D2ATh3 B4 Onderste luchtwegen

D2ATh3: Verbranding en ademhaling
 B4: Onderste luchtwegen
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 
1 / 34
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

D2ATh3: Verbranding en ademhaling
 B4: Onderste luchtwegen
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel

1.  Je leert waaruit het ademhalingsstelsel bestaat

2. Je leert de kenmerken en de functies van de onderste luchtwegen

3. Je leert hoe de gaswisseling in de longen plaatsvindt




Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Opdrachten (huiswerk)
Handboek:   Lezen blz. 90 en 91
                          Noteer de gekleurde woorden in je schrift.

Werkboek blz. 107 t/m 110

Maak opdracht: 17, 18 en 20 t/m 22

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

onderste luchtwegen

Slide 4 - Mind map

Onderste luchtwegen:
Luchtpijp
Bronchiën
Longblaasjes
Demonstratie practicum? 

Varkenslong

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Video

This item has no instructions

Onderste luchtwegen
De luchtpijp, bronchiën, longen en de longblaasjes vormen de onderste luchtwegen.

De bovenkant van de luchtpijp sluit aan op het strottenhoofd. De onderkant splitst in de twee bronchiën. De ene gaat naar de rechter- de andere naar de linkerlong.

Net als de luchtpijp bevatten ook de bronchiën kraakbeenringen.
Kraakbeenringen
Ze zijn hoefijzervormig.
Hierdoor is de luchtpijp stevig en blijft deze open staan.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Video

This item has no instructions

Slide 9 - Video

This item has no instructions

Longblaasjes en longhaarvaten
De bronchiën vertakken zich in steeds kleinere buisjes. In de kleinste buisjes zitten spiertjes (geen kraakbeenringen). Aan het einde van de kleinste buisjes zitten de longblaasjes. Die liggen als trosjes bij elkaar.

Om de longblaasjes lopen heel veel kleine bloedvaten, dit noem je de longhaarvaten. De wand is maar 1 cel dik.

Slijmvlies dat in de luchtpijp, de bronchiën en de longblaasjes zit, produceert slijm. Daaraan blijven stofdeeltjes en ziekteverwekkers kleven. De trilharen verplaatsen het slijm naar de keelholte. Vervolgens wordt het slijm ingeslikt. Bij teveel slijm ga je hoesten en als je irriterende stoffen inademt doe je dat ook (bijv. bij roken).


Bloed
Zuurstofrijk naar alle cellen van je lichaam
1
Lucht
Zuurstofrijk naar de longblaasjes
2
Lucht
Zuurstofarm, koolstofdioxiderijk wordt uitgeademd

3
Bloed
Zuurstofarm, koolstofdioxiderijk komt van al je lichaamscellen terug naar de longblaasjes

4
Longblaasje
5
Longhaarvat

6
1
2
3
4

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Gaswisseling
De wanden van de longblaasjes en de longhaarvaten zijn heel dun, zuurstof en koolstofdioxide kan er doorheen. 

Bij inademing komt er veel lucht met zuurstof in de longblaasjes. De zuurstof wordt dan afgegeven aan de longhaarvaten. 

In de longhaarvaten zit bloed, dat vervoert het zuurstofrijke bloed naar alle lichaamscellen. In de cellen vindt verbranding plaats, daarbij wordt de zuurstof gebruikt en ontstaat koolstofdioxide. 
De bloedvaten vervoeren het zuurstofarme / koolstofdioxide rijke bloed terug naar de longen. Via de longhaarvaten vindt er uitwisseling plaats met de longblaasjes. 
De gebruikte lucht wordt uitgeademd.
Longhaarvat
Longblaasje
Gaswisseling: 
Er kan zuurstof en koolstofdioxide door de wanden van de longblaasjes en de haarvaten. 
De longblaasjes hebben samen een enorme oppervlakte.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Link

This item has no instructions

                                 
In de longblaasjes vindt uitwisseling plaats van zuurstof en koolstofdioxide.
Het zuurstof wordt door het bloed naar alle cellen vervoerd. 
In de cellen vindt verbranding plaats waardoor koolstofdioxide vrij komt.
Om de longblaasjes liggen hele dunne bloedvaatjes, de longhaarvaten.
Zuurstof wordt via de longen opgenomen. Als het in de longblaasjes aankomt, wordt het in de longhaarvaten opgenomen. Koolstofdioxide gaat vanuit de longhaarvaten terug naar de longblaasjes en adem je uit.
De uitwisseling van gassen noem je gaswisseling
1
Ingeademde lucht met

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Video

This item has no instructions

Slide 15 - Video

This item has no instructions

Gaswisseling

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Longblaasjes

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

1. Zitten aan het uiteinde van de fijne buisjes in de longen ......

2. De luchtpijp splitst zich in twee ....

A
1. bronchiën 2. vertakkingen
B
1. haarvaten 2. longblaasjes
C
1. slijmvliezen 2. haarvaten
D
1. longblaasjes 2. bronchiën

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

1. Aan het slijm blijven ziekteverwekkers en ...... kleven.

2. Ligt aan de voorkant in je hals .....
A
1. haarvaten 2. slokdarm
B
1. stofdeeltjes 2. slokdarm
C
1. stofdeeltjes 2. luchtpijp
D
1. gassen 2. luchtpijp

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions


Longblaasje
1
2
3
3
4
5
6
A
1
B
3
C
5
D
6

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions


Bronchie
1
2
3
3
4
5
6
A
1, 5
B
2, 5
C
2, 6
D
3, 6

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions


Luchtpijp
1
2
3
3
4
5
6
A
2, 5
B
1, 2
C
3, 6
D
2, 4

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions


Longhaarvat
1
2
3
3
4
5
6
A
5
B
6
C
4
D
3

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions


nr. 1 en nr. 3
A
1: kooldioxide rijk bloed 3: zuurstofrijke lucht
B
1: zuurstofrijke lucht 3: zuurstofarm bloed
C
1: zuurstofarm bloed 3:koolstofdioxide rijke lucht
D
1: zuurstofrijk bloed 3: zuurstofarme lucht

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions


nr. 2 en nr. 4
A
2: kooldioxiderijk bloed 4: zuurstofrijke lucht
B
2: zuurstofrijke lucht 4: zuurstofarm bloed
C
2: zuurstofarm bloed 4:koolstofdioxide rijke lucht
D
2: zuurstofrijk bloed 4: zuurstofarme lucht

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Bloed dat naar de longblaasjes stroomt:
Zuurstof - koolstofdioxide - cellen (leg uit!)

Slide 26 - Open question

This item has no instructions

Bloed stroomt van de longblaasjes weg:
Zuurstof / Koolstofdioxide? Leg uit!

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

Lucht die wordt uitgeademd:
Noem de % zuurstof - koolstofdioxide

Slide 28 - Open question

This item has no instructions


F - G
A
F: Luchtpijp G : bevat wel kraakbeenringen
B
F: Bronchiën G : bevat geen kraakbeenringen
C
F: Luchtpijp G : bevat geen kraakbeenringen
D
F: Bronchiën G : bevat wel kraakbeenringen

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

nr 1
nr 2
nr 6
A
1: strottenhoofd 2: kraakbeenring 6:middenrif
B
1: luchtpijp 2: kraakbeenring 6: ribben
C
1: strottenhoofd 2: kraakbeenring 6:ribben
D
1: luchtpijp 2: bronchiën 6:middenrif

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

1. Om elk longblaasje liggen
longhaarvaten

2. Er kan vloeistof door de dunne
wanden van de longblaasjes en
longhaarvaten
A
beide waar
B
beide nietwaar
C
1: waar 2: nietwaar
D
1: nietwaar 2: waar

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Leerdoel


1.  Je weet en kunt uitleggen waaruit het ademhalingsstelsel bestaat

2. Je weet en kunt uitleggen wat de kenmerken en de functies van de onderste 
    luchtwegen zijn

3. Je weet en kunt uitleggen hoe de gaswisseling in de longen plaatsvindt




Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Luchtwegen, wat heb je geleerd?

Slide 33 - Mind map

This item has no instructions

Wat vind je nog lastig?
Hoe ga je dat aanpakken?

Slide 34 - Mind map

This item has no instructions