- De lerares (ZN) die daar werkt (bijv.bijzin), is zwanger.
Bijv.bijzin = die daar werkt --> lerares
- Mijn broer (ZN) die in Leuven woont (bijv.bijzin), is morgen jarig.
Bijv.bijzin = die in Leuven woont --> broer
- Dit boek (ZN) dat ik gelezen heb (bijv.bijzin), is niet meer verkrijgbaar.
Bijv.bijzin = dat ik gelezen heb --> boek