thema 4 sporten basisstof 4

Thema 4 sporten B4 spieren 
1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Thema 4 sporten B4 spieren 

Slide 1 - Slide

Wat weet je over je spieren

Slide 2 - Mind map

Wat leer je allemaal 
  • Je kunt de bouw en de werking van de spieren beschrijven.

  • Je kunt het belang van een goede lichaamshouding aangeven. 

Slide 3 - Slide

Vragen bij het filmpje
Schrijf de volgende vragen in je schrift en beantwoord ze tijdens het kijken van het filmpje.
  1. Noem vier voorbeelden van spieren die je automatisch gebruikt zonder erbij na te denken.
  2. Waarmee zitten spieren vast aan botten?
  3. Waaruit zijn spieren opgebouwd? 
  4. Waardoor worden spieren dikker als je ze traint? 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Rugspier
1
Buikspier
2
Voorste Dijspier
3
Achterste Dijspier
4
Kuitspier
5
Achillespees
6
Een paar spieren oefenen...

Slide 6 - Slide

Spieren 
Spieren bestaan uit spiervezels. Het lijkt op een stuk touw. 
Een spier zit met pezen aan botten vast. De plaats waar een pees aan een bot vast zit noem je een aanhechtingsplaats. 
Een spier kan zich samentrekken, een pees niet. 

Slide 7 - Slide

Antagonisten
Een buigspier en een strekspier die samen één beweging mogelijk maken, vormen een antagonistisch paar. De strekspier is de antagonist van de buigspier.

Op de volgende twee dia's staan twee antagonisten uitgelegd: de biceps en de triceps


Slide 8 - Slide

Arm buigen
  • Armbuigspier (biceps) samentrekken = korter en dikker
  • Pezen trekken aan je spaakbeen
  • armstrekspier (biceps) onspant= langer en dunner

Slide 9 - Slide

Arm strekken
  • Armstrekspier (triceps) samentrekken= korter en dikker
  • Pezen trekken aan je ellenpijp
  • Armbuigspier (triceps)ontspant = langer en dunner

Slide 10 - Slide


Als een spier samentrekt:
hoe lang kun jij dit?
De plank is een statische oefening, wat inhoudt dat je je lichaam een tijdje in een bepaalde houding moet houden zonder te bewegen.
A
wordt de spier korter en dunner
B
wordt de spier langer en dikker
C
wordt de spier korter en dikker
D
wordt de spier langer en dunner

Slide 11 - Quiz


Als deze spieren aanspannen
A
gaat de pols buigen
B
gaat de pols strekken
C
gebeurt er niets in de pols
D
gaat de pols draaien

Slide 12 - Quiz


De arm gaat nog meer buigen
A
de biceps spant meer aan
B
de triceps spant meer aan
C
de voorste dijspier spant meer aan
D
de achterste dijspier spant meer aan

Slide 13 - Quiz

Beweging ontstaat doordat .... 1 .... kunnen samentrekken.

.... 2 .... kunnen niet samentrekken, maar zorgen voor verbinding met het bot.
A
1: spieren 2: spieren
B
1: pezen 2: pezen
C
1: pezen 2: spieren
D
1: spieren 2: pezen

Slide 14 - Quiz

Waar zitten pezen?
A
Tussen 2 gewrichten
B
Tussen botten en spieren
C
Tussen gewrichten en spieren
D
Tussen 2 spieren

Slide 15 - Quiz

Onbewuste spieren
A
Jij hebt geen controle over het aan- en ontspannen.
B
Spannen aan wanneer jij wil
C
Zijn spieren van dieren
D
Zijn spieren die je niet wil

Slide 16 - Quiz

Is het hart een spier?
A
ja
B
nee

Slide 17 - Quiz

Is een long een spier?
A
Ja
B
nee

Slide 18 - Quiz

Een voorbeeld van een willekeurige spier is:
A
hart
B
dunne darmspieren
C
kuitspier
D
bloedvaatspier

Slide 19 - Quiz

Lichaamshouding 
Je lichaamshouding is de manier waarop je zit of staat. Hierbij is de wervelkolom belangrijk. Je rugspieren en buikspieren zorgen ervoor dat je wervelkolom goed staat. 
Bij een goede lichaamshouding heeft de wervelkolom een dubbele S vorm. 
Als je zit moet je benen in een hoek van 90 graden staan. 

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide


Hier zie je
A
geen goede lichaamshouding
B
een goede lichaamshouding

Slide 22 - Quiz


Waar zie je een goede lichaamshouding? 
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 23 - Quiz

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 24 - Open question

Wat heb je allemaal geleerd. 
  • Je kunt de bouw en de werking van de spieren beschrijven.

  • Je kunt het belang van een goede lichaamshouding aangeven. 

Slide 25 - Slide