This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Ecologie - Herhaling
3 vwo
Thema 6
BS 1 - 4
Slide 1 - Slide
Wat bestuderen we in de ecologie?
A
In de ecologie bestuderen we alle relaties (betrekkingen) tussen organismen en hun milieu
B
In de ecologie bestuderen we een milieu
C
In de ecologie bestuderen we de invloeden die afkomstig zijn van de levende natuur
D
A en B zijn beide goed
Slide 2 - Quiz
Invloeden van het milieu
levende factoren
levenloze factoren
Slide 3 - Slide
Water is een voorbeeld van een
A
biotische factor
B
abiotische factor
Slide 4 - Quiz
Takjes om een nestje te bouwen zijn een
A
biotische factor
B
abiotische factor
Slide 5 - Quiz
Merels en mussen die leven in het zelfde bos behoren tot dezelfde populatie.
A
juist
B
onjuist
Slide 6 - Quiz
Vossen en konijnen die in het zelfde bos leven vormen samen een leefgemeenschap.
A
juist
B
onjuist
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Slide
Een weiland is een ...
A
Individu
B
Levensgemeenschap
C
populatie
D
ecosysteem
Slide 9 - Quiz
Hoe noemen we een groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied, die zich onderling voortplanten
Slide 10 - Open question
Tot welk niveau horen boomalgen die op een boom zitten?
A
Populatie
B
Ecosysteem
C
Orgaan
D
Organisme
Slide 11 - Quiz
Waarmee begint elke voedselketen?
Slide 12 - Open question
Voedselweb
Slide 13 - Slide
Welke voedselketen is goed genoteerd?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 14 - Quiz
Horen afvaleters bij producenten, consumenten of reducenten?
A
producenten
B
consumenten
C
reduceren
Slide 15 - Quiz
Waterkringloop
Slide 16 - Slide
stikstofkringloop
Slide 17 - Slide
In welke vorm kan koolstof in de koolstofkringloop NIET voorkomen?
A
CO2
B
C6H12O6 (glucose)
C
N2
D
CH4 (methaan)
Slide 18 - Quiz
In een piramide van biomassa is de schakel van de planten kleiner dan de tweede schakel
A
juist
B
onjuist
Slide 19 - Quiz
Wanneer spreken we van een biologisch evenwicht?
A
Als de populatiegrootte altijd hetzelfde is
B
Als de populatiegrootte een populatiegrootte is
C
Als de populatiegrootte rond een gelijke waarde schommelt
D
Als de dieren in een populatie even zwaar zijn
Slide 20 - Quiz
Heeft een piramide van aantallen altijd een piramide vorm? Waarom
A
Ja, want het geeft altijd de schakels in de juiste volgorde weer
B
Ja, want het aantal individuen in elke schakel wordt altijd kleiner
C
Nee, want het aantal individuen kan groter zijn in de volgende schakel
D
Nee, want de schakels van een voedselketen kunnen soms in een andere volgorde staan
Slide 21 - Quiz
Slide 22 - Slide
Biologisch evenwicht
Slide 23 - Slide
Wat is de libelle?
A
Producent
B
Consument van de 2e orde
C
Consument van de 3e orde
D
Consument van de 4e orde
Slide 24 - Quiz
Reducenten zijn ...
A
Autotroof
B
Heterotroof
Slide 25 - Quiz
Acacia's zijn bomen met grote lange stekels waarin mieren kunnen leven. Deze mieren vallen alle organismen aan die aan 'hun boom' komen. Van welke symbiose vorm is hier sprake?
A
Mutualisme
B
Commensalisme
C
Parasitisme
Slide 26 - Quiz
Symbiose = langdurige samenleven
Slide 27 - Slide
Begrippen domino
Thuiszittende groep zelf werken: BS 4 afmaken en test jezelf (BVJ online en biologiepagina).
Begrippen domino
Teams van 3 à 4
Leg kaartje met omschrijving van een begrip achter het begrip
Achter dat begrip staat de omschrijving van het volgende begrip
Uiteindelijk ontstaan één grote ronde van begrippen en omschrijvingen