What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Vester College
De onderwijsspecialisten
Visit the website
menu
Lessons
Search
Vester College
Wiskunde
Rekenen
Letterbreuken
Letterbreuken
Letterbreuken
1 / 35
next
Slide 1:
Slide
Wiskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
This lesson contains
35 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Letterbreuken
Slide 1 - Slide
Na deze les kan je...
... optellen en aftrekken met letterbreuken
... vermenigvuldigen en delen met letterbreuken
Slide 2 - Slide
Letterbreuken optellen/aftrekken
Alles als breuk schrijven
Gelijknamig maken
Optellen / aftrekken
Vereenvoudigen
Slide 3 - Slide
3
2
+
5
4
=
q
p
+
s
r
=
Slide 4 - Slide
3
2
+
5
4
=
1
5
1
0
+
1
5
1
2
q
p
+
s
r
=
s
q
s
p
+
s
q
r
q
Slide 5 - Slide
3
2
+
5
4
=
1
5
1
0
+
1
5
1
2
=
1
5
1
0
+
1
2
=
1
5
2
2
=
1
1
5
7
q
p
+
s
r
=
s
q
s
p
+
s
q
r
q
=
s
q
s
p
+
r
q
Slide 6 - Slide
3
−
n
2
Slide 7 - Slide
3
−
n
2
=
1
3
−
n
2
=
Slide 8 - Slide
3
−
n
2
=
1
3
−
n
2
=
n
3
n
−
n
2
Slide 9 - Slide
3
−
n
2
=
1
3
−
n
2
=
n
3
n
−
n
2
=
n
3
n
−
2
Slide 10 - Slide
2
r
6
q
+
r
8
s
=
r
3
q
+
8
s
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quiz
l
8
k
−
2
p
q
=
l
p
8
k
p
−
l
q
A
Waar
B
Niet waar
Slide 12 - Quiz
Letterbreuken vermenigvuldigen
Alles als breuk schrijven
teller x teller en noemer x noemer
Vereenvoudigen
Slide 13 - Slide
2
1
⋅
5
3
q
p
⋅
s
r
Slide 14 - Slide
2
1
⋅
5
3
=
2
⋅
5
1
⋅
3
q
p
⋅
s
r
=
q
⋅
s
p
⋅
r
Slide 15 - Slide
2
1
⋅
5
3
=
2
⋅
5
1
⋅
3
=
1
0
3
q
p
⋅
s
r
=
q
⋅
s
p
⋅
r
=
q
s
p
r
Slide 16 - Slide
2
a
−
3
⋅
3
b
4
Slide 17 - Slide
2
a
−
3
⋅
3
b
4
=
2
a
⋅
3
b
−
3
⋅
4
Slide 18 - Slide
2
a
−
3
⋅
3
b
4
=
2
a
⋅
3
b
−
3
⋅
4
=
6
a
b
−
1
2
Slide 19 - Slide
2
a
−
3
⋅
3
b
4
=
2
a
⋅
3
b
−
3
⋅
4
=
6
a
b
−
1
2
=
a
b
−
2
Slide 20 - Slide
r
3
s
−
2
⋅
k
4
=
r
k
4
s
A
Waar
B
Niet waar
Slide 21 - Quiz
k
3
x
2
⋅
k
2
x
6
=
k
2
5
x
8
A
Waar
B
Niet waar
Slide 22 - Quiz
Letterbreuken delen
Alles als breuk schrijven
De laatste breuk omdraaien
teller x teller en noemer x noemer
Vereenvoudigen
Let op! Je kan nooit delen door nul
!
Slide 23 - Slide
4
3
:
2
1
q
p
:
s
r
Slide 24 - Slide
4
3
:
2
1
=
4
3
⋅
1
2
q
p
:
s
r
=
q
p
⋅
r
s
Slide 25 - Slide
4
3
:
2
1
=
4
3
⋅
1
2
=
4
⋅
1
3
⋅
2
q
p
:
s
r
=
q
p
⋅
r
s
=
q
⋅
r
p
⋅
s
Slide 26 - Slide
4
3
:
2
1
=
4
3
⋅
1
2
=
4
⋅
1
3
⋅
2
=
4
6
=
2
2
1
q
p
:
s
r
=
q
p
⋅
r
s
=
q
⋅
r
p
⋅
s
=
q
r
p
s
Slide 27 - Slide
6
a
:
c
3
b
Slide 28 - Slide
6
a
:
c
3
b
=
6
a
⋅
3
b
c
Slide 29 - Slide
6
a
:
c
3
b
=
6
a
⋅
3
b
c
=
6
⋅
3
b
a
⋅
c
Slide 30 - Slide
6
a
:
c
3
b
=
6
a
⋅
3
b
c
=
6
⋅
3
b
a
⋅
c
=
1
8
b
a
c
Slide 31 - Slide
q
p
:
p
q
=
q
2
p
2
A
Waar
B
Niet waar
Slide 32 - Quiz
2
a
3
:
b
5
=
3
b
1
0
a
A
Waar
B
Niet waar
Slide 33 - Quiz
Wat heb je geleerd van deze les?
Slide 34 - Open question
Wat vind je nog moeilijk aan deze les?
Slide 35 - Open question