What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Twents Carmel College
Visit the website
‹
Return to search
M4 DE EINDEXAMEN FINALE
CSE
NEDERLANDS
2020
-
2021
1 / 41
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
This lesson contains
41 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
CSE
NEDERLANDS
2020
-
2021
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Wanneer is het
EXAMEN NEDERLANDS?
A
vrijdag 23 april om 09.30 uur
B
maandag 17 mei om 13.30 uur
Slide 5 - Quiz
Hoelang duurt het
EXAMEN NEDERLANDS?
A
180 minuten
B
100 minuten
C
120 minuten
D
146 minuten
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Slide
Wat neem je mee naar het examen Nederlands?
Slide 8 - Open question
Uit welke DRIE ONDERDELEN bestaat het
EXAMEN NEDERLANDS?
Slide 9 - Open question
Welke SOORTEN TEKSTEN kom je tegen op het EXAMEN NEDERLANDS?
Slide 10 - Open question
ONDERWERP
Het
onderwerp
geeft antwoord op de vraag:
Waar gaat de tekst over?
Je gebruikt hier
één
of een
paar woorden
voor.
Slide 11 - Slide
LEESVAARDIGHEID
Slide 12 - Slide
HOOFDGEDACHTE
De hoofdgedachte
be
schrijf je
in
één zin
.
De zin geeft precies de
bedoeling van een tekst/schrijver
weer.
Slide 13 - Slide
Het onderwerp van
HET DAGBOEK VAN ANNE FRANK IS?
A
een ondergedoken Joods meisje beschrijft haar gevoelens
B
oorlog of onderduiken
Slide 14 - Quiz
Wat moet je doen, als je het antwoord op een meerkeuze vraag niet weet tijdens het examen?
A
je moeder appen
B
de hele tekst met je buurman bespreken
C
een hulplijn bellen
D
altijd gokken!
Slide 15 - Quiz
Welke vier tekstdoelen kan je onderscheiden?
Slide 16 - Open question
Wat is een kernzin?
Slide 17 - Open question
Waar vind je de kernzin in een alinea?
Slide 18 - Open question
SIGNAALWOORDEN
Slide 19 - Slide
Welke signaalwoorden ken jij al?
Slide 20 - Open question
Slide 21 - Slide
Wat geeft een signaalwoord aan?
Slide 22 - Open question
Wat is CITEREN?
Slide 23 - Open question
Op welke onderdelen word jij beoordeeld bij het onderdeel schrijfvaardigheid?
Slide 24 - Open question
LEESVAARDIGHEID
Slide 25 - Slide
HOE PAK JIJ EEN TEKST AAN?
Start je met het
lezen
van de
tekst
of
start je juist met het globaal
lezen
van de
vragen?
Welke manier brengt jou
succes
?
Slide 26 - Slide
SCHRIJFVAARDIGHEID
Slide 27 - Slide
Welke schrijfopdracht kan je op het examen verwachten?
Slide 28 - Open question
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
Welke vier tekstdoelen ken jij al?
Slide 31 - Open question
Welk tekstdoel heeft het artikel met de titel: 'Scholen moeten huiswerkvrij zijn'?
Slide 32 - Open question
Slide 33 - Slide
Welke 'driedeling' heeft een goede tekst?
Slide 34 - Open question
Wat is de betekenis van:
AANLEIDING?
A
de leiding aan iemand geven
B
leiding langs het aanrecht
C
botsing met twee auto's
D
reden om iets te gaan doen
Slide 35 - Quiz
Wat is de betekenis van:
CITEREN?
A
een verteringsproces
B
maisplanten op gelijke hoogte afsnijden
C
letterlijk een zin uit een tekst opschrijven
D
Zinnen in de juiste volgorde zetten
Slide 36 - Quiz
Wat is de betekenis van:
blijken?
A
iets goed bekijken
B
duidelijk zijn/worden
C
het lijkt net echt
D
iets zoeken
Slide 37 - Quiz
Wat is de betekenis van:
CONVENTIES?
A
afspraken over welke schrijfregels je moet gebruiken
B
afspraken over spellingsregels
C
afspraken over grammaticaregels
D
afspraken over mensenrechten
Slide 38 - Quiz
Wat is de betekenis van:
NUANCEREN
A
`waar een tekst over gaat
B
hoe een tekst inelkaar zit
C
een bewering afzwakken door er anders naar te kijken
D
een ander woord voor een tekst begrijpen
Slide 39 - Quiz
Wat is de betekenis van:
IEMAND OVERHALEN?
A
iemand iets ook laten vinden
B
iemand tot handelen aanzetten
Slide 40 - Quiz
Slide 41 - Slide