What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Visit the website
‹
Return to search
1.4 - Uitkomen met je geld
1.4 - Uitkomen met je geld
1 / 11
next
Slide 1:
Slide
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 1
This lesson contains
11 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
1.4 - Uitkomen met je geld
Slide 1 - Slide
Heb jij inkomen?
Slide 2 - Mind map
Soorten inkomen
Loon / salaris
= het inkomen dat je ontvangt als je voor een baas werkt
Winst
= het inkomen dat je verdient met een eigen bedrijf
Uitkering
= het inkomen dat je krijgt van de overheid als je bijvoorbeeld werkloos of arbeidsongeschikt bent.
Slide 3 - Slide
Van welk soort inkomen weet je van te voren niet hoeveel het is?
A
loon
B
winst
C
salaris
D
uitkering
Slide 4 - Quiz
Soorten uitgaven
Vaste lasten
= met regelmaat (je zit hier vaak aan vast)
Abonnement, huur/hypotheek
Dagelijkse uitgaven
= meestal huishoudelijk
Boodschappen
Incidentele uitgaven
= af en toe
Vakantie, nieuwe apparaten, auto
Slide 5 - Slide
Huishoudelijke uitgaven
Vaste lasten
Incidentele uitgaven
Huur
Vakantie
Meubels
Energie
Verzekering
Uitgaan
Persoonlijke verzorging
Boodschappen
Nieuwe telefoon
Slide 6 - Drag question
Soorten inkomen
Loon / salaris
= het inkomen dat je ontvangt als je voor een baas werkt
Winst
= het inkomen dat je verdient met een eigen bedrijf
Uitkering
= het inkomen dat je krijgt van de overheid als je bijvoorbeeld werkloos of arbeidsongeschikt bent.
Slide 7 - Slide
Soorten uitgaven
Vaste lasten
= met regelmaat (je zit hier vaak aan vast)
Abonnement, huur/hypotheek
Dagelijkse uitgaven
= meestal huishoudelijk
Boodschappen
Incidentele uitgaven
= af en toe
Vakantie, nieuwe apparaten, auto
Slide 8 - Slide
Uitkomen met je inkomen
Begroting
= Overzicht van verwachte inkomsten en uitgaven
Voor grote uitgaven kan je beter wat geld opzij zetten.
Dit heet geld
reserveren
.
Slide 9 - Slide
Wat is het doel van een begroting?
A
Een begroting zorgt ervoor dat je genoeg geld uitgeeft.
B
Een begroting dient als bewijs voor de belastingdienst
C
Een begroting geeft je inzicht in je toekomstige inkomsten en uitgaven.
D
Een begroting is een goede oefening in hoofdrekenen.
Slide 10 - Quiz
Rekenen:
Van week naar maand
1 jaar bestaat uit:
52 weken
12 maanden
Formule:
Bedrag per week x 52 : 12
= bedrag per maand
Rekenen:
Van maand naar week
1 jaar bestaat uit:
52 weken
12 maanden
Formule:
Bedrag per maand x 12 :52
= bedrag per week
Slide 11 - Slide