Grammar 9: lidwoorden

Grammar 9: lidwoorden
Theme 3
Stepping Stones
1 / 10
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Grammar 9: lidwoorden
Theme 3
Stepping Stones

Slide 1 - Slide

I am wearing _____ blue skirt.
A
a
B
an

Slide 2 - Quiz

Wat denk je vandaag te gaan leren?

Slide 3 - Open question

a / an
betekenis: een

an > gebruik je als het zelfstandig naamwoord in de uitspraak met een klinker begint (o,a,i,e,u).

Voor alle andere zelfstandige naamwoorden gebruik je a.

Slide 4 - Slide

Examples
I have got a brother.

He has a red car.

I have an idea. 

Slide 5 - Slide

Let op!
Sommige woorden beginnen op papier met een klinker, maar in de uitspraak met een medeklinker. Dan gebruik je gewoon a.

a uniform > een uniform > uitspraak: juniform.
an hour > een uur > uitspraak: our
a one-day trip > een één daagse reis > uitspraak: a wone day trip.

Slide 6 - Slide

the
betekenis: de, het

Gebruik je als naar iets specifieks wilt verwijzen. 

Als je 'the' voor een woord zet dat in de uitspraak met een klinker begint, spreek je de -e uit als een -i. 
thi

Slide 7 - Slide

the
Can you please give me the milk? (the)

I was at the accident.  (thi)

Slide 8 - Slide

a
an
hour
book
x-ray
sister

Slide 9 - Drag question

Oefenen
Deze grammar uitleg heb je nodig voor:
km1: exercise 26,27,28 van theme 3
mh1: exercise 25,26 van theme 3

Slide 10 - Slide