What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Vester College
De onderwijsspecialisten
Visit the website
menu
Lessons
Search
‹
Return to search
Engels Quiz 'Wat weet je?' part. 1
1 / 30
next
Slide 1:
Slide
Engels
Praktijkonderwijs
Leerjaar 2
This lesson contains
30 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Welkom bij Lessonup LIVE P2A
We gaan testen of het lukt om vanuit huis mee te doen met de lessonup quiz........
Omdat je de vragen niet van het bord kan lezen is dit een nieuwe manier van Lessonup quiz.
Ben benieuwd :-)
Slide 2 - Slide
Vandaag een quiz Engels
Good Luck!!
Slide 3 - Slide
We beginnen met wat woordjes
Slide 4 - Slide
baas
(typ in het Engels)
Slide 5 - Open question
avondeten
(in het Engels)
Slide 6 - Open question
boos
(in het Engels)
Slide 7 - Open question
wie
(in het Engels)
Slide 8 - Open question
stom
(in het Engels)
Slide 9 - Open question
dochter
(in het Engels)
A
tochter
B
daughter
C
daugter
D
daugther
Slide 10 - Quiz
tomorrow
(in het Nederlands)
Slide 11 - Open question
Tellen
Slide 12 - Slide
Hoe zat het ook alweer?
- Let op het streepje vanaf 21
Deze zijn bijzonder:
- fifteen (15)
-fifty (50)
-eighteen (18)
-eighty (80)
- forty (40)
Slide 13 - Slide
27
(in het Engels als woord)
Slide 14 - Open question
88
(in het Engels als woord)
Slide 15 - Open question
47
(in het Engels als woord)
Slide 16 - Open question
92
(in het Engels als woord)
Slide 17 - Open question
dagen & maanden
Slide 18 - Slide
Wat is dinsdag in het Engels?
A
Thursday
B
Wednesday
C
Saturday
D
Tuesday
Slide 19 - Quiz
Wat is zondag in het Engels?
(tip: denk aan hoofdletters)
Slide 20 - Open question
Wat is "maart" in het Engels?
A
May
B
June
C
March
D
Meart
Slide 21 - Quiz
Hoe schrijf je "januari" in het Engels?
(tip: denk aan hoofdletters)
Slide 22 - Open question
klokkijken in het Engels
Slide 23 - Slide
Hoe zat het ook alweer?
Slide 24 - Slide
kwart over (in het Engels)
A
a quarter past
B
a quarter to
C
half past
D
o'clock
Slide 25 - Quiz
kwart voor (in het Engels)
A
a quarter past
B
a quarter to
C
half past
D
o'clock
Slide 26 - Quiz
Het is 11 uur
(in het Engels)
A
11 o'clock
B
11 hour
C
11 clock'o
D
half past 10
Slide 27 - Quiz
half 5
A
half past 3
B
half past 4
C
half past 5
D
half past 6
Slide 28 - Quiz
Hoe vond je deze quiz?
Slide 29 - Open question
Doei!!!!! Tot de volgende quiz.
Dhr. van Zaal & mevr. van der Poel
Slide 30 - Slide