Examentraining tips

Examentraining 
Kader 4
Lezen, luisteren en schrijven
1 / 28
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Examentraining 
Kader 4
Lezen, luisteren en schrijven

Slide 1 - Slide

Leerdoel
Na deze les ken je een aantal strategieën die je kunt toepassen op het Centraal Examen Engels.

Slide 2 - Slide

Lezen
In het  Centraal Examen vind je Engelse teksten + vragen. 
Op de slides hierna volgen een aantal leesstrategieën die je kunnen helpen. 

Leesstrategieën zijn strategieën die je kunt toepassen om een tekst te lezen, bijvoorbeeld zoekend lezen. 

Slide 3 - Slide

Stappenplan
  1. Houd de tijd in de gaten.
  2. Kijk naar de titel, inleiding, naam van de schrijver etc.
  3. Wat weet je al van het onderwerp?
  4. Lees de hele tekst door.
  5. Probeer lastige woorden te begrijpen via de context.
  6. Lees alinea voor alinea - examenvragen.
  7. Let op de eerste en laatste zin van de alinea.
  8. Bevatten deze een aanwijzing?
  9. Wat is jouw eigen antwoord?
  10. Kies het antwoord wat het dichtste bij jouw eigen antwoord ligt.
  11. Open vragen kort en bondig beantwoorden.

Slide 4 - Slide

Leesstrategieën
Soms hoef je een tekst niet intensief te lezen om tot het antwoord op de vraag te komen. In de volgende dia's leg ik je nogmaals uit welke leesstrategieën je kunt toepassen op je examen. 

Deze staan ook in je TB blz 110, 111 en 112.

Slide 5 - Slide

Leesstrategieën
1 Oriënterend lezen = titel, inleiding, tussenkopjes, bron, afbeeldingen, ander gedrukte woorden.
Je stelt het onderwerp van de tekst vast.
2 Globaal lezen = titel, tussenkopjes, inleiding, slot, eerste en laatste zin van elke alinea daartussen.
Je achterhaalt de belangrijkste informatie.

Slide 6 - Slide

Leesstrategieën
3 Zoekend lezen = titel, tussenkopjes, zoek naar kernwoorden die te maken hebben met de vraag, kijk naar anders gedrukte woorden, stop met lezen totdat je het antwoord gevonden hebt. 
Je zoekt naar gerichte informatie. 

Slide 7 - Slide

Leesstrategieën
4 Intensief lezen = lees de hele tekst, zoek de betekenis van belangrijke/moeilijke woorden op. 
Je probeert alle informatie in de tekst te begrijpen.

Lees eerst de examenvraag door, voordat je één van deze strategieën gaat toepassen!

Slide 8 - Slide

Leesstrategie toepassen
Het is dus belangrijk wat voor soort examenvraag je moet beantwoorden, voordat je een leesstrategie toepast. 

Vragen ze om de leeftijd van een persoon op te zoeken? Dan kun je met de strategie 'zoekend lezen' al tot het antwoord komen i.p.v. de volledige tekst te lezen.

Slide 9 - Slide

Aanpak examenvragen
Hierna volgen slides met tips per soort examenvraag. 

Slide 10 - Slide

Gatenvragen aanpak
In het examen kan een vraag zitten waarbij je een lege plek (gat) in de tekst moet opvullen met een Engels woord. 

1 titel, plaatje, intro lezen > grote lijn achterhalen.
2 lees tot het gat + 1 zin daarna.
3 check of in de zin een signaalwoord (=belangrijk woord) staat dat je kan helpen. 
4 moet er een positief of negatief antwoord op de plek van het gat staan? Kijk welke vd anwoorden positief of negatief is.
5 als bovenstaande niet tot het juiste antwoord leidt > gokken. 

Slide 11 - Slide

ABCD vragen - meerkeuze
Dit zijn meerkeuze vragen waarbij je kunt kiezen uit antwoord A t/m D.

  1. lees titel, plaatje, intro lezen > grote lijn van de tekst achterhalen.
  2. Lees de vraag en streep in de tekst om welke alinea(s) of zin het gaat.
  3. Lees de tekst, streep signaalwoorden aan.
  4. onzin antwoorden wegstrepen. 
  5. Hoe vaak komt het antwoord voor?
Kloppen alle elementen?
Past het in de grote lijn?

Slide 12 - Slide

Beweringsvragen (juist / onjuist)
1 Lees eerst de antwoorden en streep je zoekterm aan.
- Namen, plaatsen 
- Hoeveelheden 
- ‘Internationale’ woorden 
Heb je geen van de bovenstaande drie punten, dan zoek je op het woord  
dat jij herkent.

Let op: bij signaalwoorden staan antwoorden! Ga de tekst lezen, onderstreep signaalwoorden en kijk of je hier de antwoorden kunt vinden.  

Kom je er echt niet mee uit? Slim gokken.

Slide 13 - Slide

Open vragen
Voor alle open vragen geldt: besteed tijd aan het lezen van de vraag. Ga niet gelijk de tekst in.

1 Leer ik nog iets nuttigs over de inhoud van de tekst?
(Wat gebeurt er in de vraag?)

2 Wat moet ik precies doen, waar moet ik naar op zoek?  
  En welke signaalwoorden kunnen daarbij helpen?

3 hoe moet ik het precies opschrijven? 
 (Welke taal, beginnen met Ja/Nee, wat citeer ik?)

Slide 14 - Slide

Wat zijn signaalwoorden ?

Slide 15 - Slide

1 Bestudeer de signaalwoorden

Slide 16 - Slide

Signaalwoorden - tijd
Er zijn ook signaalwoorden die aangeven wanneer iets gebeurd is, of nog moet gaan gebeuren:

nu: right now, now, at this moment.
verleden tijd: yesterday, in 2010. 
toekomst: tomorrow, in 2022, in an hour.

Slide 17 - Slide

Overzicht signaalwoorden
Op de studiewijzer > examentraining..
staat een document met alle Engelse signaalwoorden die je kunt leren voor je examen. 
Deze zullen je helpen bij het lezen en luisteren.

Slide 18 - Slide

Luisteren
Hier volgen een aantal tips voor de luisteropdrachten in het Centraal Examen Engels.

Slide 19 - Slide

Luisterstrategieën
Ook bij een luisteropdracht kun je een strategie toepassen. Volg eerst deze stappen:
Stap 1: wat weet je al over het onderwerp waar je zo naar gaat luisteren?
Stap 2: lees de vraag.
Stap 3: kies een luisterstrategie die je gaat toepassen.

Slide 20 - Slide

Luisterstrategieën
1 Globaal luisteren/kijken:
Je probeert alleen de belangrijkste informatie te achterhalen. Je hoeft niet elk woord te begrijpen.

2 Gericht luisteren/kijken:
Je zoekt naar specifieke informatie en luistert woord voor woord tot je deze informatie hoort.

Slide 21 - Slide

Luisterstrategieën
3 Intensief luisteren/kijken:
Je luistert/bekijkt het hele fragment van begin tot eind. Je probeert alle informatie te begrijpen. 

Pas één van deze strategieën toe als je een luisteropdracht moet maken op het CE.

Slide 22 - Slide

Moeilijke woorden
Kom je een moeilijk woord tegen in het Engels? 
- kijk of je een Nederlands woord of een woord uit een andere taal erin herkent.
- kijk of je een deel van het woord herkent. 
- kun je de betekenis afleiden uit de rest van de zinnen die je hoort?
Grote kans dat je het woord alsnog weet in het Engels!

Slide 23 - Slide

Schrijven
Hier volgen een aantal tips voor de schrijfopdrachten in het Centraal Examen Engels.

Slide 24 - Slide

Voor je gaat schrijven
- Lees de opdracht goed door. Wat word er van jou verwacht?

- Wat ga je schrijven? Een persoonlijke of zakelijke e-mail?

Houd hier rekening mee als je gaat schrijven.

Slide 25 - Slide

Tijdens het schrijven
- Houd je aan de opdracht. Lees de opdracht nog eens goed door.
- Gebruik  de stones, vocabulary en grammar die je kent.
- Denk aan eerder e-mails/brieven die je hebt geschreven en haal hier tips uit.
- denk aan de tijd waarin je de zin schrijft: moet dit verleden tijd zijn of tegenwoordige tijd?

Slide 26 - Slide

Na het schrijven
- controleer of je alle punten uit de opdracht hebt verwerkt.
- check de spelling van je geschreven tekst.
- controleer of je ook een begroeting en afsluiting hebt verwerkt in je e-mail.
- lees je antwoord nog één keer door, voordat je deze inlevert.

Slide 27 - Slide

Het meest belangrijke:
Wees zeker van jezelf! 
Denk aan alle kennis die je de afgelopen vier jaar hebt opgedaan in de Engelse taal. 

You can do it!!

Slide 28 - Slide