Twents Carmel College

Hoofdstuk 8 Geluid

Hoofdstuk 8 Geluid
1 / 51
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo k, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hoofdstuk 8 Geluid

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

8.1 Geluid horen

Wat gebeurt er met je trommelvlies als de luchtdruk verandert?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

De binnenkant van je oor
Hoofdstuk 8. Geluid
§8.2 Geluid horen

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Kan je geluid horen zonder tussenstof?
A
Ja
B
Nee
C
Soms

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Welke dingen heb je nodig om geluid te kunnen horen?
A
Geluidsbron en oren
B
Geluidsbron, medium, oren
C
Geluidsbron en ontvanger
D
Geluidsbron, tussenstof en ontvanger

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Je kan geluid horen in een vacuuüm
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

In de ruimte is er geen lucht of andere tussenstof, kun je dan wel geluid horen in de ruimte?
A
ja, geluid gaat gewoon door de ruimte heen
B
nee, geluid heeft altijd een tussenstof nodig

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

In de ruimte tussen de sterren kun je geen geluid horen. Hoe komt dit?
A
Er zijn geen geluidsbronnen
B
Er zijn geen geluidsontvangers
C
Er is geen tussenstof
D
Er is geen zwaartekracht

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

8.2 Frequentie
  •  Het aantal trillen per seconden = Frequentie.
  • Frequentie wordt gemeten in Hertz (Hz).

Slide 9 - Slide

Frequentie: ... zie slide

Stemvork: 

Als je een stemvork aanslaat, beginnen de bennen te trillen, ze bewegen dan elke seconden steeds even vaak heen en weer. 

Als de frequentie 128 Hz is, bewegen de benen van de stemvork 128 keer per seconden. Hoe hoger de frequentie hoe hoger de toon is die je hoort. 
Frequentie en Trillingstijd

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Frequentie bereik van ons gehoor
Frequentiebereik 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Van geluidsbron naar je oren
Hoofdstuk 8. Geluid
§8.2 Geluid horen
This video is no longer available
Welke video was dit?

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Frequentie

frequentie = 1 / trillingstijd

f = 1 / T

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Frequentie (f)
De frequentie (f) is het aantal trillingen per seconde.

De frequentie geef je aan in hertz (Hz).

De frequentie berekenen:

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Toonhoogte

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Toonhoogte van een gitaar

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Waar gaan we het over hebben?
  • Wat bepaalt de toonhoogte van een snaar?
  • Hoe meet je de toonhoogte?
  • Frequentie en trillingstijd
  • Oscilloscoop

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

hoge frequentie
lage frequentie

Slide 18 - Drag question

This item has no instructions

Je ziet 2 trillingen.Sleep alle begrippen naar de juiste trilling.
hoge frequentie
lage frequentie
hoge toon
lage toon

Slide 19 - Drag question

This item has no instructions

De eenheid van trillingstijd is ...
De eenheid van frequentie is ...
Seconden (s)
Hertz (Hz)

Slide 20 - Drag question

This item has no instructions

Wat weet jij van het frequentie-bereik van het menselijke gehoor?
Hoorbaar voor een mens
Niet hoorbaar voor een mens
1200 Hz
16 Hz
19 000 Hz
147 500 Hz
1 Hz

Slide 21 - Drag question

This item has no instructions

Hoge toon
Harde toon
Lage toon
Zachte toon

Slide 22 - Drag question

This item has no instructions

Rekenen met de formule: f = 1 : T
Zet in de juiste volgorde...

De trillingstijd is 0,02 seconde. Wat is de frequentie? 
Gegevens:
Formule:
Berekening
Gevraagd:
Check:
f = 1 : 0,02
f = 1 : T
f = 0,5 Hz
f = 50 Hz
T = 0,02
f in Hertz
T = 1 : f
T in seconden

Slide 23 - Drag question

This item has no instructions

Hoe krijg je een hoge toon bij een snaarinstrument?
A
Korte, dunne en strakke snaren
B
Korte, dunne en losse snaren
C
Lange, dikke en strakke snaren.
D
Lange, dikke en losse snaren.

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Op een klokkenspel hebben de hoge tonen
A
een lange staaf
B
een korte staaf

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

In scherm B is een hoge toon afgebeeld
A
waar
B
niet waar

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Toonhoogte en Geluidsterkte

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

8.3 Geluidssterkte

De geluidssterkte geeft aan hoe hard het geluid is

Hoe groter de maximale uitwijking hoe groter
de geluidssterkte.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Geluidssterkte

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Geluidssterkte
Geluidssterkte meet je in decibel (dB)

Verschil tussen dB en dB(A)

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

1
2
3
4
5
6
Geluidssterkte (decibel - dB)

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Amplitude
De grootte van de amplitude geeft de geluidssterkte aan.

Een grote geluidssterkte heeft een grotere amplitude.

Een kleine geluidssterkte heeft een kleinere amplitude. 

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Frequentie en amplitude
timer
0:30
Zacht
Hard
Laag
Hoog

Slide 33 - Drag question

This item has no instructions

Sleep de woorden naar de juiste plaats:

De                            geeft aan hoe hoog het geluid is.
De eenheid hiervan is Hertz (Hz)                        . 
Betekent hoeveelheid                            per                          .

De                           geeft aan hoe hard het geluid is.
De eenheid hiervan is                          .
Wordt aangegeven met de                                   .

amplitude
trillingen
geluidssterkte
Seconden
Decibel (dB)
Frequentie

Slide 34 - Drag question

This item has no instructions

Amplitude zegt wat over de:
Frequentie zegt wat over de:
Geluidssterkte meten we in: 
Frequentie meten we in:
Hertz
Decibel
Toonhoogte
Geluidssterkte

Slide 35 - Drag question

This item has no instructions

Op de plaatjes zie je verschillende situaties die met geluid te maken hebben.
Sleep elk plaatje naar de juiste geluidssterkte.
20 dB
30 dB
80 dB
110 dB

Slide 36 - Drag question

This item has no instructions

Les 2

Slide 37 - Slide

This item has no instructions


Geluidshinder!

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Geluidshinder en gehoorschade
  • Hard geluid kan hinderlijk en zelfs schadelijk zijn

  • Het geluidsniveau wordt gemeten in decibel (dB(A))


  • Dit is een vreemde schaal ......
  • .... 120 dB is niet 2x zo hard als 60 dB 

  • een toename van 3 dB betekent een verdubbeling van het geluidsniveau

  • 120 = 60 + 3 + 3 + 3 ....... + 3 (20 x)
  • dus 2 x 2 x 2 x 2 ........ x 2 maal zo hard
  • 220 =  1.000.000 x zo hard

  • Vanaf 80 dB kan gehoorschade ontstaan 

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Geluidshinder
Werk je met lawaaierige machines dan kun je dit geluid niet uitzetten. 
Draag dan gehoorbescherming
  • oorkappen
  • oordopjes
Werk je langer met zulke machines in een lawaaierige fabriek dan kun je het beste beide (samen) dragen

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Geluidshinder voorkomen
  • Bij de bron
  • Tussen bron en ontvanger
  • Bij de ontvanger

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Maatregelen tegen geluidshinder







Hoofdstuk 8 . Geluid
§8.4 geluidsoverlast verminderen

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Geluidsoverlast

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Maatregelen tegen geluidshinder

Maatregelen tegen geluidshinder:
  • Bij de geluidsbron
  • Tussen de geluidsbron en de geluidsontvanger 
  • Bij de geluidsontvanger 
Speel af
Speel af 2

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Geluidshinder
Geluid verdwijnt in 
geluiddempend materiaal

Nopjesschuim wordt vaak in een 
kroeg gebruikt omdat het 
geluidsisolerend is. 
Het absorbeert geluid.

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Geluidsnelheid

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Rekenen met de geluidsnelheid
De snelheid van het geluid reken je uit door:

De afstand die het geluid aflegt : de tijd die erover gedaan wordt.
s = v x t
De geluidsnelheid in lucht bij ongeveer 20 ˚C = 340 m/s

Iedere seconde legt het geluid dus 340 m af. 

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Geluidsnelheid berekenen
Grootheid
symbool
eenheid
afkorting
s
afstand
meter
m
v
snelheid
meter per seconde
m/s
t
tijd
seconde
s
s = v x t
t = s /v
v = s / t
Bij een echo moet het geluid heen en weer. 

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

Geluidsnelheid 




Hoofdstuk 8. Geluid
§8.1 Geluid maken en horen

Slide 49 - Slide

This item has no instructions

Geluidsnelheid (Hz)

Slide 50 - Slide

This item has no instructions

afronden H8
maak van 8.4  3 opgaven en 8.5 3 opgaven

Slide 51 - Slide

This item has no instructions