3K - 2.6

Hoofdstuk 2: Thuis in geldzaken
Paragraaf 6: Kopen op krediet
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with text slides.

Items in this lesson

Hoofdstuk 2: Thuis in geldzaken
Paragraaf 6: Kopen op krediet

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
- Je kunt uitleggen wat kopen op krediet is.
- Je kunt de verschillende vormen van krediet onderscheiden.

Slide 2 - Slide

Deze les
- Uitleg 2.6
- Opdrachten 2.6 maken
- Klassikaal uitleg rekentrainer
- Opdrachten 2.6 en rekentrainer maken
- Nakijken

Slide 3 - Slide

Kopen op afbetaling
Twee vormen:
- persoonlijke lening (paragraaf 2.5)
- doorlopend krediet 

Slide 4 - Slide

Persoonlijke lening
Doorlopend krediet
- Je spreekt af hoeveel je wil lenen.


- Je spreekt een kredietlimiet af.



Slide 5 - Slide

Persoonlijke lening
Doorlopend krediet
- Je spreekt af hoeveel je wil lenen.

- Je leent in één keer dat bedrag.



- Je spreekt een kredietlimiet af.


- Je mag bij blijven lenen tot aan dat afgesproken bedrag.



Slide 6 - Slide

Persoonlijke lening
Doorlopend krediet
- Je spreekt af hoeveel je wil lenen.

- Je leent in één keer dat bedrag.


- Het termijnbedrag staat vast.


- Je spreekt een kredietlimiet af.


- Je mag bij blijven lenen tot aan dat afgesproken bedrag.


- Het termijnbedrag staat vast.


Slide 7 - Slide

Persoonlijke lening
Doorlopend krediet
- Je spreekt af hoeveel je wil lenen.

- Je leent in één keer dat bedrag.


- Het termijnbedrag staat vast.

- De looptijd staat vast. 
- Je spreekt een kredietlimiet af.


- Je mag bij blijven lenen tot aan dat afgesproken bedrag.


- Het termijnbedrag staat vast.

- De looptijd staat niet vast.

Slide 8 - Slide

Persoonlijke lening
Doorlopend krediet
- Je spreekt af hoeveel je wil lenen.

- Je leent in één keer dat bedrag.


- Het termijnbedrag staat vast.

- De looptijd staat vast. 
- Je spreekt een kredietlimiet af.


- Je mag bij blijven lenen tot aan dat afgesproken bedrag.


- Het termijnbedrag staat vast.

- De looptijd staat niet vast.

Slide 9 - Slide

Effectieve rente
De effectieve rente = rente + bijkomende kosten van een lening.


Slide 10 - Slide

Effectieve rente
De effectieve rente = rente + bijkomende kosten van een lening.

De effectieve rente is bij een bank lager dan bij een winkel.

Slide 11 - Slide

Wanneer is het product van jou?
Bij koop of afbetaling zijn er twee mogelijkheden:
- de koper wordt eigenaar bij levering.

Slide 12 - Slide

Wanneer is het product van jou?
Bij koop of afbetaling zijn er twee mogelijkheden:
- de koper wordt eigenaar bij levering.
- de koper wordt eigenaar na betaling van de laatste termijn (huurkoop).

Slide 13 - Slide

Leasen
- is een vorm van huur.
- je betaalt voor wat het product gekost heeft, onkosten (bijv reparaties), waardevermindering (afschrijving).

Slide 14 - Slide

Aan de slag!
- Maak de opdrachten van 2.6


Straks klassikaal uitleg over de rekentrainer van paragraaf 6 (stijging of daling in procenten)

Slide 15 - Slide

Aan de slag!
- Maak de opdrachten van 2.6
- Maak de rekentrainer van paragraaf 6

- Nakijken (vergeet dit niet te doen!!)

Slide 16 - Slide