What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Twents Carmel College
Visit the website
‹
Return to search
H6.1 Produceren maar!
H6.1 Produceren maar!
KWT
1 / 15
next
Slide 1:
Slide
Economie
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
This lesson contains
15 slides
, with
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
H6.1 Produceren maar!
KWT
Slide 1 - Slide
Planning
5 min
- Uitleg H6.1
15 min
- Aan de slag met H6.1
5 min
- Nakijken H6.1
15 min
- Kahoot
Slide 2 - Slide
Wat ga je leren?
Je kunt de
vier productiefactoren
noemen en er voorbeelden bij geven.
Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen
arbeidsintensief
en
kapitaalintensief
produceren.
Je kunt uitleggen wat
afschrijving
is en hoe je die berekent.
Slide 3 - Slide
Productiefactor
Productiefactor
Beloning
Voorbeeld
Kapitaal
Rente, huur
Het verhuren van een gebouw
Arbeid
Loon
Je werkt
Natuur
Pacht
Je leent grond uit of je investeert in machines en voertuigen.
Ondernemerschap
Winst
Natuur, arbeid en kapitaal inzetten
Slide 4 - Slide
Kapitaalintensief
Arbeidsintensief
Slide 5 - Slide
Afschrijving
Afschrijven
= de jaarlijkse waardeverminderen van kapitaalgoederen.
Bij afschrijven zijn 3 gegevens belangrijk:
aanschafwaarde
levensduur
restwaarde
Slide 6 - Slide
Afschrijvingkosten
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Aan de slag!
1. Maken opdracht 1 t/m 5
2. Klaar? Laat het zien en je mag je op je telefoon
timer
15:00
Slide 9 - Slide
Antwoord opdracht 1
Slide 10 - Slide
Antwoord opdracht 2
Slide 11 - Slide
Antwoord opdracht 3
A. De totale waardedaling is € 275.000 - € 80.000 = € 195.000
Per jaar is de afschrijving € 195.000 ÷ 6 = € 32.500
B. Dan is de totale waardedaling € 275.000 - € 20.000 = € 255.000
Per jaar is de afschrijving dan € 255.000 ÷ 8 = € 31.875
Slide 12 - Slide
Antwoord opdracht 4
Afschrijving: 80% ÷ 5 = 16% per jaar.
Per jaar is de afschrijving 16 ÷ 100 × € 45.000 = 0,16 × € 45.000 = € 7.200
De waarde na één jaar is € 45.000 - € 7.200 = € 37.800
Slide 13 - Slide
Antwoord opdracht 5
1. De aanschafprijs is € 80.000
2. De gebruiksduur is 10 jaar
3. De restwaarde is € 5.000
(€ 80.000 – € 5.000) ÷ 10 = € 7.500 afschrijving per jaar.
Slide 14 - Slide
Kahoot
Slide 15 - Slide