4H thema 7 BS 6

Duurzaamheid en natuurbescherming
4 havo
Thema 7
Basisstof 6
1 / 32
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Duurzaamheid en natuurbescherming
4 havo
Thema 7
Basisstof 6

Slide 1 - Slide

Vandaag
Leerdoelen:
  • Je kunt de voornaamste oorzaken en gevolgen van milieuproblemen beschrijven
  • Je kunt uitleggen wat onder duurzame ontwikkeling wordt verstaan
  • Je kunt enkele maatregelen voor natuurbescherming noemen

Programma:
  1. Uitleg: duurzaamheid en natuurbescherming
  2. Vragen
  3. Zelf werken

Slide 2 - Slide

Noem een voorbeeld van stoffen die wij uit de natuur halen.

Slide 3 - Open question

Zijn er nog andere dingen dan stoffen waarom de natuur belangrijk voor ons is? Noem twee voorbeelden waar de de natuur nog meer voor gebruiken

Slide 4 - Open question

Ecosysteemdiensten
Een ecosysteemdienst = een 'dienst' die door een gezond ecosysteem aan mensen wordt 'geleverd'.

  • productiediensten: voedingsmiddelen, drinkwater, etc.
  • regulerende diensten: voldoende zuurstof, bestuiving, etc.
  • culturele diensten: recreatie.
  • ondersteuningsdiensten: kringlopen en bodemvorming.

Slide 5 - Slide

Biodiversiteit
= de verscheidenheid aan soorten.
->Hoe meer soorten, hoe hoger de biodiversiteit.

Hoe meer biodiversiteit in een ecosysteem, hoe stabieler het ecosysteem is. Als er dan een soort weg valt vanwege een ziekte o.i.d. (bijv. de muis in het voedselweb hiernaast), wordt de rol in het ecosysteem overgenomen door een andere soort (Weegbree wordt dan nog gegeten door konijnen en de vos en buizerd hebben ook andere soorten te eten).

Slide 6 - Slide

Waar wordt het landoppervlak in Nederland vooral voor gebruikt?
A
steden en dorpen
B
infrastructuur (wegen)
C
landbouw en veeteelt
D
bossen, heide, vennen enz.

Slide 7 - Quiz

Verstoringen
Balans tussen vraag en aanbod ecosysteemdiensten afgelopen eeuwen scheef.

Oorzaken: 
- aantal mensen op de aarde groeit explosief
- per mens is de welvaart hoger dan ooit.

Ver-thema's = verzamelnaam voor verstoringen door teveel vragen van de natuur. 

Slide 8 - Slide

Verstoringen
Voorbeelden:
  • vermesting: teveel voedingsstoffen in de bodem, hierdoor verdwijnen planten die op voedselarme bodems groeien.
  • klimaatverandering
  • verzuring door zwavel en stikstofhoudende stoffen in de lucht. Planten kunnen hier niet tegen
  • versnippering: zie volgende tekstslide
  • vervuiling/verontreiniging 
  • verspilling, verstoring en verwijdering.

Slide 9 - Slide

Versnippering betekent dat een natuurgebied in stukken wordt verdeeld door bijvoorbeeld de aanleg van wegen (of stuwdammen in een rivier). Individuen van populaties aan verschillende kanten van de weg kunnen niet naar elkaar toe om te paren. Leg uit waarom dit een negatief effect heeft op het voortbestaan van de populatie.

Slide 10 - Open question

Versnippering
= het in stukjes verdelen van het landschap. Oorzaken zijn: aanleg van wegen, uitbreiding van steden, aanleg van stuwdammen , etc.

Versnippering zorgt ervoor dat populaties verdeeld worden en minder mogelijkheden hebben tot vrij bewegen tussen gebieden. Bijv. vissen die vanuit de zee stroomopwaarts rivieren in zwemmen om eitjes te leggen en op stuwdammen stuiten en herten die op de Veluwe in groepen leven, maar gescheiden werden door wegen.
Het heeft tot gevolg dat populaties kleiner worden, soms zelfs zo klein dat ze kwetsbaar worden voor ziektes door te weinig genetische variatie (door inteelt). Dit kan op ecosysteem niveau leiden tot een verlies van biodiversiteit.
Hier is echter een oplossing voor gevonden (zie filmpje).

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Duurzaamheid
= het zorgen voor evenwicht tussen mens, milieu en economie om de aarde niet uit te putten. Voor nu, maar ook voor de komende generaties.

Duurzame ontwikkeling = vooruitgang dat niet ten koste gaat van mensen en natuur.
bijv. Circulaire economie vs. Lineaire economie

Slide 13 - Slide

Earth Overshoot Day = de datum waarop de mensheid alle natuurlijke grondstoffen heeft gebruikt die de aarde in een jaar kan produceren

Slide 14 - Slide

Natuurbescherming
Natuurbehoud:
= Maatregelen om natuur te behouden of te handhaven
Bijvoorbeeld nadenken over hoe steden groeien of het opkopen van natuurgebieden

Natuurbeheer:
= Menselijk ingrijpen ten behoeve van optimale leefomstandigheden voor planten en dieren
Bijvoorbeeld: begrazing, akkerbermen en bomen verwijderen

Natuurontwikkeling:
= Natuur beïnvloeden door eerst menselijk ingrepen te doen en daarna de natuur haar gang laten gaan.
Bijvoorbeeld de Marker Wadden



Slide 15 - Slide

Rode lijst
Soorten die zich voortplanten in Nederland en die zijn verdwenen of dreigen te verdwijnen.

Mate van bescherming op basis van de categorie mogelijk. 

In welke categorie een soort komt is afhankelijk van:
  • Populatiegrootte
  • Populatietrend

Slide 16 - Slide

Sophie zegt dat de mens voor grondstoffen afhankelijk is van het milieu.
Annemijn zegt dat het milieu belangrijk is als plaats voor recreatie.
Wie heeft (hebben) gelijk?
A
beiden hebben gelijk
B
Sophie heeft gelijk
C
Annemijn heeft gelijk
D
geen van beiden

Slide 17 - Quiz

Welke soort zal eerder als bedreigd worden aangemerkt in de rode lijst?
A
Een soort waarvan er vele aanwezig zijn, maar die langzaam afneemt
B
Een soort waarvan er vele aanwezig zijn, maar die snel afneemt
C
Een soort waarvan er weinig zijn, maar die langzaam toeneemt
D
Een soort waarvan er weinig aanwezig zijn, maar die snel toeneemt

Slide 18 - Quiz

Wat is de overkoepelende oorzaak van hongersnood?
A
Klimaatverandering
B
Verdroging
C
Verontreiniging
D
Overbevolking en welvaartsgroei

Slide 19 - Quiz

Klimaatverandering, verontreiniging en verdroging zijn voorbeelden van verstoringen (zogeheten ver-thema's). Noem twee andere voorbeelden van ver-thema's)

Slide 20 - Open question

wat is geen voorbeeld van duurzame ontwikkeling?
A
energie uit aardwarmte
B
kernenergie
C
energie uit getijde
D
energie uit waterstof

Slide 21 - Quiz

Hoe kun je biodiversiteit vergroten?
A
overal een climax ecosysteem laten ontstaan
B
variatie in het landschap aanbrengen
C
het land versnipperen
D
veel kleine natuurgebieden maken

Slide 22 - Quiz

Nederland moet voorop te lopen met het nemen van maatregelen om het milieu te beschermen
Eens
Neutraal
Oneens

Slide 23 - Poll

Beargumenteer je mening op de vorige stelling 'Nederland moet voorop te lopen met het nemen van maatregelen om het milieu te beschermen'.

Slide 24 - Open question

Het bouwen van nieuwe woningen om het woningtekort op te vangen, mag ten kosten gaan van de stikstofafspraken
Eens
Neutraal
Oneens

Slide 25 - Poll

Beargumenteer je mening op de vorige stelling 'Het bouwen van nieuwe woningen om het woningtekort op te vangen, mag ten kosten gaan van de stikstofafspraken'.

Slide 26 - Open question

De meeste stikstof uitstoot in Nederland is afkomstig van de veeteelt. De regering wil daarom boeren uitkopen (boeren geld geven om te stoppen), zodat de hoeveelheid vee halveert. Ben je het hiermee eens?
Eens
Neutraal
Oneens

Slide 27 - Poll

Beargumenteer je mening op de vorige stelling 'Een groot aantal boeren in Nederland moet uitgekocht worden om de veestapel in Nederland te halveren'.

Slide 28 - Open question

De aanleg van ecoducten om natuurgebieden met elkaar te verbinden is een verspilling van geld. Dat geld had beter in iets anders gestoken kunnen worden, zoals het onderhoud van wegen.
Eens
Neutraal
Oneens

Slide 29 - Poll

Beargumenteer je mening op de vorige stelling 'De aanleg van ecoducten om natuurgebieden met elkaar te verbinden is een verspilling van geld. Dat geld had beter in iets anders gestoken kunnen worden, zoals het onderhoud van wegen'.

Slide 30 - Open question

Zelf werken
Lezen
BS 4 (blz. 146 t/m 151) & BS 5 (blz. 152 t/m 155)

Maken
BS 4 opdr. 25 t/m 30 & BS 5 opdr. 32 t/m 38

Kun je:
  • de voornaamste oorzaken en gevolgen van milieuproblemen beschrijven?
  • uitleggen wat onder duurzame ontwikkeling wordt verstaan?
  • enkele maatregelen voor natuurbescherming noemen?

Slide 31 - Slide

Heb je nog vragen?

Slide 32 - Open question