What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Vester College
De onderwijsspecialisten
Visit the website
menu
Lessons
Search
‹
Return to search
Thema 1 Wie ben ik? Voorbereiding PW
Thema 1 Wie ben ik?
1 / 35
next
Slide 1:
Slide
Mens en maatschappij
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
This lesson contains
35 slides
, with
interactive quizzes
,
text slide
and
1 video
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Thema 1 Wie ben ik?
Slide 1 - Slide
Wat geeft de schaal van de kaart aan?
A
Betekenis van symbolen en kleuren in de kaart
B
De ligging van een plaats op de kaart
C
Hoeveel een gebied op de kaart is verkleind
D
Wat het onderwerp van de kaart is
Slide 2 - Quiz
Wat kun je het best gebruiken om een onbekende plaats in de atlas te vinden?
A
Bladwijzer
B
Legenda
C
Namenregister
D
Onderwerp register
Slide 3 - Quiz
Welke uitspraak is juist?
A
In gebieden waar veel mensen wonen zijn veel inrichtingselementen.
B
Als je inzoomt, zie je minder details op een kaart.
C
Een kaart is een vergroting van de werkelijkheid.
D
In een legenda vind je plaatsnamen
Slide 4 - Quiz
Wat hoort bij het tijdvak van de jagers en boeren?
A
Dinosaurus
B
De Stoomtrein
C
Dierenhuiden
D
Kolonie
Slide 5 - Quiz
Wat is een natuurlijk inrichtingselement?
A
Berg
B
Hekje
C
Snelweg
D
Geplante boom
Slide 6 - Quiz
Wat is een inrichtingselement?
A
Huis
B
Boom
C
Rivier
D
School
Slide 7 - Quiz
Wat bedoelen we met de wereld wordt steeds kleiner?
A
Dat lijkt zo door snellere voertuigen en communicatie
B
Dat komt door de handel
C
Dat komt door dat we kaarten gebruiken
D
Dankzij Columbus werd de wereld kleiner
Slide 8 - Quiz
Een denkbeeldige lijn die rond het midden van de aarde loopt.
A
Nulmeridiaan
B
De evenaar
C
Noorderbreedte
D
Zuiderbreedte
Slide 9 - Quiz
Welke ontdekkingsreiziger heeft Amerika ontdekt?
A
Columbus
B
Barentz
C
Marco Polo
D
Bill Gates
Slide 10 - Quiz
Wat is een tijdvak?
A
Een ander woord voor geschiedenis
B
Een kenmerkende periode in de geschiedenis
C
Een ouderwetse klok
D
Vindplaats van oude voorwerpen.
Slide 11 - Quiz
Wat is een geschreven bron?
A
Een oude bijl
B
Een bladzijde uit het dagboek van Anne Frank
C
Een oude foto
D
Een mummie
Slide 12 - Quiz
Het dagboek van Anne Frank
A
Een directe bron
B
Een indirecte Bron
C
X
D
X
Slide 13 - Quiz
Een tekst over het boek van Anne Frank
A
Directe bron
B
Indirecte Bron
C
X
D
X
Slide 14 - Quiz
Wat is een generatie?
A
Een groep mensen van verschillende leeftijden
B
Een groep buitenlanders
C
Mensen van vroeger
D
Een groep mensen van dezelfde leeftijd
Slide 15 - Quiz
Hoeveel jaar is een eeuw?
A
10 jaar
B
100 jaar
C
1000 jaar
D
10000 jaar
Slide 16 - Quiz
Onze jaartelling begint bij het jaar nul, hoe komt dat?
A
Geboorte van Mohammed
B
Kalender van de Inca's
C
Geboorte van Jezus Christus
D
Omdat ze wereld al zo oud is
Slide 17 - Quiz
Wat is de grondwet?
A
Dat gaat over het behoud van de natuur
B
Daarin staan de rechten van de mens
C
Dat is een speciale wet gemaakt voor de koning
D
Het is een wet tegen vervuiling van grond
Slide 18 - Quiz
Waarom zijn verkeersboetes voor telefoongebruik en door rood rijden zo hoog?
A
Ze moeten ergens winst op maken
B
Is geen reden voor
C
Omdat het levensgevaarlijk is
D
Omdat mobiele telefoon ook prijzig zijn
Slide 19 - Quiz
De koning is de baas van Nederland
Juist
Onjuist
Slide 20 - Poll
Als er een nieuwe regering is gaan de ministers met de koning op de foto
Juist
Onjuist
Slide 21 - Poll
De minister president heeft de meeste macht in Nederland
Juist
Onjuist
Slide 22 - Poll
Mensen hebben het recht om te demonstreren
Juist
Onjuist
Slide 23 - Poll
Wat is een debat?
A
Een discussie over een politiek onderwerp
B
Dat is een documentaire over het parement
C
Een debat is een lekker broodje
D
Een buitenlandse vorst
Slide 24 - Quiz
Wat is een basisbehoefte?
A
Voedsel
B
Mobiel
C
Fiets
D
Vakantie
Slide 25 - Quiz
Wat is nog meer een basisbehoefte
A
Laptop
B
Auto
C
Fastfood
D
Kleding
Slide 26 - Quiz
Wat komt niet uit Nederland?
A
Nieuwe haring
B
Mango
C
Aardbeien
D
Thee
Slide 27 - Quiz
Wat is typische Nederlands?
A
Pizza / hockey
B
Zwemmen / Schaatsen
C
Donut / Rugby
D
Surfen / Volleybal
Slide 28 - Quiz
Wat bedoelen ze met Nederland is multicultureel?
A
Als je ieder jaar op vakantie gaat
B
Als je van Thais eten houdt
C
Mix van culturen in een land
D
Als je respect hebt voor een ander geloof
Slide 29 - Quiz
Waarom is er in Nederland minder kindersterfte dan in Afrikaanse landen?
A
Betere gezondheidszorg en leefomstandigheden
B
Nederlanders worden van nature ouder
C
Nederlanders krijgen meer kinderen
D
Dat komt omdat Nederlanders veel bidden
Slide 30 - Quiz
Wat hoort waarbij?
Aardrijkskunde
Geschiedenis
atlas
schaal
tijdbalk
windroos
vinkingen
Slide 31 - Drag question
Als iemand doet wat jij zegt.
Tekst waarin staat wat wel en wat niet mag.
Afspraken op school.
Je neemt over wat een ander doet.
invloed
regel
wet
macht
Slide 32 - Drag question
agragisch terrein
natuur
bebouwd terrein
verkeersterrein
water
Slide 33 - Drag question
dorp
landelijk gebied
stad
stedelijk gebied
platteland
woonplaats met meer dan 10.000 inwoners
gebied met veel steden
woonplaats met minder dan 10.000 inwoners
Slide 34 - Drag question
0
Slide 35 - Video