Grammar 11 theme 4
2MHV
This lesson contains 7 slides, with interactive quizzes and text slides.
Grammar 11 theme 4
2MHV
Used to + hele werkwoord
Gebruik je om te zeggen:
- dat iets in het verleden regelmatig gebeurde (een gewoonte was),
- of dat iets in het verleden zo was,
maar nu niet meer.
I used to read a lot of books, but now I play videogames.
Vroeger las ik veel boeken, maar nu speel ik computerspellen.
Gordon used to be a vegetarian.
Used to = vroeger (altijd).
Thom used to live with his parents, but now he lives on his own.
Tom woonde vroeger (altijd) bij zijn ouders, maar nu woont hij op zichzelf.
1. Zet 'used to' voor het werkwoord in de zin.
2. Verander het werkwoord naar het hele werkwoord.
plays > play
played > play
3. De overige woorden van de zin blijven hetzelfde.
Het hele werkwoord is het werkwoord zonder toevoegingen!