What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Visit the website
‹
Return to search
Barok
Barok
1600-1750
HKN
WB'21
1 / 43
next
Slide 1:
Slide
Muziek
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 5,6
This lesson contains
43 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
8 videos
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Barok
1600-1750
HKN
WB'21
Slide 1 - Slide
Waar denk je aan bij de stijlperiode Barok?
Slide 2 - Open question
algemene kenmerken
Barok
Tijd van oorlogen en ruzies tussen verschillende religies.
Tijd van pracht en praal
expressief, flamboyant, rijk versierd: kunst moet de vorst verheerlijken.
contrareformatie
Paleis van Versailles
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Opera
ontstaan van de opera: gezongen toneelstuk, muziek moet tekst ondersteunen
recitatief
: zingend spreken, eenvoudige begeleiding met klavecimbel of luit
basso continuo
: melodielijn door klavecimbel/luit en baslijn door cello of gamba
Claudio Monteverdi (1567-1643)
Slide 5 - Slide
Welke zin is waar?
A
Een ouverture is een vocale opening van de opera.
B
Een aria is een lied.
C
Een recitatief heet secco als er begeleiding is vanuit de baslijn met extra strijkers.
D
Het koor heeft een leidende rol in de opera.
Slide 6 - Quiz
structuur opera
ouverture:
instrumentale opening opera (langzaam en statig)
recitatief secco
: begeleiding in akkoorden
accompagnato:
begeleiding door meerdere instrumenten.
aria
: lied
koor:
omstanders in het stuk (vieren of lijden mee)
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Wat heb je in deze video geleerd over J.S. Bach?
Slide 9 - Mind map
Vocale werken
oratorium: gezongen bijbelverhaal
passie: lijden en sterven van Christus
cantate: korter vocaal werk
Instrumentale werken
mineur+majeur
concert
: stukken voor ensembles
triosonate
: stuk voor 3 muzikanten
sequensen
: motiefherhalingen > voortspinning
versieringen, terrassendynamiek
affectenleer:
welke intervallen en akkoorden welke emotie oproepen
Slide 10 - Slide
Vraag bij de volgende video:
Welke instrumenten voeren deze compositie uit, en wat zou de titel 'pian'e forte' kunnen betekenen?
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Welke instrumenten voeren deze compositie uit, en wat zou de titel 'pian'e forte' kunnen betekenen?
Slide 13 - Open question
Concerten
meerkorig concert:
twee of drie groepen instrumenten / koren tegenover elkaar
concerto grosso:
kleine groep solisten tegenover ensemble.
soloconcert:
1 solist tegenover orkest
Begrippen Barok
suite:
verzameling dansen die verschillende tempi hebben
sarabande:
3-delig, langzaam, dans
menuet
: gematigd tempo, 3-delig, modieus
fuga
: 3 of 4-stemmig stuk, expositie, ontwikkeling, slot
stretto en orgelpunt
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
Welke compositie techniek is er gebruikt voor dit muziekstuk?
A
Cantus Firmus
B
Fuga
C
Canon
D
Concerto Grosso
Slide 16 - Quiz
In welke toonsoort staat deze fuga?
In welke volgorde zetten de stemmen in?
Welke inzetten staan er in de dominant?
Slide 17 - Slide
Toonsoort van de fuga
A
B majeur
B
D majeur
C
B mineur
D
D mineur
Slide 18 - Quiz
Volgorde van steminzetten
A
S - A - T - B
B
A - B - T - S
C
T - A - S - B
D
T - S - A - B
Slide 19 - Quiz
Welke thema inzetten staan er in de dominant?
A
De 1e en de 2e
B
De 2e en de 4e
C
De 1e en de 3e
D
De 3e en de 4e
Slide 20 - Quiz
Slide 21 - Video
Welk instrument hoorde je hier?
A
Vleugel
B
Viola da Gamba
C
Klavecimbel
D
Luit
Slide 22 - Quiz
Slide 23 - Video
We hoorden hier een
A
aria
B
recitatief secco
C
recitatief accompagnato
D
sonate
Slide 24 - Quiz
Slide 25 - Video
Welk instrument hoorde je hier?
A
Luit
B
Viola da Gamba
C
Cello
D
Contrabas
Slide 26 - Quiz
Wat is de toonsoort van dit stuk?
Slide 27 - Open question
Welk instrument zien we hier?
Slide 28 - Open question
Hoe noem je deze becijferde bas ook wel?
A
Complementair ritme
B
Concerto Grosso
C
Barokke beweging
D
Basso Continuo
Slide 29 - Quiz
Slide 30 - Video
De basmelodie wordt in dit stuk telkens herhaald / gevarieerd.
Dit noem je ook wel een:
A
Oratorium
B
Ostinate bas
C
Orgelpunt
D
Voortspinnen
Slide 31 - Quiz
Extra theorie vragen
Slide 32 - Slide
Wat is juist?
Het A majeur akkoord
bestaat uit deze drie tonen:
A
A + C + E
B
A + D + F
C
A + Cis + E
D
A + Des + F
Slide 33 - Quiz
Wanneer ik dit akkoordsymbool
zie staan: Fm
Druk ik de volgende
toetsen in op de piano:
A
F + G + A
B
F + A + C
C
F + Ais + Cis
D
F + As + C
Slide 34 - Quiz
Wat zijn de notennamen van de eerste 2 tonen van dit stuk?
Bepaal het interval tussen deze twee tonen
Slide 35 - Slide
De eerste 2 notennamen zijn:
A
G en E
B
Gis en Fis
C
B en G
D
B en Fis
Slide 36 - Quiz
Het interval B - Fis is:
A
Reine Kwart
B
Verminderde Kwint
C
Reine Kwint
D
Overmatige Kwint
Slide 37 - Quiz
Benoem het volgende interval
F - F'
A
Reine priem
B
Grote secunde
C
Rein octaaf
D
Overmatige priem
Slide 38 - Quiz
Andante betekent:
A
Geleidelijk sterker worden
B
Levendig tempo
C
Rustig, gaande tempo
D
Geleidelijk zachter worden
Slide 39 - Quiz
Wat zie je hier boven
de noot staan?
A
Een voorteken
B
Een versiering
C
Een herstellingsteken
D
Een rust
Slide 40 - Quiz
Vwo stof!
In welke toonsoort staat dit stuk?
INFO:
Het slotakkoord is een Dmaj akkoord
Slide 41 - Slide
Wat zijn de
notennamen van
deze drie noten?
A
C - D - E
B
E - F - G
C
D - E - F
D
F - G - A
Slide 42 - Quiz
Zijn er nog vragen?
Slide 43 - Slide