This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes, text slides and 11 videos.
Rentebedrag = spaartegoed x rentepercentage x jaren
Totale bedrag = spaartegoed x rentepercentage x jaren + spaartegoed
Voorbeeld:
Roberto heeft €200 op zijn spaarrekening staan. De bank vergoedt 3% rente.
1% = 0,01
3% = 0,03
Rente na 1 jaar → €200 x 0,03 x 1
Rente na 2 jaar → €200 x 0,03 x 2
Rente na 1 maand → €200 x 0,03 x 1 : 12
Rentebedrag = spaartegoed x (1 + rentepercentage) ^ jaren - spaartegoed
Totale bedrag = spaartegoed x (1 + rentepercentage) ^ jaren
1+ rentepercentage = groeifactor