2.5 Meer kans op werk

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Meer kans op werk

In deze paragraaf gaan we kijken hoe werkgevers en werknemers vraag en aanbod aan werk beter

op elkaar aan kunnen laten sluiten

Stel dat je prima geschikt bent voor een baan, maar er is geen werkgever die dat weet. Je bent geknipt voor de vacature. Een werkgever moet dat kunnen opmaken uit je sollicitatiebrief en presentatie. Hoe je dat moet aanpakken, kun je leren met een sollicitatietraining. Door deze vorm van scholing wordt je kans op werk groter.

Als de vraag naar en het aanbod van arbeid beter op elkaar aansluiten, is er minder werkloosheid. Werkgevers kunnen hier iets aan doen. Ze kunnen bijvoorbeeld deeltijdwerk accepteren. Ook kunnen werkgevers meebetalen aan de kinderopvang. Ze betalen dan een werkgeversbijdrage. Hierdoor kunnen werkloze vaders en moeders gemakkelijker een baan aannemen.

Werknemers hebben naast hun werk vaak andere verplichtingen. Ze zorgen bijvoorbeeld voor zieke ouders of volgen een scholing. Deze werknemers hebben veel voordeel van een baan met flexibele werktijden. Als meer werkgevers dit soort banen mogelijk maken, past het aanbod van arbeid beter bij de vraag.

Door scholing verbetert de aansluiting tussen vraag naar arbeid en aanbod van arbeid. Werknemers kunnen hun kans op werk vergroten door een opleiding te volgen voor veelgevraagde beroepen. Veel bedrijven verplichten hun werknemers om zich te scholen. Die bedrijven krijgen daardoor werknemers die hun werk beter doen.

Er zijn veel mensen in meer of mindere mate arbeidsongeschikt. Een deel van hen kan zo aan de slag als er een aangepaste werkplek is. Soms zijn eenvoudige aanpassingen al genoeg om een werkplek geschikt te maken. Het aanbod van arbeid past dan beter bij de vraag naar arbeid.