Visit the website
‹Return to search

Sensor 2b elektriciteit en veiligheid 4.1 weerstand

4.1 Weerstand
Elektriciteit en Veiligheid 2KM/2MH
1 / 33
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

4.1 Weerstand
Elektriciteit en Veiligheid 2KM/2MH

Slide 1 - Slide

Geleiders
Sommige materialen laten elektriciteit door. Zo'n materiaal noemen we een geleider.  De elektronen kunnen makkelijk door de stof bewegen. Alle metalen zijn goede geleiders. Veel gebruikte geleiders zijn koper, ijzer, tin en staal. Maar ook andere metalen zoals aluminium, zilver, goud en kwik geleiden elektriciteit goed. De grijze vulling van je potlood is van grafiet gemaakt. Grafiet geleidt elektriciteit ook erg goed.

Geleiders laten elektriciteit goed door

Slide 2 - Slide

Isolatoren
Bijna alle andere materialen laten elektriciteit niet makkelijk door. Zo'n materiaal noemen we een isolator. In een isolator kunnen de elektronen niet vrij bewegen. Hierdoor kan een spanningsbron de elektronen niet door de stof duwen. Voorbeelden van isolatoren zijn hout, plastic, rubber, glas, keramiek, steen en vooral lucht.
Isolatoren laten geen elektriciteit door

Slide 3 - Slide

Device opdracht 1
Geleiders en isolatoren

Slide 4 - Slide

Weerstand
Allerlei stoffen zoals in de afbeelding hiernaast remmen de elektronen maar een beetje af. Ze bieden een beetje weerstand tegen de beweging van de elektronen. Deze stoffen worden weerstanden genoemd.
Hoeveel de elektronen worden tegenhouden noemen we elektrische weerstand.
Weerstand is hoe makkelijk of hoe moeilijk de elektronen door een materiaal heen bewegen.

Slide 5 - Slide

Wet van Ohm
De elektrische stroomsterkte hangt af van twee dingen, de spanning en de weerstand. Spanning kun je vergelijken met de kracht waarmee
de elektrische deeltjes vooruit geduwd worden. Hoe hoger de spanning, hoe groter de stroomsterkte. Het hangt ook af van de weerstand die de elektronen ondervinden. Hoe groter de weerstand, hoe lager de stroomsterkte. Dit verband wordt beschreven in de formule die we de wet van Ohm noemen. 

Slide 6 - Slide

Device opdracht 2
Wet van Ohm

Slide 7 - Slide

Wet van Ohm

Slide 8 - Slide

Filmpje

Slide 9 - Slide

Omrekenen

Slide 10 - Slide

Voorbeeld

Slide 11 - Slide

4 stappenplan

Slide 12 - Slide

Opdracht 3

Slide 13 - Slide

Uitwerking opdracht 3

Slide 14 - Slide

Opdracht 4

Slide 15 - Slide

Uitwerking opdracht 4
Gegevens:
I = 1,2 A
R= 15 Ohm

Gevraagd:
U

Oplossing:
U = I x R
U = 1,2 x 15
U = 18 V

Slide 16 - Slide

Opdracht 5

Slide 17 - Slide

Uitwerking opdracht 5

Slide 18 - Slide

Opdracht 6

Slide 19 - Slide

Uitwerking opdracht 6

Slide 20 - Slide

Opdracht 7

Slide 21 - Slide

Uitwerking opdracht 7

Slide 22 - Slide

Opdracht 8

Slide 23 - Slide

Uitwerking opdracht 8

Slide 24 - Slide

Opdracht 9

Slide 25 - Slide

Uitwerking opdracht 9

Slide 26 - Slide

Opdracht 10

Slide 27 - Slide

Uitwerking opdracht 10

Slide 28 - Slide

Opdracht 11

Slide 29 - Slide

Uitwerking opdracht 11

Slide 30 - Slide

Opdracht 12

Slide 31 - Slide

Uitwerking opdracht 12

Slide 32 - Slide

a. Heb je alles van deze les begrepen?
b. Zijn er onderdelen van deze les die je nog niet zo
goed begrijpt of waar je meer uitleg voor nodig hebt?
c. Heb je nog tips of suggesties voor deze les?

Slide 33 - Open question