kader 2 H1

soorten inkomens: werken voor een baas is
A
Loon
B
Winst
C
een uitkering
1 / 15
next
Slide 1: Quiz
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

soorten inkomens: werken voor een baas is
A
Loon
B
Winst
C
een uitkering

Slide 1 - Quiz

soorten inkomens: kinderbijslag is
A
Loon
B
Winst
C
een uitkering

Slide 2 - Quiz

soorten inkomens:
van welk inkomen weet je van tevoren niet hoeveel het is?
A
Loon
B
Winst
C
een uitkering
D
salaris

Slide 3 - Quiz

als je € 5 per week wil omrekenen naar een bedrag per maand, welke berekening voer je dan uit?

Slide 4 - Open question

soorten uitgaven:
vakantie is?
A
vaste lasten
B
huishoudelijke uitgaven
C
incidentele uitgaven

Slide 5 - Quiz

soorten uitgaven:
huur is?
A
vaste lasten
B
huishoudelijke uitgaven
C
incidentele uitgaven

Slide 6 - Quiz

soorten uitgaven:
boodschappen bij de Jumbo of AH is?
A
vaste lasten
B
huishoudelijke uitgaven
C
incidentele uitgaven

Slide 7 - Quiz

soorten uitgaven:
een telefoon abonnement is?
A
vaste lasten
B
huishoudelijke uitgaven
C
incidentele uitgaven

Slide 8 - Quiz

soorten uitgaven:
kleding is?
A
vaste lasten
B
huishoudelijke uitgaven
C
incidentele uitgaven

Slide 9 - Quiz

een begroting is
A
alle vaste lasten bij elkaar
B
een soort inkomen, zoals loon
C
een overzicht van je verwachte inkomsten en uitgaven
D
geld opzij zetten voor een grote uitgave

Slide 10 - Quiz

je wil over 1 jaar een telefoon kopen van € 500. je krijgt € 140 van je oom.
hoeveel moet je per maand reserveren

Slide 11 - Open question

je wil een bedrag omrekenen van maand naar week, hoe doe je dat?

Slide 12 - Open question

met welke formule bereken je het gemiddelde?

Slide 13 - Open question

de consumentenbond test de nieuwste mobiele telefoons. hoe heet zo'n test?
A
deugdelijk product
B
consumenten-organisatie
C
garantie
D
vergelijkend warenonderzoek

Slide 14 - Quiz

je nieuwe mobiele telefoon doet het na 3 maanden al bijna niet meer. dit is geen.....?
A
deugdelijk product
B
consumenten-organisatie
C
garantie
D
vergelijkend warenonderzoek

Slide 15 - Quiz