Argumentatieschema Blok 4

Argumentatie
vwo 3 
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Argumentatie
vwo 3 

Slide 1 - Slide

Allereerst een beetje uitleg:
In het boek vind je de verschillende basisschema's:
  • enkelvoudige argumentatie (één argument)
  • nevenschikkende argumentatie (meerdere hoofdargumenten)
  • onderschikkende argumentatie (hoofdargument met subargumenten)
  • combinatie van nevenschikkend en onderschikkend (combi van alles)

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Argumentatieschema's
Blok 4 Lezen blz. 180 t/m 185

Slide 4 - Slide

Lees nu eerst de volgende tekst:
Alinea 1 t/m 3

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Wat is de stelling van dit artikel?

Slide 7 - Open question

Welk argument wordt in deze inleiding genoemd ter ondersteuning van de stelling?

Slide 8 - Open question

Wat voor soort argument is dit?
(Denk aan: feitelijk, ervaring, gezag, nut of gewenst effect, veronderstelling, vergelijking, emotioneel en moreel argument).

Slide 9 - Open question

Welke manier kiest de schrijver om zijn tekst in te leiden?
A
anekdote vertellen
B
onderwerp aankondigen
C
vraag stellen
D
samenvatting geven

Slide 10 - Quiz

Lees nu het tweede deel:
Alinea 4 t/m 6

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Wat is de functie van alinea 4 en 5
("Is het dan altijd beter...t/m in die zin kinderbescherming")
A
advies
B
afweging
C
bewering
D
oplossing

Slide 13 - Quiz

Wat is de functie van alinea 6?
("Opmerkelijk genoeg ... van adoptie")
A
advies
B
argumentatie
C
tegenwerping
D
oplossing

Slide 14 - Quiz

Welk argument wordt in alinea 5 genoemd? Wat voor soort argument is dit?

Slide 15 - Open question

Lees nu het derde deel van de tekst:
Alinea 7 en 8

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Welke uitspraken uit alinea 7 en 8 zijn argumenten VOOR adoptie?

Slide 18 - Open question

Wat voor soort argumenten zijn dit?
A
ervaringsargumenten
B
emotionele argumenten
C
gezagsargumenten
D
feitelijke argumenten

Slide 19 - Quiz

Lees nu het laatste deel van de tekst
Alinea 9.

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Vul het argumentatieschema in:

Slide 22 - Slide

En nu verder:

Slide 23 - Slide

En het laatste deel:

Slide 24 - Slide

Hoe noem je dergelijk argumentatieschema?
A
enkelvoudige argumentatie
B
onderschikkende argumentatie
C
nevenschikkende argumentatie
D
combinatie van nevenschikkend en onderschikkend

Slide 25 - Quiz

Wat moet je verder doen?
Maak de volgende opdracht (gedeeld in Teams)
https://maken.wikiwijs.nl/80898/Lezen___Argumenteren__v3#!page-6009114
Succes!

Slide 26 - Slide