What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Twents Carmel College
Visit the website
‹
Return to search
het werkwoord 'werden' in de t.t. & v.t.
Grammatik: haben & sein & werden
Deutsch
werkwoord:
werden
in de tegenwoordige tijd en
verleden tijd
!
1 / 17
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo
Leerjaar 2,3
This lesson contains
17 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
2 videos
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Grammatik: haben & sein & werden
Deutsch
werkwoord:
werden
in de tegenwoordige tijd en
verleden tijd
!
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
het werkwoord 'werden' in de t.t.
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
werde
wirst
wird
werden
werdet
werden
Slide 4 - Drag question
welke 2 betekenissen heeft het Duitse werkwoord 'werden' in de t.t.?
Slide 5 - Open question
zullen (t.t.)
Ihr ....... das jetzt sagen!
A
wird
B
werdet
C
werden
D
werde
Slide 6 - Quiz
worden (t.t.)
Du ........... morgen 10 oder?
A
werde
B
wirst
C
werdest
D
wird
Slide 7 - Quiz
Wat betekent werden in deze zin?
Du wirst morgen 10 oder?
A
wordt
B
zult
Slide 8 - Quiz
Vul de goede vorm in van 'werden':
Paul ........... heute kochen.
Slide 9 - Open question
Slide 10 - Video
Vul de goede vorm in van 'werden'in de v.t.:
Meine Freunde ....... nach Spanien fahren in Urlaub.
Slide 11 - Open question
Vul de goede vorm in van 'werden'in de v.t.:
Ihr ..... doch nicht böse, als das Kind weinte.
Slide 12 - Open question
Vul de goede vorm in van 'werden'in de v.t.:
....... du viel gewählt bei Sport früher?
Slide 13 - Open question
Vul de goede vorm in van 'werden'in de v.t.:
Ob ich als Kind schnell böse .....? Frag meine Eltern
Slide 14 - Open question
Vul de goede vorm in van 'werden'in de v.t.:
Wir ..... damals gut begleitet in der Sportschule.
Slide 15 - Open question
Evaluatie
Wat ging deze les ( minder) goed?
Slide 16 - Open question
Ende
Slide 17 - Slide