Beeldaspectenboekje 2D lj 2 Opd 1 LES 1

• Tekenen
• Middelbare school
• vmbo g, t, mavo, havo, vwo
• Leerjaar 2

Beeldaspectenboekje

Opdracht 1            2019/2020

leerjaar 2

2D / INTRODUCTIELES

LES 1

Vooraf:

De onderdelen waaruit een beeldend kunstwerk is opgebouwd, noemen we beeldaspecten.

Een beeldaspect kan alleen in combinatie met andere beeldaspecten gebruikt worden. Een beeldaspect is eigenlijk een “beeldende truc” die een kunstenaar gebruikt om je duidelijk te maken wat zijn bedoeling is met het kunstwerk.

De belangrijkste beeldaspecten zijn:

structuur - kleur - licht

ruimte - compositie - vorm - textuur

De eerste 3 heb je als het goed is vorig jaar al gehad met 2D.

Je bent met de vakken 2D én 3D bezig met deze beeldaspecten.

De komende lessen behandelen we elke twee lessen een ander beeldaspect. Daarna gaan we ze combineren in de opdrachten. 

Korte uitleg over de beeldaspecten:

1. Licht:

Het licht is erg bepalend voor de sfeer van het

beeld. Zo kan er een sterke lichtbron zijn met veel

schaduwen,          

of er is juist gebruik geen duidelijke lichtbron

aanwezig.

2. Kleur:

Bepaalde kleurcombinaties hebben een effect in

het beeld.          

Bijvoorbeeld in kleurcontrasten.

Korte uitleg over de beeldaspecten:

3. Ruimte:

Er kan échte ruimte in een beeld zitten bij  een

3D beeld           

of het kan bij een 2D beeld net lijken alsóf er ruimte inzit,

dan spreken we van ruimtesuggestie.

4. Vorm:

De vorm van een beeld kan er op veel verschillende manier uitzien. 

Er kan bijv. gebruik zijn gemaakt van geometrische vormen,

of organische vormen.

Ook kan een beeld symmetrisch of

asymmetrisch zijn of samengesteld of enkelvoudig, open of juist gesloten.           

Ook kan de vorm van het beeld een herhaalde vorm zijn,

bijvoorbeeld een patroon of dessin.

Korte uitleg over de beeldaspecten:

5. Structuur/ lijn: 

Lijnen kunnen strak zijn, sierlijk zijn

maar ook heel erg expressief.            

Hoe ze gebruikt zijn geeft een extra expressie aan het beeld.

6. Compositie:

Met de compositie bedoelen we de indeling van het beeld. 

Op welke manier zijn alle elementen in het beeld bij elkaar gezet.

7. Textuur:

Een textuur is de zichtbare en voelbare aard van een oppervlak.

Het is dus een structuur die je niet alleen kunt zien, maar ook kunt voelen.

Wat moet je doen?

Je maakt steeds IN TWEE LESSEN een opdracht met een van de beeldaspecten. Dit is best doorwerken geblazen!

Het is dus belangrijk dat je je huiswerk steeds maakt om in de les snel aan het werk te kunnen gaan!

Je kiest per les één onderwerp (vorm, mens of dier), bereidt dit thuis voor en illustreert op elk blad van je boekje een voorbeeld van het beeldaspect op aangegeven manier én met aangegeven materiaal.

Kun je niet zo goed tekenen, houd de vorm dan simpel!

Je maakt voor deze opdracht 7 kunstwerkjes in 14 lessen in één boekje.

Je gebruikt in de opdracht ook verschillende materialen:

• STRUCTUUR/LIJN: Oost-Indische inkt
• KLEUR: ecoline
• LICHT: grijs potlood 
• RUIMTE: stiften
• COMPOSITIE: krijt (pastel- en vetkrijt)
• VORM: kleurpotloden
• TEXTUUR: plakkaatverf, cocktailprikkers, zandkorrels, woldraden
  

Verder:

Op een half groot tekenvel maak je een verdeling in 7 gelijke vakken.

Kies de vorm van een voorwerp, een mens of een dier.

Laat deze vorm bij elk deel van je boekje terugkomen óf bedenk elke keer

een andere vorm. dat mag je zelf weten. 

Bedenk bij elke hoe je de tekening gaat opbouwen. 

Dat bedenken is elke week je huiswerk.

Moet je dat in de les nog doen, kom je in tijdnood!

Als alle mini kunstwerkjes klaar zijn is je boekje compleet!

We gaan alle opgedane kennis dan toepassen in de overige

beeldende lessen.

Beoordeling:

- Heb je een nette verdeling gemaakt in 7 vakken?

- Zie je duidelijk bij de kunstwerkjes  welk beeldaspect je hebt gebruikt?

- Heb je de verschillende materialen en technieken goed toegepast?

- Heb jij jouw vorm/mens of dier goed kunnen uitbeelden bij de verschillende beeldaspecten?

- Heb je netjes gewerkt?

Verder krijg je tot slot een mini SO over de begrippen van de 7 beeldaspecten.

En nu aan de slag!

Werkvolgorde

Rest van dit lesuur:

1. Verdeel je tekenvel in de 7 gelijke vakken breed.

2. Bedenk een vorm, mens of dier als onderwerp voor je mini-schilderijen.

3. Vouw een A-4tje in vieren en maak in elk deel een andere schets van je bedachte onderwerp. Je mag hiervoor iets natekenen als je dat wilt, bijvoorbeeld een voorwerp uit je etui. Let op: overtrekken mag NIET en een afbeelding opzoeken op je IPad ook NIET. Kies er één uit als uiteindelijk ontwerp. Naam er op en inleveren bij de docent.

Dit mag je thuis afmaken als huiswerk.

LEES ALS  HUISWERK ELKE WEEK DE VOLGENDE LES DOOR OP LESSON UP EN MAAK DE OPDRACHT ZODAT JE VOORBEREID IN DE LES KOMT