What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Visit the website
‹
Return to search
KMH1A K2 Les4 Week 47
Liebe Leute, das Programm für heute
Hausaufgaben (Grammatik) besprechen
Grammatik üben
Die Zahlen bis hundert geschrieben
Selbstständig an die Arbeit in LessonUp
1 / 40
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
40 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
2 videos
.
Lesson duration is:
40 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Liebe Leute, das Programm für heute
Hausaufgaben (Grammatik) besprechen
Grammatik üben
Die Zahlen bis hundert geschrieben
Selbstständig an die Arbeit in LessonUp
Slide 1 - Slide
LERNZIELE
Ik kan de grammatica van de werkwoorden "haben" en "sein gebruiken
Ik weet hoe ik de getallen tot honderd kan maken/schrijven
Slide 2 - Slide
BUCH: Seite
22/31 (kgt)
of ?
(gt-h)
Persoonlijk voornaamwoord in het Duits
enkelvoudsvormen
ik
ich
jij
du
hij (Max)
er
zij (Kim)
sie
het (het kind)
es
meervoudsvormen
wij
wir
jullie
ihr
zij
sie
u
Sie
Slide 3 - Slide
sein
sein = zijn
ich
bin
du
bist
er/sie/es
ist
wir
sind
ihr
seid
sie/Sie
sind
Slide 4 - Slide
ich
du
er, sie, es
wir
ihr
sie, Sie
ha
b
en = he
bb
en
habe
hast
hat
haben
habt
haben
uitleg
Slide 5 - Slide
haben und sein
ich
du
er/sie/es/man
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben
bin
bist
ist
sind
seid
sind
haben=
hebben
sein=
zijn
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
21= ei
n
undzwanzig
30= drei
ß
ig [drai
s
ig]
40= vierzig [fiertsig]
50= fünfzig [fuunftsig]
60= sec
hz
ig [zegtsig]
70= sie
bz
ig [ziebtsig]
80= achtzig [achtsig]
90= neunzig [nointsig]
100= hundert [hoendert]
21 =
ein
und
dreißig
22 =
zwei
und
dreißig
23=
drei
und
dreißig
24=
vier
und
dreißig
25 =
fünf
und
dreißig
75=
fünf
und
siebzig
89=
neun
und
achtzig
die Zahlen 21-100
Slide 8 - Slide
Bis Später!
Slide 9 - Slide
SO besprechen
TAFELS HELEMAAL LEEG
Slide 10 - Slide
We bekijken nu het filmpje over leesstrategieën:
Link leesvaardigheid tips
En een video over "gokken"
Link multiple-gok
Slide 11 - Slide
Leesstrategieën
Wat is een leesstrategie? = hoe je een tekst leest.
-
oriënterend lezen
= voorspellen
- globaal lezen
= scannen/skimmen
- zoekend lezen
= informatie vinden
- intensief lezen
Slide 12 - Slide
Woordenboek D-N
Je mag bij een leestoets een woordenboek Duits-Nederlands gebruiken, maaaaaar:
- hele werkwoorden: "magst" = "mögen"
- Enkelvoud: "Häuser" = "Haus"
- Meerdere betekenissen
- Oefen daarmee
Slide 13 - Slide
HAUSAUFGABEN FERTIG?
BOEK/SCHRIFT PAKKEN:
Sprachmittel vertalen naar het Nederlands
Aufgabe 23: vertalen + antwoorden geven in volle zinnen
Slide 14 - Slide
BUCH: Seite
22/31 (kgt)
of ?
(gt-h)
Persoonlijk voornaamwoord in het Duits
enkelvoudsvormen
ik
ich
jij
du
hij (Max)
er
zij (Kim)
sie
het (het kind)
es
meervoudsvormen
wij
wir
jullie
ihr
zij
sie
u
Sie
Slide 15 - Slide
sein
sein = zijn
ich
bin
du
bist
er/sie/es
ist
wir
sind
ihr
seid
sie/Sie
sind
Slide 16 - Slide
Oefen so
TIPS:
- Werkwoorden in de Lernliste: voltooid deelwoorden!
- Leer ook de meervoudsvormen
- Hoofdletters, lidwoorden, Umlauten
- Leer dus nauwkeurig
Slide 17 - Slide
Nog even leren.....
5 minuten leren
Lernliste Niederländisch Deutsch
Werkwoord "sein"
Persoonlijke voornaamwoorden
DAARNA BOEKEN DICHT.....
timer
5:00
Slide 18 - Slide
Vertaal naar het Duits:
een
Slide 19 - Open question
Vertaal naar het Duits:
oud
Slide 20 - Open question
Vertaal naar het Duits:
hoe
Slide 21 - Open question
Vertaal naar het Duits:
het jaar
Slide 22 - Open question
Vertaal naar het Duits:
de namen
Slide 23 - Open question
Vertaal naar het Duits
negentien
Slide 24 - Open question
Vertaal naar het Duits
zeven
Slide 25 - Open question
Vertaal naar het Duits
wij
Slide 26 - Open question
Vertaal naar het Duits
jij
Slide 27 - Open question
Vertaal naar het Duits
u (denk aan hoofdletter)
Slide 28 - Open question
Vertaal naar het Duits
jullie zijn: ___________ sehr schlau!
Slide 29 - Open question
Vertaal naar het Duits
is: Max ___________ auch sehr schlau!
Slide 30 - Open question
Vertaal naar het Duits
Ben jij: _____________ heute Abend zu Hause?
Slide 31 - Open question
Kies je juiste vorm van het werkwoord "sein
"Karel ________ oft bei seinen Großeltern.
Slide 32 - Open question
Kies je juiste vorm van het werkwoord "sein
"Meine Eltern _________ nie böse."
Slide 33 - Open question
Kies je juiste vorm van het werkwoord "sein
Frau V., Sie __________ nicht sehr deutlich.
Slide 34 - Open question
Kies je juiste vorm van het werkwoord "sein
Wann __________ ihr wieder zu Hause?
Slide 35 - Open question
Kies je juiste vorm van het werkwoord "sein
Ja stimmt, ich ________ Morgen wieder da.
Slide 36 - Open question
Hoe leer ik grammatica?
VERSCHILLENDE manieren
- schrijven of typen (bijv. online boek of StudyGo of Quizlet
- losse woordjes (ik = ich)
- een schema invullen
- door het liedje te leren (wel zorgen dat je het ook kunt schrijven)
- door blokjes te leren (wij zijn = wir sind)
Slide 37 - Slide
Hoe kan ik de woordjes leren
VERSCHILLENDE manieren
- leer altijd in "blokjes" van 5 à 10 woordjes
- leer niet langer dan een half uur, neem dan even pauze
- woordjes vaak opschrijven, daarna de hand op de vertaling
en moeilijke woordjes herhalen
- woordjes vaak typen (bijv. SlimStampen of StudyGo of Quizlet)
StudyGo Lernliste N-D
Slide 38 - Slide
Slide 39 - Video
Extra tijd om te leren
1. Leer voor jezelf de getallen 0 tot 20 op blz. 30
2. maak een bingokaart met 9 getallen 0 t/m 20
3. wir spielen bingooooo, je maakt zelf de kaart
1. 1 rij: horizontaal/verticaal/diagonaal
2. 2 rijen: horizontaal/verticaal/diagonaal
3. volle kaart
timer
10:00
Slide 40 - Slide