What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Vester College
De onderwijsspecialisten
Visit the website
menu
Lessons
Search
‹
Return to search
(Havo2) 26-09-2024 (2e les van de week)
Startopdracht
Schrijf het rijtje van "haben" 5x op:
HABEN
ich habe
du ...
er, sie, es ...
wir ...
ihr ...
sie, Sie ...
1 / 20
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
This lesson contains
20 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Startopdracht
Schrijf het rijtje van "haben" 5x op:
HABEN
ich habe
du ...
er, sie, es ...
wir ...
ihr ...
sie, Sie ...
Slide 1 - Slide
G
u
t
e
n
T
a
g
!
Was liegt auf dem Tisch?
Plenda
Laptop
Buch
Stempelkarte
Stift
X
X
Slide 2 - Slide
selbstständig Arbeiten (10min)
Wörter üben (10 min)
zusammen Arbeiten (10min)
Planen (10min)
Feedback (5min)
Slide 3 - Slide
Je kunt de woorden van de Lernliste N-D en D-N actief gebruiken.
Je kent de persoonlijke voornaamwoorden.
Je kunt de werkwoorden haben en sein in de tegenwoordige tijd gebruiken.
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Wortschatz Test
Je zit in toets opstelling
op je tafel ligt alleen een pen en papier
je kijkt op eigen blaadje
Slide 6 - Slide
Wortschatz Test
NED
DUITS
1. de namen
2. de straat
3. het jaar
4. Nederland
DUITS
NED
1. schön
2. die Woche
3. lieben
4. der Bruder
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
timer
10:00
Wat kan ik doen?
opdrachten Kapitel 1
opdrachten Kapitel 2
slim stampen
ander opdrachten stempelkaart
Selbstständig
Arbeiten
Slide 9 - Slide
Het werkwoord SEIN
A
ich bist
B
er ist
C
er isst
D
wir seid
Slide 10 - Quiz
Het werkwoord SEIN
A
ich bin
B
er isst
C
sie seid
D
wir bist
Slide 11 - Quiz
Het werkwoord SEIN
A
ich ist
B
er sein
C
sie sind
D
wir bin
Slide 12 - Quiz
Wörter üben (woordjes leren)
ga naar
www.quizlet.live
en schrijf je in
timer
10:00
Slide 13 - Slide
timer
10:00
Wat kan ik doen?
opdrachten Kapitel 1
opdrachten Kapitel 2
slim stampen
ander opdrachten stempelkaart
Zusammen
Arbeiten
Slide 14 - Slide
mail mij!
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Je kunt de woorden van de Lernliste N-D en D-N actief gebruiken.
Je kent de persoonlijke
voornaamwoorden.
Je kunt de werkwoorden haben en sein in de tegenwoordige tijd gebruiken.
Slide 17 - Slide
Wat heb je gedaan vandaag?
Wat is het beste gelukt?
Wat had je beter kunnen doen?
Noem twee positieve dingen over hoe je hebt gewerkt?
Slide 18 - Open question
Exitticket:
Hoeveel stempels heb je al?
A
1
B
2
C
3
D
meer dan 3
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Slide