This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Am Ende der Stunde kannst du:
- je kan zeggen welke naamvallen er zijn
- je kan zeggen wat een naamval bepaalt
-je kan de naamvallen juist toepassen in een zin
der- voor mannelijke zaken- der Mann
die- voor vrouwelijke zaken- die Hausfrau
das- voor onzijdige zaken- das Fenster
die- voor meervoud zaken - die Autos
-Deze lidwoorden veranderen naar hun functie in de zin!
-Functies: onderwerp of een lijdend vw
Dit lidwoord verandert ook:
Voor mannelijke zaken -ein Mann
Voor vrouwelijke zaken -eine Frau
Voor onzijdige zaken -ein Mädchen
Voor zeken in het meervoud -keine Autos
Ook dit verandert naar de functie in de zin!!
(zie schema)
Deze verandert ook naar functie/ zinsdeel. (ond, lijdvw)
Binnen de zin ga je dus hier naar op zoek.
Dus wat is onderwerp wat is het lijdvw.
(Komt later het meewerkend. vw nog bij)
Deze kunnen ook een naamval bepalen!!
de voorzetsel: durch, für, ohne, um, bis, entlang, gegen: +4e!
door, voor, zonder, om, tot, langs, tegen,
Ich kann nicht ohne .... (hij)
Er lügt gegen .... (zij)
Wir müssen um .... (jullie) kümmern.
Behandelen we de derde naamval!
Tschüss!