Vester College
De onderwijsspecialisten

2.4 Gevolgen van de klimaatverandering

2.4 Bronnen: gevolgen
1 / 22
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

2.4 Bronnen: gevolgen

Slide 1 - Slide

verdroging
verdroging = het droger worden van de bodem door het dalen van de grondwaterspiegel
verzilting
verzilting = de toename van het zoutgehalte in de bodem

Slide 2 - Slide

Bron 1: Verdroging en verzilting
Temperatuurstijging en verminderde neerslag leiden tot verdroging en vergroting kans op verzilting (irrigatie).

Verzilting ook door:
  • oppompen grondwater (zout uit grote diepte komt aan oppervlakte)
  • stijgende zeespiegel (zout zeewater dringt via ondergrond land binnen)

Slide 3 - Slide

2

Slide 4 - Video

00:02-00:10
verzilting in Nederland

Slide 5 - Slide

01:00-01:05
zout water:
tast gewassen aan

Slide 6 - Slide

 gevolgen voor Nederland:
  • vaker zware neerslag
  • meer waterafvoer via rivieren
  • meer kans op overstromingen
  • meer schade door winterstormen
kustgebieden:
  • zeespiegelstijging
  • stijging temperatuur zeewater
  • verzuring zeewater

Slide 7 - Slide

verwoestijning = uitbreiding van de woestijn in een gebied, vooral door verdroging en erosie

* verdroging = droger worden van de bodem
* erosie = het uitschuren van aardoppervlak onder invloed van wind, water of ijs

Slide 8 - Slide

vergroot afbeelding

Slide 9 - Slide

Bron 5: Meer kans op bosbranden
Door klimaatverandering kunnen in natuurparken:
  • planten en dieren verdwijnen. (gevolg: de voedselpiramide in deze gebieden stort in)
  • meer bosbranden voorkomen.
https://www.nu.nl/151478/video/snelweg-afgezet-door-grote-bosbrand-in-spanje.html

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Link

Slide 13 - Slide

Bron 6: Veranderingen in de landbouw
Een hogere CO₂-concentratie en de hogere temperatuur kunnen in de toekomst leiden tot hogere landbouwopbrengsten. Maar: alleen als er voldoende water beschikbaar is: 
  • Spanje: te weinig water, dus minder landbouwopbrengst
  • Nederland: extreem weer kan leiden tot minder landbouwopbrengst (hagel, buien, droogte).


Slide 14 - Slide

Welke problemen dreigen voor landbouw en toerisme?
Irrigatie
Het land op een kunstmatige manier van water voorzien: sproeien, bevloeiing (overstromen). 
In Spanje is dit nodig omdat het te droog is in de zomer.
Verzilting
Verzilting = het zout worden van de bodem.
In water zitten altijd zouten. Als je gaat irrigeren, zal een groot deel van dat water verdampen. De zouten kunnen niet verdampen en blijven in de bodem. 
Dit kun je voorkomen door overtollig water uit de bodem af te voeren (= drainage) of door druppelirrigatie.
Verdroging
In de zomer is de vraag naar water groot. Veel toeristen, veel verdamping en weinig neerslag. Water wordt opgeslagen in stuwmeren als voorraad in droge tijden. Ook grondwater wordt opgepompt. Hierdoor droogt de bodem uit = verdroging.

Slide 15 - Slide

Examenvragen 

Slide 16 - Slide

Bekijk bron 4 en bron 5.
Over de klimaatgrafieken in bron 4 worden twee uitspraken gedaan.
1: San Sebastian en Vlissingen hebben allebei een gematigd zeeklimaat met neerslag in alle jaargetijden.
2. In San Sebastian valt stijgingsneerslag.
Wat is juist?
A
Alleen uitspraak 1 is juist.
B
Alleen uitspraak 2 is juist.
C
Beide uitspraken zijn juist.
D
Beide uitspraken zijn onjuist.

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Zelfstandig werken 
Maak volgende opdrachten van par. 2.4 
1,2,3
timer
10:00

Slide 22 - Slide