What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Twents Carmel College
Visit the website
‹
Return to search
Herhalingsles
Herhaling hoofdstuk 1
1 / 19
next
Slide 1:
Slide
Economie
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
This lesson contains
19 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
2 videos
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Herhaling hoofdstuk 1
Slide 1 - Slide
Basisbehoeften
Dingen die je nodig hebt om te leven.
voorbeelden?
Slide 2 - Slide
Overige behoeften
Zijn behoeften die niet noodzakelijk zijn. Het zijn luxeproducten.
Zoals vakanties, een auto, scooter etc.
Slide 3 - Slide
Basisbehoeften
Overige behoeften
Slide 4 - Drag question
Goederen (kun je aanraken)
Diensten (kun je niet aanraken) Ze doen iets voor je.
Slide 5 - Slide
Goederen
Diensten
Slide 6 - Drag question
Consumeren
Consumeren
= in je behoeften te voorzien door iets te kopen. Die persoon noem je een
consumen
t.
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Verschil in behoeften door:
situatie waarin je zit
leeftijd
geslacht
budget
(= Het geld waarover je kunt beschikken)
Slide 9 - Slide
Budget:
Een budget is de hoeveelheid geld die een persoon te besteden heeft. Hiervan moet je een bepaald soort uitgaven doen
Er zullen keuzes gemaakt moeten worden om binnen een budget te blijven.
( Kiezen voor maand boodschappen of nieuwe schoenen? )
Slide 10 - Slide
Sociale beïnvloeding
Je wordt beïnvloed door andere mensen.
Bijv: Ik heb nieuwe Nike's die zou jij ook moeten kopen, ze lopen super goed!
Slide 11 - Slide
Commerciële beïnvloeding
Een verkoper of reclame heeft jou beïnvloed
Slide 12 - Slide
Wat mensen kopen is afhankelijk van
A
Je budget, leeftijd, geslacht
B
budget
C
Leeftijd
D
geslacht
Slide 13 - Quiz
Via Instagram vindt ook beïnvloeding plaats. Wanneer een vriend via Insta laat weten wat hij heeft gekocht dan is dat een voorbeeld van:
A
Sociale beïnvloeding
B
Commerciële beïnvloeding
Slide 14 - Quiz
Hoe verdien/krijg jij je geld?
Slide 15 - Mind map
1.4 Kom je uit met je geld?
Soorten
inkomen
s:
Loon of salaris (-> als je werkt)
Winst (-> als je een eigen bedrijf hebt)
Uitkering (-> als je arbeidsongeschikt of werkloos bent)
inkomen:
geld dat je als persoon of als gezin ontvangt
Slide 16 - Slide
1.4 Kom je uit met je geld?
Bekijk thuis de video op de volgende dia!!
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Video
Opdracht
Je maakt zelfstandig de praktische opdracht die in Teams staat.
Je krijgt hier een cijfer voor.
De opdracht wordt beoordeeld op inhoud, maar ook op hoe het er uitziet.
Succes!
Slide 19 - Slide