In deze les zitten opdrachten die te maken hebben met de Romeinen.
Lees en maak de opdrachten => In WORD => Geef je bestand de naam: Romeinen
Lever je antwoorden in via Somtoday
Je krijgt een SO cijfer
Tijd: 1 lesuur + thuis afmaken
Slide 2 - Slide
Tellen met letters?!
Tellen in het Romeinse rijk ging anders dan bij ons -> romeinen tellen met letters:
I = 1
V = 5
X = 10
L = 50
C = 100
D = 500
M = 1000
Hierbij horen nog een aantal regels:
Opschrijven van groot naar klein
Als er een kleiner getal voor een groter getal staat, dan gaat het er vanaf, voorbeeld IV = 4
Nooit meer dan 3 dezelfde getallen achter elkaar. Dit mag: III ,dit niet: IIII.
Zo kort mogelijk opschrijven.
Slide 3 - Slide
Opdracht 1 = Knutselen met cijfers en letters....!
a- Zet de volgende Romeinse getallen om in gewone getallen:
DCXI =
XVI =
MMVIII =
b- Zet nu je eigen geboortedatum om in Romeinse cijfers.
c- Zet de volgende getallen in Romeinse cijfers:
1750 =
2023 =
800 =
Slide 4 - Slide
Lees eerst de tekst ->
Opdracht 2:
In de tekst komen drie dikgedrukte begrippen voor. Zoek de betekenis van die begrippen op en geef een goede uitleg in eigen woorden.
Lezen!
Een van de bekendste bouwwerken van de romeinen is het colosseum dat je nog steeds in Rome kunt bewonderen. Ook werden er openbare toiletten en thermen gebouwd, omdat de mensen geen badkamer in hun huizen hadden. Om de thermen van water te voorzien werden er aquaducten gebouwd om het water te verplaatsen.
Slide 5 - Slide
Opdracht 3: Zoekplaatje...📸
Zoek een afbeelding van de volgende gebouwen en zet deze in jouw Word-document. Zet bij elk plaatje ook wat het is.
- Villa
- Colosseum
- Thermen
- Aquaduct
Slide 6 - Slide
Opdracht 4:
Kaart Romeinse Rijk: Sommige landen hadden in de tijd van de Romeinen een andere naam.
a- Noem 6 landen die je ziet die een andere naam hadden.
b- Hoe heten die landen tegenwoordig?
Slide 7 - Slide
Opdracht 5: woord voor woord
Er zijn nog veel woorden die we gebruiken uit de Romeinse taal.