LHBTIQA+ Seksualiteit en identiteit

Seksuele voorkeur LHBTIQAP
Lesbisch
Homoseksueel
Biseksueel
Transgender
Intersekse
Queer
Aseksueel
Panseksueel
1 / 8
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 8 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Seksuele voorkeur LHBTIQAP
Lesbisch
Homoseksueel
Biseksueel
Transgender
Intersekse
Queer
Aseksueel
Panseksueel

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

LHBTIQA+
lesbisch
homoseksueel
biseksueel
transgender: gevoel komt niet overeen met geslacht
intersekse: geen man, geen vrouw
queer: je nergens onder horen vallen
aseksueel: zich niet aangetrokken voelen
panseksueel: gender maakt niks uit

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

LHBTIQA+

Slechts iets meer dan 3% van de mannen en vrouwen ‘voelt’ zich bi. Het lijkt erop dat veruit de meeste mensen die hebben gevreeën met beide seksen uiteindelijk kiezen voor een homo-identiteit of een hetero-identiteit. Als je kijkt naar identiteit, is ruim 90% van de mannen en vrouwen hetero, en slechts 2,6% van de vrouwen en zo’n 4% van de mannen bi.

Slide 3 - Slide

Bron: https://www.nemokennislink.nl/publicaties/de-moeilijkheid-met-homoseksualiteit/
LHBTIQA+
Lesbisch: Een vrouw die zich aangetrokken voelt tot vrouwen.
Homoseksueel: Een man die zich aangetrokken voelt tot mannen.
Biseksueel: Een man/vrouw die zich aangetrokken voelt tot zowel        mannen als vrouwen.
Transgender: Een jongen geboren als meisje, of andersom.


Slide 4 - Slide

This item has no instructions

LHBTIQA+
Aseksueel: Mensen die zich niet seksueel aangetrokken voelen tot anderen
Panseksueel: Mensen die zich aangetrokken voelen tot alle genderidentiteiten en biologische geslachten. Ze vallen dus niet op geslacht, maar op het karakter of de persoonlijkheid van de ander 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

LHBTIQA+
Intersekse: geslachtsorganen passen niet bij man of vrouw, maar zitten er tussenin. Bij geboorte is niet goed duidelijk of de baby een jongetje of een meisje is.
Queer: Mensen die hun seksuele voorkeur liever niet in een hokje plaatsen. Iemand die queer is, wil zich dus liever niet identificeren als lesbisch, hetero, biseksueel of panseksueel


Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Geslacht en gender
Als het gaat over seks en seksualiteit, zie je vaak de afkorting LHBTI (soms met nog meer letters). Deze letters staan voor lesbisch, homoseksueel, biseksueel, transgender en intersekse. In dit rijtje staan seksuele oriëntaties, maar ook woorden die niets te maken hebben met seks, namelijk transgender en intersekse. Deze aanduidingen gaan over gender en geslacht.

Het geslacht (man, vrouw of intersekse) zijn de lichamelijke geslachtskenmerken, zoals een penis of vulva. Het gender bestaat uit de eigenschappen en gedragingen die mensen mannelijk of vrouwelijk vinden. Eenvoudige voorbeelden daarvan zijn: met poppen of met auto’s spelen, een broek of een rok dragen, stoer of zorgzaam zijn.
Geslacht kent twee uitersten (man of vrouw), maar er zijn heel veel verschillende genders. Je gender is een optelsom van je geslacht, je identiteit (wie je bent, hoe je je voelt) en je expressie (hoe je je kleedt, hoe je je gedraagt). Dit zie je in afbeelding 3. Je seksuele oriëntatie zegt niets over je eigen gender, maar wel iets over het gender waar je op valt.

Bij een transgender persoon komt de genderidentiteit (gevoel) niet of niet helemaal overeen met het geslacht (lichaam). Als iemand zich ongemakkelijk voelt met het eigen geslacht, noem je dat genderdysforie. Sommige transgenders kiezen voor een geslachtsaanpassende operatie, waardoor het lichaam (geslacht) wel overeenkomt met de genderidentiteit.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

LHBTI(QAPC)
Lesbisch: Een vrouw die zich emotioneel/fysiek aangetrokken voelt tot vrouwen
Homoseksueel: Een man die zich emotioneel/fysiek aangetrokken voelt tot mannen
Biseksueel: Een man of vrouw die zich zowel emotioneel als fysiek aangetrokken voelt tot mannen als vrouwen
Transgender: parapluterm voor mensen die zich niet identificeren met het bij geboorte toegekende geslacht
Intersekse conditie: een parapluterm voor aangeboren condities waarbij het geslacht verschilt van wat medici als norm beschouwen voor mannen- en vrouwenlichamen. Er zijn veel verschillende intersekse-condities

Queer: Mensen die hun seksuele voorkeur liever niet in een hokje plaatsen. Iemand die queer is wil zich dus liever niet identificeren als lesbisch, hetero, biseksueel of panseksueel
Aseksueel: Mensen die zich niet seksueel aangetrokken voelen tot anderen
Panseksueel: Mensen die zich aangetrokken voelen tot alle genderidentiteiten en biologische geslachten. Ze vallen dus niet op geslacht, maar op het karakter of de persoonlijkheid van de ander
Cisgender: Mensen bij wie het geboortegeslacht overeenkomt met de ervaren genderidentiteit

Slide 8 - Slide

This item has no instructions