What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Twents Carmel College
Visit the website
‹
Return to search
Logistiek H3.3 & 3.4 + quiz | Hoe verwerk ik inkomende goederen?
Logistiek
1 / 21
next
Slide 1:
Slide
Economie & Ondernemen
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
This lesson contains
21 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Logistiek
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Wat is logistiek?
A
Informatie geven
B
Goederen leveren
C
Weg die artikelen afleggen voordat ze bij de klant terechtkomen
D
Verzameling van alle activiteiten die nodig zijn om de goederenstroom in goede banen te leiden.
Slide 8 - Quiz
Een kaart/lijst waarop de voorraad van een artikel bijgehouden wordt.
A
turflijst
B
bestelformulier
C
besteladvieslijst
D
voorraadkaart
Slide 9 - Quiz
Wat is hier afgebeeld?
A
Bak
B
Pallet
C
rolcontainer
D
stelling
Slide 10 - Quiz
Waarom heeft een bedrijf altijd een minimum voorraad.
A
Het kost veel geld
B
Dan hoef je niet te zoeken
C
Dan kan je altijd alles verkopen
D
Om bederf tegen te gaan
Slide 11 - Quiz
de voorraad nu is 20 de minimum voorraad is 15 de maximum voorraad is 60 hoeveel mag er bij bestelt worden
A
35
B
40
C
dit is de goede antwoord
D
45
Slide 12 - Quiz
Wat is fifo
A
First out furstin
B
First in first out
Slide 13 - Quiz
Wat zie je hier?
A
de etalage
B
de medeewerker
C
fifo (first in first out)
D
koppen
Slide 14 - Quiz
Welke producten vul je bij volgens het fifo-systeem?
A
toiletpapier
B
doos koekjes
C
kwarktoetjes
D
schoonmaakazijn
Slide 15 - Quiz
Welk product moet worden bijgevuld volgens het lifo-systeem?
A
Keukenrol
B
Patat (in diepvries)
C
Chips
D
Kastmeubel
Slide 16 - Quiz
het LIFO systeem wordt gehanteerd bij
A
producten zonder THT/TGT datum
B
producten met THT/TGT datum
C
seizoensproducten
D
producten met hoge waarde
Slide 17 - Quiz
In de kantine wordt de melk bijgevuld. De melk die het langste houdbaar is, wordt achterin geplaatst
A
Fifo
B
Lifo
C
Jit
Slide 18 - Quiz
Wat is geen opslagmiddel?
A
Vloer
B
Koel/vriescel
C
Buitenopslag
D
Magazijn
Slide 19 - Quiz
De artikelen liggen op vaste plekken. Deze zijn bijvoorbeeld ingedeeld op
assortimentsgroepen.
A
Vast locatiesysteem
B
Vrij locatiesysteem
C
Gemengd locatiesysteem
Slide 20 - Quiz
De artikelen hebben geen vaste plekken, maar met een locatiecode weet je waar ze liggen.
A
Vast locatiesysteem
B
Vrij locatiesysteem
C
Gemengd locatiesysteem
Slide 21 - Quiz