Vandaag maken we diagnostische toets in de vorm van een quiz! Succes! (Doelstelling 12 en 13 maken we na de quiz wel in het werkboek)
1 / 58
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3
This lesson contains 58 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Vandaag maken we diagnostische toets in de vorm van een quiz! Succes! (Doelstelling 12 en 13 maken we na de quiz wel in het werkboek)
Slide 1 - Slide
Deze afbeelding is een foto van coccen. Coccen zijn eencellige organismen zonder kern. Tot welke van de vier rijken behoren coccen?
A
Bacterien
B
Schimmels
C
Planten
D
Dieren
Slide 2 - Quiz
In welke rijken komen eencellige organismen voor?
A
Planten, bacterien en dieren
B
Planten, bacterien, dieren en schimmels.
C
schimmels en bacterien
D
planten en schimmels
Slide 3 - Quiz
Cellen van schimmels hebben celkernen?
A
juist
B
onjuist
Slide 4 - Quiz
Om cellen van schimmels bevinden zich celwanden?
A
juist
B
onjuist
Slide 5 - Quiz
Bij welk rijk hebben de organismen cellen met de kenmerken?
A
dieren
B
planten
C
schimmels
D
bacterien
Slide 6 - Quiz
Zitten om wangslijmvliescellen celwanden?
A
ja
B
nee
Slide 7 - Quiz
Organismen behoren tot 1 soort als ze er veel op elkaar lijken?
A
Juist
B
onjuist
Slide 8 - Quiz
Organismen behoren tot 1 soort als ze samen vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen?
A
juist
B
onjuist
Slide 9 - Quiz
Perzen en siamezen zijn twee kattenrassen. Een pers en een siamees zijn twee verschillende soorten?
A
juist
B
onjuist
Slide 10 - Quiz
Een pers en een siamees kunnen vruchtbare nakomelingen krijgen?
A
juist
B
onjuist
Slide 11 - Quiz
Een populatie kan bestaan uit verschillende soorten organismen.
A
juist
B
onjuist
Slide 12 - Quiz
De konijnen op de Waddeneilanden Ameland en Terschelling vormen 1 populatie?
A
juist
B
onjuist
Slide 13 - Quiz
Bij de verdeling van een rijk in groepen onderscheiden we achtereenvolgens: afdeling-klasse-orde-familie-geslacht-soort.
Een van de groepen van de afdeling gewervelden zijn zoogdieren. Hoe wordt de groep zoogdieren genoemd?
A
familie
B
geslacht
C
klasse
D
orde
Slide 14 - Quiz
Bij de verdeling van een rijk in groepen onderscheiden we achtereenvolgens: afdeling-klasse-orde-familie-geslacht-soort.
Tot de groep van de zoogdieren behoren de groep primaten, roofdieren en knaagdieren. Hoe wordt de groep van de primaten genoemd?
A
familie
B
geslacht
C
klasse
D
orde
Slide 15 - Quiz
In de afbeelding zie je een chimpansee en een gorilla. Deze dieren zijn nauw aan elkaar verwant. Toch komen ze bij de verdere indeling van de zoogdieren in verschillende groepen terecht. Welke uitspraak over deze groepen is juist?
A
Chimpansees en gorilla's behoren tot verschillende families.
B
Chimpansees en gorilla's behoren tot verschillende geslachten
C
Chimpansees en gorilla's behoren tot verschillende klasse.
D
Chimpansees en gorilla's behoren tot verschillende orden.
Slide 16 - Quiz
Bacteriën planten zich voornamelijk voort door sporen.
A
juist
B
onjuist
Slide 17 - Quiz
Sommige soorten bacteriën kunnen zeer hoge temperaturen doorstaan door een kapsel te vormen.
A
juist
B
onjuist
Slide 18 - Quiz
Bacteriën zijn nuttig als reducenten in de natuur.
A
juist
B
onjuist
Slide 19 - Quiz
Bacteriën kunnen voedsel doen bederven.
A
juist
B
onjuist
Slide 20 - Quiz
Bacteriën kunnen oorontsteking veroorzaken.
A
juist
B
onjuist
Slide 21 - Quiz
Een bacteriële infectieziekte kan worden bestreden met antibiotica.
A
juist
B
onjuist
Slide 22 - Quiz
Door goede hygiëne kun je infectieziekte voorkomen.
A
juist
B
onjuist
Slide 23 - Quiz
Bij de productie van zuurkool worden bacteriën gebruikt.
A
juist
B
onjuist
Slide 24 - Quiz
Gisten bestaan uit schimmeldraden.
A
juist
B
onjuist
Slide 25 - Quiz
Veelcellige schimmels planten zich meestal voort door deling.
A
juist
B
onjuist
Slide 26 - Quiz
Door paddenstoelen te vormen, kunnen schimmels slechte omstandigheden overleven.
A
juist
B
onjuist
Slide 27 - Quiz
Bij de productie van het antibioticum penicilline worden schimmels gebruikt.
A
juist
B
onjuist
Slide 28 - Quiz
Champignons zijn eetbare schimmels.
A
juist
B
onjuist
Slide 29 - Quiz
Bij de productie van voedingsmiddelen van de afbeelding worden schimmels gebruikt.
A
juist
B
onjuist
Slide 30 - Quiz
Bij welke afdeling komen eencellige planten voor?
A
wieren (algen)
B
sporenplanten
C
zaadplanten
Slide 31 - Quiz
Bij welke afdeling hebben de planten wortels, stengels, bladeren, maar geen bloemen.
A
wieren (algen)
B
sporenplanten
C
zaadplanten
Slide 32 - Quiz
Tot welke afdeling behoort een larik?
A
wieren (algen)
B
sporenplanten
C
zaadplanten
Slide 33 - Quiz
Tot welke afdeling behoort stinkende gouwe?
A
wieren (algen)
B
sporenplanten
C
zaadplanten
Slide 34 - Quiz
Tot welke afdeling behoort stinkende gaffeltand?
A
wieren (algen)
B
sporenplanten
C
zaadplanten
Slide 35 - Quiz
Bij welke klasse van de zaadplanten zitten de zaden in vruchten.
A
naaktzadige
B
bedektzadigen
Slide 36 - Quiz
Tot welke klasse van de zaadplanten behoort witte klaver?
A
naaktzadige
B
bedektzadigen
Slide 37 - Quiz
In een dierengids staat bij een foto de volgende beschrijving: 'De dieren zijn niet-symmetrisch. Ze hebben een skelet van stevige hoornvezels tussen de cellen en ze leven meestal vastzittend op de bodem van de zee.
A
eencellige dieren
B
holtedieren
C
sponzen
D
stekelhuidigen
Slide 38 - Quiz
Op de afbeelding zie je een zeekat. Restanten van dode, vergane zeekatten kun je als 'zeeschuim' aantreffen op het strand. Een zeekat behoort tot de weekdieren. Op grond van welke kenmerken behoort een zeekat tot de weekdieren?
A
Het dier heeft een inwendige schelp als skelet en het lichaam bestaat uit segmenten.
B
Het lichaam van het dier bestaat uit segmenten en de huid is bedekt met stekels en knobbels.
C
De huid is bedekt met stekels of knobbels en het dier is tweezijdig symmetrisch
D
Het dier is tweezijdig symmetrisch en heeft een inwendige schelp als skelet.
Slide 39 - Quiz
Tot welke afdeling van het dierenrijk behoren sprinkhanen?
A
tot de geleedpotigen
B
tot de gewervelden
C
tot de holtedieren
D
tot de weekdieren
Slide 40 - Quiz
Tot welke afdeling van het dierenrijk behoort de kameleon?
A
tot de geleedpotigen
B
tot de gewervelden
C
tot de holtedieren
D
tot de weekdieren
Slide 41 - Quiz
Welk dier is afgebeeld?
A
amoebe
B
pantoffeldiertje
Slide 42 - Quiz
Bij welke soort komen schijnvoetjes voor?
A
amoebe
B
pantoffeldiertje
Slide 43 - Quiz
Bij een amoebe en een pantoffeldiertje komen voedingsvacuolen voor.
A
juist
B
onjuist
Slide 44 - Quiz
Bij welk dier worden onverteerde voedselresten verwijderd via de celanus?
A
amoebe
B
pantoffeldiertje
Slide 45 - Quiz
Bij welk dier vindt voortbeweging plaats door trilharen?
A
amoebe
B
pantoffeldiertje
Slide 46 - Quiz
We verdelen de afdeling van de geleedpotigen in vier klassen: duizendpoten-kreeftachtigen-insecten-spinachtigen.
Bij welke klasse bestaat het gehele lichaam uit segmenten?
A
duizendpoten
B
kreeftachtigen
C
insecten
D
spinachtigen
Slide 47 - Quiz
We verdelen de afdeling van de geleedpotigen in vier klassen.
Bij welke klasse bestaat het lichaam uit kop, borststuk en achterlijf?
A
duizendpoten
B
kreeftachtigen
C
insecten
D
spinachtigen
Slide 48 - Quiz
We verdelen de afdeling van de geleedpotigen in vier klassen.
Bij welke klasse bestaat het lichaam uit kop, borststuk en achterlijf?
A
duizendpoten
B
kreeftachtigen
C
insecten
D
spinachtigen
Slide 49 - Quiz
We verdelen de afdeling van de geleedpotigen in vier klassen.
Tot welke klasse behoort een krekel?
A
duizendpoten
B
kreeftachtigen
C
insecten
D
spinachtigen
Slide 50 - Quiz
We verdelen de afdeling van de geleedpotigen in vier klassen.
Tot welke klasse behoort een krekel?
A
duizendpoten
B
kreeftachtigen
C
insecten
D
spinachtigen
Slide 51 - Quiz
We verdelen de afdeling van de geleedpotigen in vier klassen.
In welke klasse vind je de meeste verschillende soorten?
A
duizendpoten
B
kreeftachtigen
C
insecten
D
spinachtigen
Slide 52 - Quiz
We verdelen de afdeling van de gewervelden in vijf klassen.
Bij welke klasse is de huid van de dieren bedekt met schubben en slijm?
A
vissen
B
amfibieën
C
reptielen
D
spinachtigen
Slide 53 - Quiz
De lichaamstemperatuur van vissen wordt vergeleken met de temperatuur van het slootwater in de winter. De temperatuur van het water is 4 graden. De lichaamstemperatuur van de vis is:
A
veel hoger
B
veel lager
C
zal ongeveer gelijk zijn
Slide 54 - Quiz
Een vleermuis haalt adem met longen. Zijn huid is bedekt met haren. Hoe plant een vleermuis zicht voort?
A
levenbarend
B
dmv eieren
Slide 55 - Quiz
Zijn vleermuizen koudbloedige of warmbloedige dieren?
A
koudbloedige dieren
B
dmv eieren
Slide 56 - Quiz
Tot welke klasse van de gewervelden behoort een ringslang?