Describing images

Describing images
Mondeling mavo 4
1 / 19
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Describing images
Mondeling mavo 4

Slide 1 - Slide

Doel:
Na deze les kun je een afbeelding beter beschrijven.

Slide 2 - Slide

Onderdeel 2 mondeling
Voor het mondeling bereid je 7 speaking cards voor. Deze stripverhalen moet je beschrijven in het Engels.
De docent kiest welke speaking card je gaat beschrijven.

In de volgende dia's een aantal tips voor het beschrijven van afbeeldingen.

Slide 3 - Slide

Tip 1
- beschrijf wat je ziet in de afbeelding in één werkwoordstijd. Gebruik de present continuous of de past simple.

Mrs Jansen is talking on the phone...
of
Mrs Jansen was talking on the phone...

Slide 4 - Slide

Tip 2
Describe everything you see!

Beschrijf niet alleen wat de personen op de afbeelding doen, maar beschrijf ook de omgeving.

Zoek woorden in je woordenboek op die je niet weet in het Engels. Be prepared!

Slide 5 - Slide

Tip 3
Weet je de Engelse naam van het voorwerp op de afbeelding niet?
Beschrijf het voorwerp dan. Vertel waarvoor je het voorwerp gebruikt, de kleur, de vorm etc.

Dan weet de docent wellicht na jouw beschrijving welk voorwerp je bedoelt.

Slide 6 - Slide

Tip 4
Continue describing the image until the teacher tells you to move on the next image.

Als je te weinig info geeft over een afbeelding, dan krijg je vragen van de docent. Bereid je hierop voor en zorg dat je beschrijving zo uitgebreid mogelijk is.

Slide 7 - Slide

Impress me!

Slide 8 - Slide

Opdracht
Je krijgt een afbeelding te zien, maar niet de volledige afbeelding. Beschrijf telkens wat je ziet in het Engels.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Welke tip neem je mee naar je mondeling?

Slide 18 - Open question

Welke vragen heb je na deze les nog?
Vul ze in.

Slide 19 - Open question