingen beschrijven.
  • Je kunt de verbrandingswarmte berekenen die vrijkomt bij het verbranden van een hoeveelheid brandstof.

Slide 13 - Slide

Als je hout verbrandt wordt?
A
Warmte omgezet in chemische energie
B
Chemische energie omgezet in licht
C
Warmte omgezet in licht
D
Chemische energie omgezet in warmte

Slide 14 - Quiz

4.3 Centrale verwarming

  • Je kunt de werking van een cv-installatie uitleggen.
  • Je kunt een reactieschema opstellen voor de volledige verbranding van een brandstof.
  • Je kunt een reactieschema opstellen voor de onvolledige verbranding van een brandstof.
  • Je kunt beschrijven wat de gevaren zijn van koolstofmonoxide.

Slide 15 - Slide

Hoeveel energie komt er vrij als je 2 kg hout verbrandt?
De verwarmingswarmte van hout is 16 000 J/g
A
2 x 16 000 = 32 000 J = 32 kJ
B
16 000 : 2 = 8000 J = 8 kJ
C
2000 x 16 000 = 32 000 000 J = 32 MJ
D
16 000 : 2000 = 8 J

Slide 16 - Quiz

H4.4 Warmtetransport
  • Je kunt beschrijven hoe warmtetransport door geleiding plaatsvindt. 
  • Je kunt beschrijven hoe warmtetransport door stroming plaatsvindt.
  • Je kunt beschrijven hoe warmtetransport door straling plaatsvindt.

Slide 17 - Slide

Welke stof wordt aangetoond wanneer helder kalkwater troebel wordt?
A
Kalk
B
Koolstofdioxide
C
Waterdamp
D
Zetmeel

Slide 18 - Quiz

H4.5 Zuinig zijn met energie
  • Je kunt berekenen hoeveel het gebruik van aardgas voor een huis kost.
  • Je kunt beschrijven op welke drie manieren warmteverlies bij een huis ontstaat.
  • Je kunt de werking van warmte-isolerende maatregelen uitleggen.

Slide 19 - Slide

Als het buiten koud is en binnen warm, gaat de warmte het huis uit.
Welke bewering is juist?
A
Het warmteverlies wordt groter als je een huis isoleert.
B
Het warmteverlies door een raam met dubbelglas is groter dan met enkel glas.
C
Het warmteverlies wordt groter als je verwarming lager zet.
D
Het warmteverlies wordt groter als je meer ventileert.

Slide 20 - Quiz

Volgende les
Vrijdag 5 nov: Extra les voor vragen en doornemen samenvatting

Maandag 8 nov: "Test jezelf" deze maak je thuis en behandelen we in de les.

Slide 21 - Slide