What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Twents Carmel College
Visit the website
‹
Return to search
Grammatica zinsdelen H.3 : werkwoordelijk gezegde
Nederlands
Thema 3 - Grammatica
1 / 42
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
42 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
3 videos
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Nederlands
Thema 3 - Grammatica
Slide 1 - Slide
H.3 Grammatica zinsdelen
Slide 2 - Slide
Lesdoel
Na deze les weten jullie wat het werkwoordelijk gezegde (WG) is en hoe je het kunt vinden.
VWO-leerlingen weten ook wat het naamwoordelijk gezegde (NG) is.
Grammatica - zinsdelen
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Deze les
Grammatica - zinsontleden
Werkwoordelijk gezegde (wg)
Naamwoordelijk gezegde (ng)
->
VWO
Afsluitende quiz
Grammatica - zinsdelen
Slide 5 - Slide
Zinsontleden stap voor stap
persoonsvorm
streepjes tussen de zinsdelen
onderwerp
gezegde
Grammatica - zinsdelen
Slide 6 - Slide
Hoe vind je de
persoonsvorm?
Slide 7 - Mind map
Zin vragend maken, zin in een andere tijd zetten, de aantallen veranderen/enkelvoud/meervoud.
Slide 8 - Slide
Zinsontleden stap voor stap
Grammatica - zinsdelen
Joey en Emre klagen al weken over de lockdown.
1. PV =
2. Strepen zetten
3. OW =
Slide 9 - Slide
Zinsontleden stap voor stap
Grammatica - zinsdelen
Joey en Emre
|
klagen
|
al weken
|
over de lockdown.
1. PV =
klagen
2. Strepen zetten
3. OW =
Joey en Emre
4. WG = ??
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
Werkwoordelijk gezegde
zegt wat het onderwerp
doet
bestaat uit
alle werkwoorden
in de zin
bevat alle onderdelen van een
scheidbaar werkwoord
aan het
&
te
horen ook bij het WG (als ze voor het werkwoord staan)
Grammatica - zindelen
Slide 12 - Slide
Werkwoordelijk gezegde
Grammatica - zinsdelen
Joey en Emre
|
klagen
|
al weken
|
over de lockdown.
1. PV =
klagen
2. Strepen zetten
3. OW =
Joey en Emre
4. WG =
klagen
Slide 13 - Slide
Werkwoordelijk gezegde
Grammatica - zinsdelen
Mijn vader en moeder willen nog deze zomer verhuizen.
1. PV =
2. Strepen zetten
3. OW =
4. WG =
Slide 14 - Slide
Werkwoordelijk gezegde
Grammatica - zinsdelen
Mijn vader en moeder
|
willen
|
nog deze zomer
|
verhuizen.
1. PV =
willen
2. Strepen zetten
3. OW =
Mijn vader en moeder
4. WG =
willen verhuizen
Slide 15 - Slide
Werkwoordelijk gezegde
Grammatica - zinsdelen
Terrence was de hele zomer aan het voetballen.
1. PV =
2. Strepen zetten
3. OW =
4. WG =
Slide 16 - Slide
Werkwoordelijk gezegde
Grammatica - zinsdelen
Terrence
|
was
|
de hele zomer
|
aan het voetballen.
1. PV =
was
2. Strepen zetten
3. OW =
Terrence
4. WG =
was
aan het
voetballen
Slide 17 - Slide
Opdracht
Grammatica - zinsdelen
- Wat is het werkwoordelijk gezegde in deze zinnen?
- Schrijf het op papier
1. Sal maakte een salto op de bank.
2. Nisrine en Emma waren ondanks de avondklok uitgegaan.
3. Denise verveelde zich de hele vakantie.
4. Waar voetbalde Sonny afgelopen seizoen?
5. Feline heeft een schitterende presentatie gegeven.
6. Ieder weekend zijn Bengt en Abby aan het volleyballen.
timer
3:00
Slide 18 - Slide
Opdracht
Grammatica - zinsdelen
- Wat is het werkwoordelijk gezegde in deze zinnen?
1. Sal
maakte
een salto op de bank.
2. Nisrine en Emma
waren
ondanks de avondklok
uitgegaan
.
3. Denise
verveelde zich
de hele vakantie.
4. Waar
voetbalde
Sonny afgelopen seizoen?
5. Feline
heeft
een schitterende presentatie
gegeven
.
6. Ieder weekend
zijn
Bengt en Abby
aan het volleyballen
.
Slide 19 - Slide
Opdracht
Maken
online
de opdrachten van het werkwoordelijk gezegde.
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Video
M/H gaat aan de slag!
Grammatica - zinsdelen
MAVO -> H3
HAVO -> H3
VWO -> Instructie naamwoordelijk gezegde
Vragen? Zet ze in de chat! Om 11:45 uur afsluitende quiz!
Slide 22 - Slide
Naamwoordelijk gezegde
zegt wat het onderwerp
is
bestaat uit een
naamwoordelijk
en een
werkwoordelijk
deel
bevat altijd een koppelwerkwoord
Grammatica - zinsdelen
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Video
Naamwoordelijk gezegde
Grammatica - zinsdelen
Zit er een koppelwerkwoord in de zin?
Koppelwerkwoorden:
zijn, worden, blijken, blijven, lijken, schijnen (heten, dunken, voorkomen)
Ga na of het onderwerp iets is (ng) of iets doet (wg)
Wat + pv + ow + overige werkwoorden? = nw deel
NG = pv + [nw deel] + overige werkwoorden
Slide 25 - Slide
Naamwoordelijk gezegde
Grammatica - zinsdelen
Voor haar leeftijd blijft Demy vrij klein.
Koppelwerkwoord? -> Ja
Is of doet het onderwerp iets? -> is iets
Dus? -> NG
PV = blijft
OW = Demy
Wat + pv + ow + overige ww -> Wat blijft Demy? -> [vrij klein]
NG = blijft [vrij klein]
Slide 26 - Slide
Naamwoordelijk gezegde
Grammatica - zinsdelen
Aan het eind van groep 8 bleek de Cito-toets behoorlijk pittig voor Tommy.
1. PV =
2. Strepen zetten
3. OW =
4. WG/NG =
Slide 27 - Slide
Naamwoordelijk gezegde
Grammatica - zinsdelen
Aan het eind van groep 8
|
bleek
|
de Cito-toets
|
behoorlijk pittig
|
voor Tommy.
1. PV =
bleek
2. Strepen zetten
3. OW =
de Cito-toets
4. WG/NG? NG =
bleek [behoorlijk pittig]
Slide 28 - Slide
Naamwoordelijk gezegde
Grammatica - zinsdelen
De voetbalplaatjes van Albert Heijn zijn bij kinderen een groot succes.
1. PV =
2. Strepen zetten
3. OW =
4. WG/NG?
Slide 29 - Slide
Naamwoordelijk gezegde
Grammatica - zinsdelen
De voetbalplaatjes van Albert Heijn
|
zijn
|
bij kinderen
|
een groot succes.
1. PV =
zijn
2. Strepen zetten
3. OW =
De voetbalplaatjes van Albert Heijn
4. WG/NG? NG =
zijn [een groot succes]
Slide 30 - Slide
Naamwoordelijk gezegde
Grammatica - zinsdelen
Maaike en Terrence zijn al drie jaar enorm verliefd.
1. PV =
2. Strepen zetten
3. OW =
4. WG/NG?
Slide 31 - Slide
Naamwoordelijk gezegde
Grammatica - zinsdelen
Maaike en Terrence
|
zijn
|
al drie jaar
|
enorm verliefd.
1. PV =
zijn
2. Strepen zetten
3. OW =
Maaike en Terrence
4. WG/NG? NG =
zijn [enorm verliefd]
Slide 32 - Slide
Opdracht
Grammatica - zinsdelen
- Noteer van iedere zin het gezegde
- Geef ook aan of het NG of WG is.
1. Marc dacht na over zijn toekomst.
2. Overmorgen zijn John en Mike te gast bij Koffietijd.
3. Olivia was haar huiswerk vergeten.
4. Na de examenuitslag was Ryan enorm teleurgesteld.
5. Wie is de beste voetballer ter wereld?
6. Wij gaan dit weekend met de hele klas kamperen.
timer
3:00
Slide 33 - Slide
Grammatica - zinsdelen
1. Marc dacht na over zijn toekomst.
WG -> Dacht na
2. Overmorgen zijn John en Mike te gast bij Koffietijd.
NG -> zijn [te gast]
3. Olivia was haar huiswerk vergeten.
WG ->
was vergeten
4. Na de examenuitslag was Ryan enorm teleurgesteld.
NG -> was [enorm teleurgesteld]
5. Wie is de beste voetballer ter wereld?
NG -> is [de beste voetballer ter wereld]
6. Wij gaan dit weekend met de hele klas kamperen.
WG -> gaan kamperen
Slide 34 - Slide
Grammatica - zinsdelen
QUIZ
Slide 35 - Slide
Zoek het werkwoordelijk gezegde
Hans en Marije gaan voor de tweede keer dit jaar op vakantie.
A
gaan
B
gaan op vakantie
C
op vakantie
Slide 36 - Quiz
Zoek het werkwoordelijk gezegde
Hebben de varkens alles opgegeten?
A
hebben
B
hebben opgegeten
C
de varkens
Slide 37 - Quiz
Zoek het werkwoordelijk gezegde
Mira en Sil zijn een muurtje aan het metselen.
A
zijn
B
zijn metselen
C
zijn aan het metselen
Slide 38 - Quiz
Zoek het werkwoordelijk gezegde
Morgen ga ik echt mijn huiswerk maken.
A
ga
B
ga maken
C
ga huiswerk maken
Slide 39 - Quiz
Zoek het werkwoordelijk gezegde
Morgen bel ik mijn moeder op.
A
bel
B
bel op
C
ik
Slide 40 - Quiz
Zoek het werkwoordelijk gezegde
Welke idioot heeft dat plan verzonnen?
A
Welke idioot
B
heeft
C
heeft verzonnen
Slide 41 - Quiz
Dat was 'm!
Huiswerk
M/H
-> H3 -> Grammatica -> Werkwoordelijk gezegde
V
-> H4 -> Grammatica -> Naamwoordelijk gezegde
Vrijdag: Lijdend voorwerp!
Grammatica - zinsdelen
Slide 42 - Slide