What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Visit the website
‹
Return to search
Bouw en werking van het oog
Het oog
1 / 28
next
Slide 1:
Slide
Biologie
Middelbare school
vmbo g, t, mavo, havo
Leerjaar 3
This lesson contains
28 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
40 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Het oog
Slide 1 - Slide
Bouw en werking van het Oog
LESDOELEN:
Je leert hoe het oog is opgebouwd
Je leert hoe het oog werkt:
-->
pupilreflex
--> scherpstellen (
accommoderen
)
--> werking van brillenglazen
--> werking
netvlies
Slide 2 - Slide
www.bioplek.org
Slide 3 - Link
Het Oog
Slide 4 - Slide
Licht:
Licht valt:
..... door hoornvlies, (pupil), ooglens en glasachtige lichaam
..... op het netvlies
Slide 5 - Slide
Werking oog
Slide 6 - Slide
Het hoornvlies is een deel van het
Het licht wordt opgevangen door het
Het oog krijgt belangrijke stoffen via het
harde oogvlies
netvlies
vaatvlies
Slide 7 - Drag question
Slide 8 - Slide
Pupilreflex
Slide 9 - Slide
Hoe heet de middelste laag van een oog?
A
Het harde oogvlies
B
Het netvlies
C
Het vaatvlies
Slide 10 - Quiz
Bij veel licht is de pupil......?
A
Groot
B
Klein
C
Licht heeft geen invloed op pupil
Slide 11 - Quiz
In welke laag liggen de zintuigcellen van een oog?
A
In het vaatvlies
B
In het netvlies
C
In het harde oogvlies
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Accomoderen
Slide 15 - Slide
www.bioplek.org
Slide 16 - Link
Bijziend
Veraf niet goed zien door:
te lange oogbol: netvlies ligt achter brandpunt
ooglenzen die in rusttoestand niet plat genoeg zijn
Corrigeren met negatieve(holle) lens
Slide 17 - Slide
Verziend
Dichtbij niet goed zien door:
te korte oogbol: netvlies ligt voor brandpunt
ooglenzen die in maximaal geaccomodeerde toestand niet bol genoeg zijn
Corrigeren met positieve (bolle) lens
Slide 18 - Slide
Als de kringspieren in het straalvormig lichaam zich samentrekken, wordt de lens boller.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 19 - Quiz
Wat is het probleem als je bijziend bent?
A
lens wordt niet plat genoeg
B
lens wordt niet bol genoeg
C
brandpunt ligt voor het netvlies
D
je kunt dichtbij niet goed zien
Slide 20 - Quiz
Wat voor lens heb je nodig als je bijziend bent?
A
negatief
B
positief
Slide 21 - Quiz
Als je verziend bent kun je.......?
A
in de verte scherp zien
B
dichtbij scherp zien
C
kleuren niet goed zien
D
in het donker niet goed zien
Slide 22 - Quiz
Ouderdom
Ooglens is minder elastisch
Verziende ogen
Dichtbij slecht zien
Positieve lens nodig
+ brillenglazen
Slide 23 - Slide
Oudere mensen die niet goed kunnen lezen zijn.......
A
Bijziend
B
Nachtblind
C
Kleurenblind
D
Verziend
Slide 24 - Quiz
Netvlies:
Veel zintuigcellen:
kegeltjes
en
staafjes
impulsen gaan naar de hersenen via de
oogzenuw
Blinde vlek
/
Gele vlek
Slide 25 - Slide
Gele vlek:
alleen maar kegeltjes
Blinde vlek:
geen staafjes en kegeltjes
Slide 26 - Slide
www.bioplek.org
Slide 27 - Link
Staafjes
Kegeltjes
waarnemen van kleuren
waarnemen licht-donker
vooral in gele vlek
vooral aan randen netvlies
lage drempelwaarde
hoge drempelwaarde
geschikt voor scherp zien
niet zo geschikt voor scherp zien
Slide 28 - Drag question