This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Present continuous voor de future
Theme 5 Grammar
Slide 1 - Slide
Future
Naast 'to be going to' en 'will' is er ook de present continuous die we voor de toekomst kunnen gebruiken.
Are you flying to Italy next week?
Slide 2 - Slide
Present continuous
De present continuous gebruik je voor de tegenwoordige tijd maar ook voor de toekomst.
In de future(toekomst) gebruik je deze tijd om te praten over afspraken in de nabije toekomst. Deze afspraken staan vast. De tijd/plaats ervan staat vast.
Slide 3 - Slide
Present continuous
Zo vorm je de present continuous:
am/are/is + werkwoord + ing
Slide 4 - Slide
Voorbeelden present continuous
I am meeting him tomorrow at 6 pm. We are flying to Italy next week. James is running a marathon in April. She is visiting her cousin that day. They are seeing a new film next week.
Slide 5 - Slide
Ontkenning met present continuous
Wil je de present continuous in een ontkenning gebruiken? voeg not toe aan am/are/is. I am not seeing her tonight. James is not/isn't running a marathon in April.
Slide 6 - Slide
Let op!
Je kunt niet altijd de present continuous in de toekomst gebruiken. Je gebruikt 'am/are/is going to' wanneer: - het om een plan gaat, om iets dat niet vaststaat. - voor dingen waar je geen controle over hebt, zoals het weer. Is the sun going to shine today? We aren't going to buy souvenirs.
Slide 7 - Slide
Oefenen
Maak opdracht 31 op p21 van je TB. Al klaar? Oefen deze grammatica via slim stampen theme 5.
Maak dan een standaard of moeilijke oefening.
Slide 8 - Slide
Wat vind ik nog moeilijk aan de present continuous?
Slide 9 - Open question
Wat ging goed bij het oefenen van de present continuous?